Muzikant zijn is een topsport op zoveel manieren. Zo baart oefening (letterlijk) kunst en ben je afhankelijker van je lijf dan je eigenlijk zou willen. Maar waar gaan muzikanten eigenlijk heen met hun verkrampte vingers of gebroken pols die eigenlijk geen rust kan hebben? Muzikantendokter Boni Rietveld behandelt al vijfentwintig jaar geblesseerde podiumtijgers uit alle uithoeken van het land en daarbuiten. En dat ‘gewoon’, vanuit zijn praktijk hier aan het Westeinde.

In de hoek van de behandelkamer staat een geraamte met wat vlinderdasjes om z’n nek. Aan de andere kant wacht een piano ongeduldig tot een patiënt weer wat toetsen komt aanslaan. En aan de muur prijkt een diploma van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. “Hoewel de harp al van jongs af aan mijn grote liefde is geweest, ben ik afgestudeerd als trompettist", vertelt dokter Rietveld enthousiast. "De trompet heeft indertijd mij gekozen in plaats van andersom. Ik vind het heerlijk om te spelen. Als ik s'morgens op mijn werk ben ga ik altijd even trompet spelen, even warm blazen. Ik denk dat het instrument ook wel bij mijn karakter past: net als een trompet ben ik extravert, luidruchtig en val ik onbewust altijd heel erg op.”

"Net als een trompet ben ik extravert, luidruchtig en val ik onbewust heel erg op.”

New York

“In 1976 ben ik aan het conservatorium afgestudeerd en twee jaar later aan de Universiteit Leiden als arts. Daarna ben ik in dienst gegaan. Eigenlijk vond ik dat ontzettend fijn, want ik had op dat moment nog géén idee wat ik met m’n bagage wilde doen.”

“Uiteindelijk heb ik toch besloten om voor de specialisatie orthopedie te gaan, deels omdat mijn vader dat ook heeft gedaan. Halverwege mijn opleiding had ik een jaar wachttijd. Toen zei iemand tegen me dat hij iemand kende die als orthopedisch chirurg voor het New York City Ballet werkte. Ik besloot die dokter, Bill Hamilton, gelijk een brief te schrijven. Meteen kreeg ik een enthousiaste reactie terug dat ik gelijk welkom was. Zo stopte ik mijn drie passies, muziek, sport en geneeskunde, als het ware in een cocktailshaker. Het bleek een keerpunt in m’n leven.”

“Ik was al een tijdje in Haarlem aan het werk toen ik een telefoontje kreeg van de zakelijk leider van het Nederlands Dans Theater met de vraag of ik daar misschien orthopedisch chirurg wilde worden. Zo kreeg ik een spreekuur in Den Haag. Geleidelijk aan kwamen hier ook steeds meer musici op af. Dat ging prima: omdat ik van jongs af aan al muziek maak, weet ik hoe alle instrumenten werken. Bovendien ken ik de achtergrond van een conservatoriumopleiding. En, misschien nog wel belangrijker: ik ken de passie en spanning van het maken van muziek, dus ik kan uitvoerende kunstenaars heel goed begrijpen. Zo ben ik dus in de dans- en muziekorthopedie gerold. Als een soort pionier heb ik het zelf verder ontwikkeld.”

“Op een gegeven moment begonnen er ook steeds meer dansers van andere opleidingen te komen. Het bestuur van het Nederlands Dans Theater vond het een beetje te onrustig worden. De directeur van het LUMC en de orthopedisch chirurg van het Westeinde ziekenhuis hebben me toen uiteindelijk naar het Westeinde ziekenhuis gehaald. 25 jaar geleden hield ik daar  mijn eerste spreekuur.”

"Ik ken de passie en spanning van het maken van muziek"

'Pijn is je vriend'

Wat komt er op zo’n spreekuur zoal langs? “Bij muzikanten zijn het meestal chronische blessures en geen acute. Voorbeelden hiervan zijn overbelasting door het te lang in dezelfde houding spelen of dezelfde riff oefenen. Je zenuwbanen kunnen dan afgekneld raken en je kunt een peesontsteking krijgen. Bij oudere muzikanten komt ook wel eens slijtage van gewrichten voor. Pijn aan de schouder, elleboog, pols en hand is in driekwart van de gevallen het probleem. Ook heeft ongeveer een op de tien musici last van de ‘telefoonbotjeszenuw’, wat voor pijn aan de binnenkant van de elleboog zorgt. Opvallend is dat ik dat tijdens mijn hele opleidingstijd maar één keer heb gezien, maar het blijkt een typische muziekblessure te zijn."

"Onder de acute blessures, die wat minder vaak bij musici voorkomen, vallen vooral blessures die men in het dagelijks leven oploopt. De twee dingen die ik het vaakst zie, zijn mensen die met de fiets onderuit zijn gegaan of een ongeluk hebben gehad tijdens het uitlaten van de hond. Bij dans komt deze soort blessures vaker voor.”

“Als je naar de verdeling kijkt, vormen strijkers ongeveer de helft van mijn patiënten. De houding en het geheven houden van de armen spelen hierbij een rol. Het zit ‘m ook een beetje in het instrument: met een kleine bewegingsbeperking kun je vaak al geen viool meer spelen. Een bijzonder geval was een Ierse violist die in zijn vrije tijd ook als schilder werkte. Hij was met de ladder gevallen en had zijn polsen gebroken. Hij had een kleine afwijking in de draaiing van haar pols die viool spelen onmogelijk maakte. We hebben toen een inkorting van de ellepijp gedaan. Nu speelt hij gewoon weer volle bak."

"De muzikant is de expert op het gebied van zijn eigen instrument.”

“Ik had mijn rechterhand flink gebroken toen ik ‘s nachts van mijn fiets was gepleurd.” De oud-frontman van Taymir, nu gitarist bij Niko, was tijdens de laatste zomer dat de band bestond ook patiënt van dokter Rietveld. “Ik speelde in die tijd veel orgel in de band zodoende ben ik, nadat mijn hand ingegipst was, doorverwezen naar de muzikantendokter.

“De dokter legde uit dat de connectie tussen je handen en je brein heel snel verslechterd als je een tijd niet speelt. Om te zorgen dat mijn spel er niet onder zou lijden zei dokter Rietveld dat ik het spelen mentaal moest oefenen. Ik moest echt visualiseren dat ik akkoorden aan het spelen was zodat ik de connectie in mijn hoofd niet zou verliezen. Daar had ik zelf nooit over nagedacht, ik vond het echt een bijzondere methode. Het hielp wel, want ondanks dat ik een week of vier met gips liep kon ik na een week al een soort van spelen.”

“Het mooie was dat dokter Rietveld de ernst van de zaak begreep, hij wist dat het belangrijk was voor een muzikant die veel gebruik maakt van zijn handen dat alles intact moet worden gehouden. Hij keek met een andere blik naar mijn kwetsuur dan een ‘normale’ dokter zou doen. Daarnaast vond ik het een leuke man, met zijn strikje en kopje thee. Mijn stiefvader is ook weleens bij hem langs geweest, het is volgens mij echt de go-to guy wat betreft muzikale blessures en ik ben blij dat hij mij heeft kunnen helpen bij mijn herstel.”

Toch grijpt dokter Rietveld niet altijd meteen naar de operatietafel. “Ik ben orthopedisch chirurg. Dit betekent dat ik de mogelijkheid heb om te opereren, al is dit vrijwel nooit nodig. Eerst stel ik een diagnose, waarbij ik bekijk hoe de klacht is ontstaan en wat de muzikant er zelf aan kan doen. Vaak is dit ‘therapeutische gesprek’ al voldoende. Hierna kunnen we kijken wat er gedaan kan worden met zaken als bijvoorbeeld pillen of fysiotherapie. Wel ben ik altijd wat terughoudend met pijnstillers. Pijn is een waarschuwingssignaal, het is je vriend.”

“Mocht dit niet werken, dan gaan we kijken of er iets bereikt kan worden met injecties of een operatie. Omdat ik chirurg van de oude stempel ben, voer ik alle behandelstappen zelf uit. Hierdoor ziet de muzikant, die toch al zo bang is om geblesseerd te zijn, gedurende het hele traject dezelfde dokter die óók nog eens zijn passie en beroep begrijpt. Ik beschouw de patiënt als een compagnon in het vinden van de juiste behandelstappen. Hij is de expert op het gebied van zijn eigen instrument.”

Passie

“Soms zie of hoor je blessures alleen als er gespeeld wordt. Daarom moet elke patiënt zijn instrument naar het spreekuur meenemen. Een celloplank en piano heb ik hier zelf. En ja, als het om een beiaard gaat, dan wil ik ook wel langsgaan. Iedereen die geen danser of musicus is, wordt naar een andere arts doorverwezen. Maar dit medische centrum is beslist niet alleen bestemd voor professionele musici: passie is hier belangrijker dan broodwinning.”

“Het mooie is dat het muziekinstrument als het ware de psychologische identiteit van een muzikant vormt. Op het moment dat een muzikant geblesseerd is, is het dus niet alleen een fysiek ongemak, maar een psychologische wond. Empathie en respect voor de passie van een kunstenaar is iets wat je niet van een gewone dokter kunt verwachten. Dat is de kern van dit centrum: de steun die wij aan kunstenaars kunnen bieden.”

"Een instrument vormt de psychologische identiteit van een muzikant."

Epidemie

Even terug naar de behandelkamer, want dankzij digitalisering is de toekomst van de muzikant niet alleen maar rozengeur en maneschijn. “In de loop van de jaren heb ik de klachten absoluut zien veranderen. Een van de meest voorkomende klachten is armpijn vanuit de nekschouderregio. Het feit dat dit steeds meer voorkomt, heeft ermee te maken dat mensen steeds meer achter hun pc én aan hun instrument zitten. Vroeger had je in je vrije tijd veel vaker een ontspannen houding.”

“Dit getuigt ook van een breder maatschappelijk probleem: men heeft een gebrek aan fysieke activiteit. Ja, het internet is belangrijk, maar uiteindelijk eindigen we allemaal als een zakje aardappelen. In plaats van dat kinderen naar buiten gaan, zitten ze met hun iPhoontje te spelen. Het fysieke bewustzijn begint simpelweg te ontbreken. Jammer genoeg geldt dit ook voor muzikaliteit: je drukt tegenwoordig op een knop en er komt geluid uit een apparaat. Daarvan leer je op een knop drukken, maar je wordt er niet muzikaal van.”

“Misschien schets ik nu ook wel een zorgelijk beeld, maar ik vrees dat er een epidemie van gehoorbeschadiging bij kinderen aan zit te komen. De fijne nuance van muziek gaat steeds meer verloren doordat men steeds vaker kiest voor de beat die men in de buik wil voelen. Ik ben dan wel een oude sok geworden met mijn klassieke muziekachtergrond, maar ik vind het verschrikkelijk dat je tegenwoordig oordopjes in moet doen naar een feest.”

Vogeltjes

Welk advies kan de dokter aan de trouwe lezers meegeven? “Ik zeg altijd: als je een gekke pijn voelt die je niet kunt verklaren, ga dan niet aanmodderen met masseren. Zorg dat je een juiste diagnose hebt. Mensen stappen tegenwoordig veel te makkelijk naar de fysio, terwijl die geen medische diagnose kunnen stellen.”

Ook voordat het zover is, kan er volgens de dokter genoeg voorkomen worden. “Ga iets van cardio doen, al is het maar stevig doorwandelen. Joggen is niet te belastend voor de polsen, beschadigt het eelt op de handen niet en zorgt voor een goede doorbloeding en rompstabiliteit. Ga dan wel buiten in de natuur lopen, zonder walkman. Dan kun je de vogeltjes horen fluiten.

 

"Mensen stappen veel te makkelijk naar de fysio."

Jelger Durieux van Soul Sister Dance Revolution werd naar dokter Rietveld doorverwezen nadat hij op legendarische wijze zijn elleboog had gebroken bij het slopen van een bank. “Het gebeurde tijdens de clipopnames van Feng Shui. In eerste instantie kwam ik terecht bij een arts in het Bronovo ziekenhuis. Daar vertelde ik dat ik drummer ben en dat ik vanwege een aankomende tour weer zo snel mogelijk moest kunnen drummen. Toen ben ik naar dokter Rietveld doorverwezen. Hij heeft toen besloten geen gips, maar een mitella om mijn elleboog te doen. Het was dan wel wat pijnlijker, maar zo kon ik -geholpen door wat oefeningen- wel sneller herstellen."

"Wat ik te gek vind aan een dokter die gespecialiseerd is in dansers en musici, is dat hij precies snapt wat je doet en hoe belangrijk dat voor je is. Bij een andere arts had mijn arm lang in het gips gemoeten. Nu kon ik meteen beginnen met de oefeningen.”

“De eerste keer kreeg ik meteen drumstokjes om aan te geven hoe hoog mijn bekkens hingen, zodat hij kon kijken welke bewegingen ik wel en niet achter de drumkit kon maken. Hij vertelde me dat drummen erg pijnlijk ging worden, maar dat er niks kon verergeren als ik me aan de ‘veilige bewegingen’ hield. Een goede tip van hem was ook om in het begin een paar keer per dag te visualiseren dat ik aan het drummen was, ook al kon ik mijn arm toen nog niet bewegen. Hij begrijpt wat je als muzikant doet en kan daarop inspelen door oefeningen en tips te geven die precies bij jou aansluiten. Hierdoor zat ik alweer heel snel achter het drumstel.”

Den Haag

“Vanwege het 25-jarig jubileum van het MCDM organiseert de Nederlandse Vereiniging voor Dans en Muziek Geneeskunde (NVDMG) in samenwerking met de Haagse De Dutch Don't Dance Division (DeDDDD) een jubileum symposium op donderdag 29 maart 2018 in de Lourdeskerk in Scheveningen. Na de wetenschappelijke presentaties overdag is er 's avonds een jubileum dans-voorstelling van DeDDDD met een nieuwe choreografie van Thom Stuart en Rinus Sprong, waarbij de muziek van Haydn 'live' door het Matangi Strijk Kwartet zal worden uitgevoerd. Zo zetten we Den Haag ook op het gebied van Performing Arts Medicine nog eens extra op de kaart. Ik denk dat dat mijn grootste verworvenheid is: niet de erkenning, maar het feit dat het vanzelfsprekend is dat de zorg voor dansers en musici doorgaat als ik met pensioen ga in oktober."

"Die opstelling heeft ook wel iets Haags, denk ik. Leiden had indertijd niet de creativiteit en het lef om het MCDM binnen te halen. Dat hele idee, dat je grote dingen naar je toe behoort te halen, dat is iets wat Den Haag wél heeft. De stad heeft pretenties en ambities en doet er ook moeite voor."

"Hoewel een deel van mijn werk routine is, gaat het nooit vervelen, omdat dansers en musici zo'n hartverwarmend enthousiasme hebben. Die passie geeft me energie en daardoor slaag ik er ook in om gepassioneerd met mijn werk bezig te blijven. Als ik mijn collega’s moet geloven, is dat vrij uitzonderlijk.”

Last van je telefoonbotje? Of gewoon geinteresseerd? Check de websites voor meer informatie: 

www.haaglandenmc.nl/mcdm
www.nvdmg.org
www.ddddd.nu