Op donderdag 8 februari staat er een avond vol americana op het programma in de kleine zaal van het Paard. De Amerikaanse legende Johnny Dowd staat samen met de Haagse, songwriter Melle de Boer op het podium. Om ons voor te bereiden op wat komen gaat, trekken wij met de klanken van good old Bob Dylan in de oordoppen naar de zaal en verwachten een stukje Amerikaanse folklore op de donderdagavond.

Een goed begin…

Van De Boer is bekend dat hij misschien wel de mooiste liedjes schrijft in Den Haag en zijn sporen lang en breed verdiend heeft met Smutfish en Henk & Melle. Dowd is daarentegen een 69-jarige Amerikaan die de hele wereld al heeft gezien en overal fans heeft die naar zijn gothic-country komen luisteren. De Boer en Dowd zijn geen onbekenden van elkaar en touren nu door binnen- en buitenland met een duo-optreden. 

Melle komt samen met Suzanne Ypma (bekend van Woof! Woof! Ridicule tevens compagnon van De Boer) het podium op, hangt zijn gitaar om de nek en begint het, met flageoletten gesierde, intro van ‘Texas Shaped Guitar’ te spelen. Een vlaag kippenvel waait door de zaal. Het lied vertelt een verhaal, zoals een countrysong betaamt, maar het is ook klein, breekbaar en oh zo mooi. Bij het tweede nummer ‘Roof Above My Head’ worden de eerste tranen weggepinkt in het publiek. Met open mond staat iedereen te kijken. Fuck de lul-niet-lolly, niemand denkt er ook maar over zijn of haar waffel open te trekken bij deze act.

Melle de Boer & Johnny Dowd

Vanaf het derde nummer laten De Boer en Ypma zien dat ze ook wat hardere songs hebben geschreven. De dynamiek die ontstaat is voor het grootste gedeelte toe te schrijven aan Suzanne, die naast gitaar ook de toetsen en de floortom bespeelt. De nummers zijn ondanks hun, relatief, eenvoudige akkoordenprogressies stuk voor stuk enorm prettig om te luisteren en ook de tweestemmigheid, die bestaat uit Melle’s typische americana-zang met snik en de kraakheldere stem van Suzanne, maakt het geheel een genot om mee te maken.

Nummers als ‘Ghost’ (met drumsolo) en titeltrack van het pas verschenen album ‘Temporary Bandage’ zijn sterke songs en worden gretig door het publiek ontvangen. Als Melle zijn laatste nummer aankondigt is het gehele publiek voldaan. Hij zet ‘Smile’ in wat hands-down het mooiste Haagse lied ooit zou kunnen zijn en laat de zaal met een glimlach op het gezicht achter.

Melle de Boer & Johnny Dowd

Melle de Boer & Johnny Dowd

Blues Brothers

Tijdens het laatste nummer van De Boer komt Johnny Dowd met zijn band, bestaande uit gitariste Anna Coogan en (bariton)gitarist ‘Mike’, het podium op. Een bescheiden – niemand wil immers ‘Smile’ onderbreken – gejoel klinkt door de zaal. De band zingt een mopje mee met het nummer en Dowd neemt zelf plaats op een stoel achter een standaard met een boek vol bladmuziek. Als Melle en Suzanne vertrokken zijn begint de band met een vrij rumoerig intro voor hun concert.

In de filmklassieker ‘The Blues Brothers’ van John Landis uit 1980 zit een legendarische scene. De band lult zich binnen bij een typische redneck-countrysaloon om een set te spelen die compleet buiten hun comfortzone ligt. Op het podium aangekomen komen ze er achter dat een muur van kippengaas de band scheidt van het publiek. Al snel blijkt waarom, want als het publiek tevreden is worden de artiesten bekogeld met flesjes bier. Iets dat blijkbaar een uiting van genoegen is.

Mocht u zich afvragen wat de bovenstaande filmreferentie te maken heeft met het optreden, nou dat zit als volgt. Mocht in Nederland het gooien van flesjes bier een goedkeurend gebaar zijn, had Johnny Dowd geen kippengaas nodig gehad. Integendeel, het zou niet verrassend zijn geweest als iemand een, al dan niet lege, fles bier naar het hoofd van de zanger had willen smijten.

Wat schort er dan allemaal aan? Om te beginnen klinkt de muziek slordig, en is het over het algemeen een ruis van overstuurde gitaren met af en toe een herkenbaar basloopje. De drums komen, bij gebrek aan live-drummer, uit een pedaal en klinken blikkerig en bij vlagen in een totaal ander tempo dan de rest van de band. Maar bovenal is de zang van Dowd ondermaats. Als voorbeeld zijn prestatie op ‘Everybody Smile’. De zanger klinkt als een dronken Johnny Rotten. Of eigenlijk als een nuchtere Johnny Rotten, aangezien deze het best klonk als hij onder invloed was. Niet zo zuiver en schreeuwerig. Het klinkt niet al te best en de lolly’s blijven nu om een totaal andere reden aan de bar liggen, vrijwel niemand lijkt het erg te vinden als er doorheen gepraat wordt.

Ok, toegegeven: niet alles viel tegen. Met name als Anna Coogan de vocalen voor haar rekening komt het tot leven. Op dat soort momenten blijkt waarom er toch nog altijd mensen op de artiest afkomen. De nummers zijn sterk en af en toe zit er ook echt iets moois tussen, zoals de vertolking van de klassieke folksong ‘St. James’ Infermary’. Ook heeft de band een lied geschreven voor Den Haag, wat hun favoriete stad blijkt te zijn; ‘I Eat Den Haag For Lunch’. Een leuk gebaar en het is fijn dat de band zich in elk geval op zijn gemak voelt hier.

Melle de Boer & Johnny Dowd

Melle to the rescue

Aan het eind van de avond doen Melle en Suzanne nog wat nummers mee met Dowd, en dan krijgt het optreden weer wat meer schwung. De Boer speelt een prachtige, duistere versie van Johnny Cash’ ‘Wayfaring Stranger’ en ook klassieker ‘Oh My Darling Clementine’, gezongen door Mike, gaat er lekker in bij het publiek. Als Johnny Dowd op het eind nog vraagt om een drumsolo van Ypma wordt dit door de muzikante met een brede glimlach afgewimpeld en is het optreden klaar.

Misschien is het eerlijk om te concluderen dat Johnny Dowd “gewoon” oud geworden is. Af en toe ontglipte hem een rokershoestje en hij zag er een stuk afgetakelder uit dan op de meeste foto’s die van hem te vinden zijn op het internet. Melle vertelde tijdens het optreden dat hij hoopte dat we allemaal oud zouden worden als Dowd, want: “Elke avond is een feestje met hem.” Het is geen schande om niet meer in topvorm te zijn op die leeftijd en het speelplezier was ook nog altijd zichtbaar bij de zanger. Al met al was het een memorabele avond niet in de laatste plaats door Melle de Boer. Hij deelt het podium met een legende in zijn vakgebied en toont zichzelf een zeer kundig songwriter.