Het publiek in de kleine zaal van het Paard draagt bandshirts van onder andere Five Finger Death Punch, (overwegend zwarte) kleding met opschriften zoals “Fuck uw shirt” (Vlamingen blijven beleefd) en de mannen hebben haar dat qua lengte niet onder doet voor het haar van de aanwezige vrouwen. Dit kan maar een ding betekenen: het gaat een ruige avond worden.
“Holland beware, Belgium is coming”, zo kondigden Brutus (België) en Steak Number Eight hun gezamenlijke tour door Nederland aan. Na Maastricht, Amsterdam en Breda, was het op donderdag 4 januari in Den Haag tijd voor het geknal van de twee Vlaamse bands. De Vlamingen hadden technisch gezien een mindere dag, maar beide groepen compenseerden dit met energieke optredens. Het Paard trilde nog lang na van al het kabaal.
De setting
Brutus beukt 2018 wakker
Onder melancholische zaalmuziek en blauw licht betreden twee mannen en een vrouw het podium. Drumster en zangeres Stefanie Mannaerts tikt af. Brutus begint met ‘March’ van het nieuwe album Burst uit 2017. Vanaf ‘Justice de Julia II’ geven de band en het publiek zich over aan de muziek. De zaal deint mee op het gebeuk van boomlange bassist Peter Mulders. Nummers volgen in rap tempo. Mulders neemt tussendoor een slok bier en dept zijn hoofd af. Alle liedjes hebben een herkenbaar patroon: gitaarriffs, zang met uithalen en doordringende drum- en baspartijen. Na elk nummer bedankt de band met een Vlaams “merci” en “danku voor het klappen”.
De drum en bas zijn aanwezig, gitaar en zang ondergesneeuwd. Een enkeling vraagt zich af of ze niet op een dancefeest zijn beland: “Het lijkt wel hardcore”. De groep uit Leuven laat ook een ander geluid horen. Met ‘Dancing on the face of a panther’ verzorgt gitarist Stijn Vanhoegaerden de intro van een “traag liedje”. Twee minuten lang is de zang van Mannaerts prachtig verstaanbaar.
“Er is van alles mis, maar professionals gaan door”
Brutus knalt verder, soepel gaat dat niet. Mannaerts verontschuldigt zich terwijl de technicus het podium opnieuw verlaat: “Er is van alles mis, maar professionals gaan door”. Wat er mis is, blijft onduidelijk. Tot slot knalt Brutus ‘Horde’ de zaal in. Mulders voegt zich voor dit laatste nummer bij Mannaerts, Gitarist Vanhoegaerden blijft ook voor dit laatste nummer statisch links op het podium staan. Het “we will stay where we belong” van Mannaerts galmt in de hoofden na.
Steak Number Eight geniet van chaos
De energie in de zaal lijkt verloren te gaan als de mannen van Steak Number Eight nog met een spandoek klooien. Het publiek staart verveeld naar hun telefoons. Na 40 minuten pauze beklimt het viertal uit Wevelgem het podium. Met een gillende gitaar en sirene op de achtergrond zet zanger en gitaris Brent Vanneste de toon, de energie is terug. De rest van de band en de zaal volgt de man in John Coffey-shirt als hij headbangend aan de set begint.
De groep twintigers heeft ruim een decennium aan ervaring, supporte Mastodon en heeft vier albums om uit te putten. De mannen zijn volledig bezweet, en dan moet het derde nummer ‘Your soul deserves to die twice’ nog beginnen. Een handdoek uit het publiek biedt uitkomst. Uitgeput raakt Steak Number Eight niet. Het viertal raast door met 'Charades’, ‘Black Fall’ en ‘Gravity giants’. Gitarist Cis Deman kijkt het publiek tussendoor indrukwekkend intens en zwijgend aan.
Alle remmen los
Bij ‘Dickhead’ gaat de laatste rem los. Drummer Joris Casier trapt zijn pedalen bijna door het podium. Het publiek beukt erop los tijdens de moshpits, opgezweept door de doordenderende bas van Jesse Surmont. Tijdens slotnummer ‘Return of the kolomon’ schopt de band om zich heen. Vanneste smijt een microfoonstandaard om. Hij draait door, duikt van het podium, trekt zijn shirt uit en ziet iemand in het publiek. Een zoen, en weer aan de slag. Ruim drie kwartier na aanvang is de chaos compleet. Vanneste is onverstaanbaar, zet zijn versterker uit en laat na 45 minuten ruim 150 man overweldigd achter met een mic drop. “Merci!”