De kater van Sniester dag één ebt nog wat na, maar we zijn klaar voor dag twee. Nieuwe routes, nieuwe bands, we zien oude vrienden en we maken nieuwe. Het regent pijpestelen maar dat mag de pret niet drukken, want binnen vinden we muziek, bier, blijdschap en gezelligheid. Daar gaan we.
De namenroute. En 45acidbabies en Ramkot en SHHT en The Indien.
Met acts als Tousch, Dirk. en Niko op het programma stelt deze route zichzelf eigenlijk samen: namen. Doe daar nog wat andere acts bij die we gewoon graag wilden zien, zoals Ramkot en 45ACIDBABIES en de zaterdagavond van Sniester is voor dit team alweer gevuld. Ga even zitten, dit wordt een lang verhaal.
Klik hieronder om erachter te komen wat we ontdekten.
De avond begint in het Paardcafé waar drummer van Tousch Isai Reiziger zijn drumstel hevig afranselt. De band rond zangeres Natousch Gerritsen wordt door bassist Sebas Simoen en eerdergenoemde Reiziger rücksichtslos voortgestuwd terwijl gitarist Danny van Tiggele zijn gruizige gitaargeluid op het geheel loslaat. Ondertussen staat, zit, danst, knielt, verleidt, tamboerijnt en zingt Gerritsen de boel aan elkaar. Sniester dag twee is geopend.
Over zangeressen gesproken: Sophia van 45ACIDBABIES was gister ook al op het festival en vond het fucking vet. Sophia snapt hoe het zit. Wij van 3voor12 Den Haag hebben de band vaker gezien en zijn blij dat ze al die babypoppen hebben thuisgelaten. Creepy. Iemand die aan komt waaien zou kunnen denken dat we hier met een leuk popbandje te maken hebben. Kekke kleding, wat beats, wat gitaren en her en der zelfs wat choreografie. Catchy zelfs. Maar als de zuigelingen los gaan, pakken we gauw onze oordoppen en maken we plaats voor een heuse pit. En toch: nog steeds catchy.
Er moet ook gegeten worden, maar onderweg naar Piet Patat wordt onze aandacht getrokken door SHHT uit België die de Zwarte Ruiter onveilig maken. Wij lopen naar binnen voor de dikke bassen en de groove, maar een bezoeker die er al vanaf het begin was, legt het ons uit: ‘Bij vlagen vreemd en vaag. Van wiegelied tot stampend, maar altijd groovend. Met aangeklede of uitgeklede zanger die er goed de sfeer inhoudt. Van ingetogen tot manisch.’ Die zanger zien we overigens even later aan zijn benen van het balkon van de Ruiter hangen. Dit is wat ze noemen: een ontdekking. We lopen in de regen een rondje Grote Markt waar een silent disco bezig is, halen een Sniester petje bij ter vervanging van onze doorweekte paraplu bij de merch en happen snel een kroketje weg.
Tussen alle gitaren door, wordt er natuurlijk even tijd gemaakt voor heel wat anders. Voor het eerst in jaren treedt The Indien namelijk weer eens op. Volle bak in de Kleine Zaal. We krijgen nieuw werk te horen want de band heeft de oude nummers lang niet meer gerepeteerd. Alles is netjes, mooi omlijnd en harmonieus en dit valt goed bij het publiek. Omdat we achteraan staan krijgen we het geklets bij de bar mee en horen voornamelijk dingen over tweede auto’s, ‘hoe is het op de zaak’, en ‘staat je kraagje nog wel omhoog’. Wanneer zangeres Rianne Walther de zaal de naam van bandlid Casper laat scanderen is het bijna een “oeh” momentje in dit toch wat brave geheel. Met Tash Sultana in het achterhoofd deinen we lekker weg op de surf- en jungle vibes.
Terug naar de gitaren. De fotografen voor het podium schrikken zich kapot als de drummer van Dirk. het optreden begint. We hebben de Belgen, net als veel andere bands op het programma overigens, al eerder op Sniester gezien. Dat is trouwens geen straf. De band lijkt er zin in te hebben. Zo wordt ‘Sick ‘n Tired’ een stuk sneller gespeeld dan op de plaat. Aan de andere kant neemt de band ook op zijn tijd gas terug. Een hoogtepuntje van de show is als zanger Jelle Denturck op de bar van het Paardcafé klimt en het publiek dat massaal de tekst van ‘Fuckup’ zingt dirigeert. ‘I only hate myself when I fuck things up.’ Daar is vandaag gelukkig geen sprake van.
En door naar de Grote Markt, waar in de stromende regen de vrolijke beats van Jody Bernal uit de merch stand schallen. We lopen snel door naar September. Daar is het druk. We worden buiten om een aansteker gevraagd: de jongens van Niko willen om 20:28 nog even een peukie roken. Wanneer ze dan toch beginnen, staan we knus in de menigte gepropt. En weet je wat? Het is gewoon goed. Ook hier krijgen we nieuwe nummers voorgeschoteld. “Zullen we deze dan maar als EP uitbrengen?” roept frontman Nik na een hard applaus. Tussendoor wordt de gitaar weer even rustig gestemd en medegedeeld dat de band veel t-shirts heeft om te verkopen, maar dat ze vergeten zijn om ze mee te nemen. Maakt niet uit, jongens, we zijn hier voor jullie muziek en die is gewoon retelekker.
Een deur verderop staat Nancy Acid op het kleine podiumpje van de Hoender & Hop. Gelukkig zijn ze met zijn tweeën, dus dat is qua ruimte geen probleem. De drummer en gitarist spelen weinig ingewikkelde rechttoe rechtaan rammelende rock. Je kan erop dansen en het is gezellig en veel meer valt er niet over te vertellen.
Dat in tegenstelling tot Pip Blom, die in een volle en warme Kleine Zaal speelt. Pip is groot in de UK, maar lijkt hier toch minder bekend. Tijdens de laatste Sniestereditie speelde de band in het Paardcafé en nu in de Kleine Zaal. Pip geeft aan heel gelukkig te zijn met deze vooruitgang. Je krijgt vanzelf een glimlach om je mond als je dit cluppie ziet spelen. Drumster Gini gaat lekker en men danst op de punky vibes. Het optreden staat als huis, maar “moet harder” van het publiek. Het nummer ‘Daddy Issues’ start en nu wordt er eindelijk gesprongen in de zaal. T-shirts vliegen uit en een crowdsurfer stuitert in de lucht voorbij. Heerlijk; helaas is het na deze ontlading alweer afgelopen.
Tijd om de avond af te sluiten bij Ramkot in de Rootz. Na een weekend vol gebeuk, doet de naam vermoeden dat we ook nu weer de nodige sonische terreur voor de kiezen gaan krijgen. Dat valt reuze mee. Een vleugje Muse, wat Queens of the Stone Age, groovende riffs. Niets mis mee. Het is ramvol (zie je wat we hier doen?) en enorm warm in de Rootz. De laatste energie wordt er nog even uitgebeukt, bier vliegt rond, en dan is het klaar. We kunnen bezweet (of is het bier?) weer naar huis. Wel even douchen voor het slapen gaan.
De Duistere route
De avond is vervlogen en de nacht is weer naar bed. Na een stevige sniestervrijdag is opstaan en wennen aan de dag verdomd lastig. We verlangen terug naar zonsondergang. Waar het bier vloeit en de mensen chill zijn. Met een melancholisch humeur stappen we richting PAARD voor de tweede dag Sniester.
Klik hieronder voor het hele verhaal.
De Rootz ziet er vrij onverlicht uit, we doen een poging. Daar speelt Supersonic Blues en is precies wat je verwacht: stevige psychedelische bluesrock. Eenmaal binnen valt op dat de Rootz compleet gehuld is in duisternis. Enkel wat rode spotlights, we missen alleen nog een woestijnvlakte en een rookmachine. Al maakt dat detail ons en de Sniestergangers niet veel uit. Dit trio heeft een onverbeterlijk doorzettingsvermogen om lange nummers met passie doorgaans te blijven stuwen. En dat werkt besmettelijk. We kunnen hier alleen maar goedkeurend op knikkebollen. Heerlijk.
En weer de regen in. Wanneer we PAARD inwandelen is er een frisse en vooral vrijmoedige sfeer. Opmerkelijk. Zanger/gitarist Jan Paternoster speelt opgewekt en losjes. Black Box Revelation is totaal geen zware bedoeling. De rammelende rockers zijn lekker op elkaar ingespeeld, goed van humeur en veel te formalistisch. En dat is precies de reden om er van te houden, of in ons geval om de route te vervolgen. Op zoek naar een van kleur ontrokken act.
Na wat rondspoken in The Grey Space en in het druilerige weer is het hoog tijd om de Rootz weer in te duiken. Dat gitzwarte hol. Een paar minuten voor aanvang van Magnetic Spacemen begint, na de soundcheck, roept de zanger Sam Pols of hij nog even naar de wc kan. "Niet te lang hoor". Waarop gereageerd wordt "Dit moet wel even". En dat loont; de surf 'n' roll act is na slechts tien minuten al pogo-waardig. Het publiek gaat los alsof Dick Dale is opgestaan en speedrock is gaan spelen. De sfeer zit er zo goed in dat het zelfs een beetje religieus wordt. 'Ik hou van jullie. Ik geloof in jullie'. En wij geloven in Magnetic Spaceman.
Toegegeven, het is lastig om een serieuze band te vinden die gelooft dat er mooie dingen te vinden zijn in het negatieve. And So I Watch You from Afar. Dat klinkt veelbelovend voor onze route. Deze formatie weet met gierende gitaren en afwijkende maatsoorten te bewijzen dat mathrock niet saai hoeft te zijn. Een enorme portie pit, maar met dezelfde bravoure als menig post-rockact. Ze halen lessen uit de indie, hardcore en progressieve rock. En dienen dat op met een sterk staaltje showmanschap. Op momenten zelfs deftig te noemen. De band was vooral 'willing to be terrified to be here'. Zo licht Rory Friers toe: 'ik kreeg diazepam in het vliegtuig, omdat ik zo angstig was. Ik hield het in mijn handen, maar ik heb het niet genomen! Zoveel hadden wij voor jullie over'.
Tussendoor leent Rory zijn gitaar aan een willekeurige sniesterganger, hier is mijn gitaar sla maar wat aan. Zodat de gitarist vanaf het podium de gitaarpedals kan afstemmen. Zo zie je maar, complete controle over jouw gitaar kan je ook op afstand behouden. Het optreden bleek zelfs rolstoelvriendelijk, een sniesterganger vooraan kreeg het voor elkaar om donuts te maken met een rolstoel te midden van de chaos. Een absoluut hoogtepunt van het festival op alle vlakken. Al moeten we bij het horen van afsluiter 'Big Thinks Do Remarkable' snel de uitgang vinden voordat de leus 'The sun, the sun, the sun, is in our eyes' ons inhaalt.
Als er iets log, zwaar en vernietigend klinkt dan is dat TankZilla. Dit duo, bestaande uit Peter van Elderen en Marcin Hurkmans heeft weet van onvermoeid rammen. De naam vermoedelijk één helft tank en een andere helft Zilla. Wie nou wie is maakt niet zoveel uit. Speedrock maken met slechts twee man is knap. Vooral als je zo zwaar bent dat een bassist niet nodig is. Toegegeven we blijven niet opgewarmd van deze formatie. Een later tijdstip, wanneer het bier rijkelijk vloeit, had meer impact gehad.
Het lijkt wel alsof de regen langzaam begint te stoppen als we richting The Grey Space lopen. Jammer zeg. Probeer je eens voor te stellen hoe een band die Fuckfuckfuck heet eruit ziet. Zo ziet Fuckfuckfuck eruit. Veel haar, weinig kleren. Dat laatste geldt overigens ook voor het publiek, want voor het podium trekken steeds meer mannen hun shirt uit. Muzikaal is het volgas rechtdoor rock 'n' roll en laat dat nou precies zijn waar we rond elven behoefte aan hebben in een stoffige kelder van The Grey Space. 'Wordt er nog gezopen? Je moet niet vergeten te drinken!'. De band neemt de verantwoordelijkheid voor de hydratatie van zijn publiek. En het moet gezegd worden: crowdsurfen in de kelder met het lage plafond is niet makkelijk, maar het wordt gedaan. 'Valt er hier nog iets te vieren?', roept de zanger. In de kelder is het kneitergezellig.
Is dit dan het moment waar deze route voor was gemaakt? We hebben het over Dool. Zwart gordijn? Check. Rookmachine? Check. Illuster intro? Check. Wat later het podium op? Ja, dit is duister. Raven van Dorst is zeker een synoniem voor de nacht. Het openingssalvo is wat onwennig, de vocalen komen niet helemaal uit de verf. We maken ons even zorgen. Is dit het resultaat van dagonthouding? Gelukkig als de band eenmaal op dreef is Dool ook echt in topvorm. Tracks als 'Wolf Moon' gaan er altijd lekker in.
Raven (gitaar/zang) heeft vanavond niet te veel te zeggen, behalve een rake opmerking dan. Zoals verwacht. 'Er is eigenlijk niet zoveel veranderd. Jullie praten nog steeds door de muziek heen, het blijft Nederland hé?' en later 'zullen we verder spelen of willen jullie nog even door de muziek heen praten? Ach, wij zijn ook Nederlanders natuurlijk'. Gevoelsmatig is het nooit complimenteus als men door je muziek heenpraat. Gelukkig trekt Raven daar zich niks van aan. Het nihilistische hart maakte bij dit optreden in ieder geval een sprongetje. Terug naar ons donkere hol, om energie op te sparen voor het volgende jaar.
#Fitpeople-route
Na de eerste dag op Sniester zijn wij met een kater die zijn weerga niet kent opgestaan. Dat is ook wel logisch want na al die tijd thuis zitten, zijn we niks meer gewend. Toch bekruipt ons de gedachte: ‘wat nou als we fitter waren geweest’, hadden we dan wel zonder problemen dit weekend uit kunnen spelen? We zijn minder op de squashbaan te vinden dan we zouden willen toegeven. Dan maar de sportroute op Sniester volgen, hoewel daar ook niet elke act door de NOC-NSF zou worden goedgekeurd.
Klik hieronder voor het hele verhaal.
We starten onze workout bij Personal Trainer. De Amsterdamse indieband die met maar liefst zeven mensen op het podium van de Kleine Zaal staat. Vanaf het eerste moment balen wij ervan dat we een veilige plaats op de trap hebben gekozen, want wat een energie spat van het veelkoppige monster af. Vooral frontman Willem Smit, die we natuurlijk kennen van Palio Superspeed Donkey en Canshaker Pi, valt op om zijn groteske bewegingen en überaanstekelijke gedrag. Nummers als ‘Vaalserberg Hero’, ‘The Lazer’ en het lied met de werktitel ‘Dans’ vallen op, in de setlist die al van hoog niveau is. De band vraagt welke bands we al gezien hebben vandaag, dat kunnen er niet veel zijn want het festival is net pas begonnen. Maar met Personal Trainer hebben we een goede opener.
Terwijl het geschreeuw van L.A. Sagne in de Zwarte Ruiter doorklinkt in een nog stil September, wachten we totdat zowel publiek als de band Socks;SportsSocks binnenkomen. Met de eerste melodieën van dromerige synthgeluiden en een blauwe gloed over het podium, voelt het alsof je een Omniversumfilm over walvissen binnenloopt. Een beetje een Saucerful Of Secrets gecombineerd met de praatzang van Roger Waters. Zelfs de radiostukjes tussendoor doen aan werk van Pink Floyd denken. Deze band zou op een podium in de zon moeten staan om een festivaldag met uitbrakkende stoners te openen. Meer dan tikken met de voet komt er helaas bij het publiek niet uit. Maar dan gaat opeens het shirt van de zanger uit, hij rent wat op en neer door de zaal en gooit er een grunt tegenaan. Handen gaan in de lucht. Dit bleek een intro te zijn van een nummer dat daarna weer in psych-slowrock verder gaat. Het laatste nummer is gespeeld en terwijl men de zaal uitloopt schreeuwt iemand “nog een!”. De band start een zowat dansbaar nummer. Gelukkig zijn we niet al halverwege weggelopen., anders hadden we dit gemist.
In de September speelt Kids With Buns een band bestaande uit de Belgische Amber en Marie van respectievelijk negentien en eenentwintig jaar oud. Jeugdig is de muziek allerminst. De indiefolk voelt gepijnigd en melancholisch. Vooral de diepe stem waarmee wordt gezongen maakt het een bijzonder geheel. Veel publieksinteractie hoeven we niet te verwachten van het tweetal, laten ze weten. “Er wordt gezegd dat Belgen heel verlegen zijn. Nouja, het gaat ook awkward worden.” Awkward of niet, die liedjes zijn prachtig klein en het optreden lijkt een rustpunt in de storm op open zee die Sniester heet. Wel jammer dat een deel van het publiek het te druk heeft met kletsen om echt naar de muziek te luisteren.
Hard en scheurend. Valt er meer over Splinter te zeggen? Lange haren en veel leer op het podium en in het publiek plus heerlijke jaren 80 glamrock kapsels. Als een Freddy Mercury die in een Chevy over Route 66 scheurt, danst zanger Douwe over het podium. Echt hossen is er in het publiek nog niet echt bij; er wordt zelfs een ballad gespeeld. De overgang naar het nummer daarna is des te dikker. “Welkom in een nieuwe wereld order” en wat andere anti-corona statements leiden de song, getiteld 'Read My Mind', in. Iets met de overheid natuurlijk. Op een punky wijze vecht Splinter tegen de status quo; wij willen gewoon even lekker rocken en dit lukt prima.
De soundcheck van Hang Youth trekt al een gigantische hoeveelheid bezoekers. “We spelen pas over een kwartier, ga alsjeblieft iets anders doen!”, roept gitarist Kaj Bos ons toe. Maar stiekem weet de band ook dat zij waarschijnlijk de act zijn waar de meeste buzz omheen hangt dit festival. De punkband met als frontman de knuffelanarchist Abel van Gijlswijk bestond al een tijdje maar met name de drie albums gereleaset in coronatijd trokken veel bekijks. Of dat nou was omdat de songs daadwerkelijk problemen aankaarten als de achterlijke prijzen van het OV (‘Noem Je Dat Vervoer Openbaar’), de wooncrisis (‘(Ge)woonbeleid’) en het Nederlandse politieke landschap (‘Ik Geef Een Nier Voor Geen Mark Rutte IV’), of omdat mensen het grappig vinden dat liedjes van onder de twintig seconden succes hebben, weet niemand echt maar Hang Youth is ongekend populair. Tijdens de show worden alle teksten ook woordelijk meegezongen en is de pit tot buiten de Zwarte Ruiter mee te krijgen. Abel schreeuwt de longen uit zijn lijf of roept ons op om allemaal onze broek uit te trekken en te neuken in de pit. Dat terwijl de rest van de band de instrumenten mishandelt en de ene na de andere punkriff produceert.
Dan opeens valt de stroom uit op het podium. De bandleden kijken elkaar verbaasd aan en weten niet echt wat te doen. ‘Joe Rogan Is Een Lul’ wordt in een soort barbershopkwartet-versie gezongen en er wordt gekeken hoe lang het publiek het lied ‘Ondertussen In De Tweede Kamer’ (dat bestaat uit een lange stilte) mee kan doen, spoiler: niet lang. Dan weet ook de band het niet meer. 'O, O, Den Haag' wordt door bassist Ben 'Baco' Kraak en het publiek ingezet en Abel steekt een peuk op en vraagt het publiek om wat te vertellen. Een toeschouwer begint over dat de Unabomber best een goed punt had maar slechte uitvoering, waarop Abel antwoord met: “Ik hoor wat je zegt, maar…” en zo de lachers nog even op de hand krijgt. Na een kwartiertje lijkt alles weer te werken en wordt nog een deel van de set afgemaakt. Er wordt weer gepit en alle racisten worden de corona gewenst. Hang Youth is met recht een van de meest besproken acts van de avond.
In de Rootz staat Lifeless Past al te spelen als we binnen komen. Echter duurt het even voor het kwartje valt, want de muziek klinkt zo helder dat we aanvankelijk denken dat er nog een bandje wordt afgespeeld. De darkwave band die zijn oorsprong vindt tussen Den Haag en Curaçao in, heeft de hele wereld al gezien. Dat klinkt door in de professionaliteit die de band uitstraalt. Het tweetal bestaande uit Daniël op drums en Satori op gitaar/zang klinkt als een lomere variant van Joy Division maar soms klapt de band er ook wel wat harder op.
Door naar de volgende waveband, High Hi in de September. New wave welteverstaan. Het is ontzettend sexy en iedereen aanwezig lijkt te zeggen dat het ontzettend goede muziek is. Zelfs de barman zit op de bar zichtbaar te genieten. Niemand komt immers een biertje halen, ze hebben alleen oog voor wat on stage gebeurt. Het doet een beetje denken aan Arcade Fire. Voor de aanwezigen in de September lijkt het in elk geval alsof er iets bijzonders aan het gebeuren is. De stuwende baspartijen matchen goed met de licht overstuurde gitaren en de samenzang tussen drummer Dieter en gitarist Anne-Sophie maakt het een lichtelijk magisch geheel. Leuk momentje is wanneer Dieter het refrein van Eminems ‘Without Me’ in een bridge verwerkt. High Hi stond nu nog wel in de September, maar het zou zomaar kunnen dat we de volgende keer in een grotere zaal naar de band moeten kijken.
Voor de laatste act in de Zwarte Ruiter lijkt de hele Haagse muziekscene uitgerukt te zijn. Van Ava Nova tot Niko en van Son Mieux tot The Great Communicators, iedereen lijkt naar Wodan Boys te willen kijken. Geef ze eens ongelijk. De band van Mikkie B Wessels en Thomas van der Want is door het eeuwige uitstellen een van de spannendste acts van onze stad geworden. Voor de band begint met spelen horen we een fragment van Van Kooten en De Bie (waar de naam Wodan Boys aan ontleend is) zeggen: “U ben direk doch lèf verbondûh met onze studiau De Haag.” En dan gaat het los. De punk van de band slaat alle lucht uit je longen. Keihard en compromisloos, zo kan je de muziek het beste omschrijven. Songs als ‘More Entertainment’ en ‘Fake Smile’ worden door het publiek uit volle borst meegezongen en de band speelt, na wat kleine technische probleempjes aan het begin van de show, retestrak.
Bassist Timo Prins trekt zijn tanktop na drie nummers al uit en schreeuwt tussen de nummers door keihard "heeeuj" in de microfoon, drummer Olivier Lucas is veel rustiger maar toont zich weer eens een van de grootste drumtalenten van het land. De frontmannen weten precies wat ze moeten doen, keihard spelen en dan gaat de rest vanzelf. Af en toe gooien ze een Wodan Boys-sjaal het publiek in, een merchandise object dat al heel veel mensen in het publiek lijken te hebben en wat later best wel eens een collectors-item kan worden. De show is precies wat Sniester nodig had als afsluiter. Wat een vibe hangt er in de Zwarte Ruiter, los van dat de weergaloze punkrock die de band maakt, lijkt de anderhalf jaar opgekropte knaldrang bij zowel de band als bij het publiek er in een keer uit te komen. Als bij een ketchupfles waar je een paar keer mee hebt moeten schudden voor de gehele fles in een keer op je bord komt. Er wordt gecrowdsurft en iedereen kijkt zielsgelukkig. Wodan Boys speelt een van de beste en meest representatieve shows van het festival. Om met de woorden van de song ‘Weekend Alligator’ te spreken: “It was the best night ever.”
Nu we toch even de aandacht hebben:
De redactie van 3voor12 Den Haag – hét online platform voor muziek uit Den Haag – breidt uit en is op zoek naar nieuw talent. Er is plek voor o.a (aspirant) journalisten, fotografen, interviewers, social media-redacteuren, planners, coördinatoren, filmers, radiomakers. Kortom: iedereen die vrijwillig een media-steentje bij wil dragen aan de Haagse muziekscene is welkom.
De eerste stappen van je (muziek-)journalistieke carrière zetten? Ervaring opdoen tijdens je studie? Altijd al willen schrijven voor een publiek? Op zoek naar een nieuwe uitdaging of hobby? Gewoon interesse? Stuur een mailtje naar vacature@3voor12denhaag.nl