Wat een uniek festival is Le Guess Who? toch. Iedere zaal voelt als een compleet nieuwe wereld. Het ene moment is het wegdromen bij Egyptische jazz, het andere moment moshen bij fonkelende noiserock uit Japan. Dit jaar was er zoveel moois te zien, uit zoveel windstreken, dat het onmogelijk was alle shows mee te meepakken. Maar door heen en weer (en op en neer) te rennen hebben we wel heeeel veel moois gezien. Hier onze top 20 van Le Guess Who? 2024.

Al ruim tien jaar is Le Guess Who? een van de belangrijkste en meest verrassende ontdekfestivals van Nederland. De Utrechtse vierdaagse richt zich niet alleen op nieuwe namen, maar op werkelijk alle muziek die je normaal gesproken niet op een Nederlands festival tegenkomt. Het haalt levende legendes terug uit de vergetelheid, presenteert de meest fascinerende niet-Westerse muziek en boekt de experimentele smaakmakers uit elke muziekstroming die je kunt bedenken, van jazz en hiphop tot noiserock en elektronica. 

Le Guess Who? begon tien jaar geleden als ontdekkingsfestival voor Canadese artiesten, maar niet langer zijn er slechts hetzelfde type indiebands te vinden. Nee, ondertussen worden artiesten uit allerlei windstreken overgevlogen naar Utrecht, om over alle verschillende genres nog niet eens te beginnen. Zijn eclectische programma dankt Le Guess Who? voor een deel aan de curatoren met wie het festival samenwerkt. Vaak artiesten die een soort legendarische status hebben wegens eerdere optredens. Dit jaar stelden o.a. DARKSIDE, Mabe Fratti, Arooj Aftab en Crystallmess een eigen programma samen. 

Het is voor veel Le Guess Who-bezoekers van het eerste uur (die ook gewoon kwamen voor Caribou, Beach House en Ty Segall) de reden geweest om af te haken, maar daarvoor krijgt Le Guess Who? een uitermate loyaal en behoorlijk serieus (en grotendeels internationaal) publiek terug dat overal voor open staat en nergens voor terugschrikt. 

20. Patrick Shiroishi

De Japans/Amerikaanse Patrick Shiroishi begint zijn show, zichtbaar aangeslagen, met een verontschuldiging voor de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen, naast de Gaza-oorlog een onderwerp dat gedurende het weekend herhaaldelijk wordt aangehaald op Le Guess Who?. Maar Shiroishi verdwijnt vervolgens meteen vanuit het hier en nu, en trekt een eigen wereld op met een saxofoon met een loopstation. Aanvankelijk lijkt het een beetje voor de hand te liggen, de trage melodieën die steeds verder worden opgestapeld – dit soort loop-shows kunnen nog weleens volgens een repetitieve formule verlopen – maar Shiroishi blijkt al snel ver voorbij deze valkuil te zijn. Opeens zwieren de saxofoonklanken gruizig en zwierig rond en wordt het geheel steeds indringender. Shiroishi houdt zijn telefoon tegen de beker van zijn instrument en laat hier Chinese teksten galmend in verdwijnen. In de hals van zijn saxofoon zit een stemvervormer waarmee de artiest een verstild koor oproept en begint te freaken. Lekker ook hoor, die zware bastonen die trillend onder het geheel worden gelegd en de industriële kant oproept. En de zaal? Van begin tot eind muisstil. 

19. Asher Gamedze

Eén spotlight op zijn vier bandleden, twee spotlights op Asher Gamedze. En terecht. Als de Zuid-Afrikaan plaatsneemt achter het drumstel is het opletten geblazen. Dat is na de eerste paar seconden al wel duidelijk. Hij geeft vanaf minuut één een indrukwekkende show, omringd door vier jazz-improvisatoren uit Caïro. Neem de saxofonist. Een kale, oude man met een zwarte zonnebril. Hij ziet eruit als een oudere versie van Pitbull. Net zo’n showman is het ook. Bijna steelt hij de spotlight van Asher. Uit zijn schurende instrument lijken soms haast wel dierengeluiden te komen, en om deze geluiden er uit te persen bespeelt hij de saxofoon alsof-ie constant aan het bibberen is. Er worden wat psychedelische gitaartonen en synths toegevoegd, allemaal rondom de grooves van Asher en de getalenteerde basgitarist. Een uur lang is de Pandora-zaal een Zuid-Afrikaans-Egyptisch jazzfeest. Ook dat is Le Guess Who?.

18. Aba Shanti-I

De geluidssysteem-nerds moeten op vrijdagavond bij Kabul à Gogo zijn. Daar dreunen de dakplaten bijna van de loods af door het Krackfree Soundsystem dat hier speciaal voor de Touching Bass-curatie staat. En wat een megasysteem is het zeg: over de hele breedte van de zaal staan de speakers verdeeld en alle donshaartjes op je lijf trillen door het kraakheldere geluid. Het muzikale platform uit Zuid-Londen heeft hun filosofie gebaseerd op het menselijke en spirituele vermogen van muziek om mensen samen te brengen. Een van de artiesten die dit ook echt waarmaakt is Aba Shanti-I, een Londense dubproducer die al sinds de jaren negentig meedraait. De feel-good vibes van zijn trackselectie en zijn MC skills zijn serieus aanstekelijk. Zijn dub en reggae tracks zijn relaxt en energiek tegelijk. Het is een cliché, maar de peace, love en unity volbrengt hij hier wel.

17. Meshell Ndegeocello

Niet alleen gastcurator Arooj Aftab viert haar Grammy-nominatie op Le Guess Who. De door haar uitgenodigde bassiste en zangeres Meshell Ndegeocello is zelfs in dezelfde categorie genomineerd. Ze heeft een indrukwekkende staat van dienst, ze scoorde in de nineties een grote hit met John Mellencamp, speelde met Madonna, Chaka Kahn en The Rolling Stones en eerde in 2016 de zinderende schrijver en activist James Baldwin met een musical. Nu staat ze op de planken met het bijbehorende album, een neosoul-plaat waarop ze poëzie vervlecht met lange meanderende songs. Soms wat zware kost, maar in Trouble’ en ‘Love’ klinkt ze als het wildere familielid van SAULT en Michael Kiwanuka.

16. Scientist

“Ik sta niet op het podium,” roept Scientist, en de hele zaal draait zich om. De Jamaicaanse dub-pionier Hopeton Brown, ook bekend als Scientist, staat waar hij thuishoort: achter de geluidstafel, met een dj en een toaster aan zijn zijde. Veertien jaar na zijn eerste optreden bij Le Guess Who?, midden in de hoogtijdagen van dubstep, is hij terug in Utrecht.

Scientist is geen dj, maar een live-mixer van reggaeklassiekers als 'Police in Helicopters', 'Bam Bam' en 'Welcome to Jamrock'. Het is fascinerend om te zien hoe hij een track tot leven wekt en dan laag voor laag uit elkaar haalt. Vocale echo’s galmen door de zaal; een productie wordt teruggebracht tot bas en ritme met scherp inslaande snaredrums. Misschien krijgt hij niet de hele zaal mee, maar ware liefhebbers weten dat ze hier iets heel bijzonders meemaken.

15. Water Damage

Wie zaterdagnacht de concertzaal verkiest boven de club wordt beloond met iets dat net zo’n transformatieve en escapistische ervaring is. Want als rond twee uur ’s nachts de Texaanse experimentele rockband Water Damage in de EKKO begint met spelen, ontvouwt zich in veertig minuten tijd een optreden waarbij je haast niet anders dan in trance kan raken. Met z’n zevenen speelt de band namelijk hun hele set lang hetzelfde repetitieve stuk. Aangevoerd door een strakke drumpartijen van Thor Harris (o.a. Swans) en Mike Kanin staat er een scala aan strijkers en snaren op het podium dat een gigantische muur van geluid produceert. De hele set lang brengt de galmende, ruizende opeenstapeling van muzikale bewegingen je in een roes, waarbij de muzikanten zelf net zo verloren lijken te raken in hun instrumenten. Haast symbolisch weergegeven door de uiteengereten strijkstok van een van de bandleden is het optreden een geweldige test in uithoudingsvermogen. 

Tucker Zimmerman

Florence Sinclair

14. Oceanic & Greetje Bijma

Als een van de weinige Nederlandse acts in het Le Guess Who? programma vinden Oceanic en Greetje Bijma zondag in de vroege avond een volle en enthousiaste Cloud Nine voor zich. Gezeten in een stoel en in een goudkleurig pak, klikklakt Bijma een regenbui in haar microfoon. Wat een controle heeft zij over haar stem! Oceanic verwerkt elke klank in subtiele technobeats, vanaf een bescheiden tafeltje met hardware. Bij vlagen is de muziek zeer abstract, maar er mag ook gedanst worden. 

De stemkunstenaar uit de jazz-improscene en de School resident-DJ vonden elkaar in de coronatijd, maar hebben elkaar dit najaar opnieuw opgezocht. Dat resulteerde in een nieuwe plaat waarin Oceanic Bijma’s stem als instrument gebruikt. Aan het einde klinkt een oproep tot wereldvrede. In de slotminuten wordt er gejoeld alsof we in een club op piektijd staan.

13. Tucker Zimmerman

In de Pieterskerk, vlak achter de Dom, zit een 83-jarige man wiens leven volledig op de kop is gezet. Zoals je hier al onlangs las, had Tucker Zimmerman al vaker tevergeefs beloftes over tours en oplevingen gehoord, maar toen dook Adrienne Lenker van Big Thief op in zijn leven. En nee, zij is er niet bij vanavond. Maar de focus ligt wel op die erg mooie plaat Dance Of Love die hij met Lenker heeft gemaakt. De in België woonachtige Amerikaan klinkt op het eerste nummer ietwat roestig, maar dan lijkt het of zijn stembanden in het vet zijn gedoopt en zet hij, samen met zijn band, een bijzonder optreden neer. ‘Burial At Sea’ wordt vol gespeeld, de steelguitar huilt mee in ‘Lorelei’. Ja, het is een man op leeftijd. Hij doet aanzetjes van verhalen over de Chinese sage en de cowboy uit zijn jeugd die nummers hebben geïnspireerd. De naam van de bassist is hij even kwijt, maar gelukkig is er een spiekbriefje. Maar de herinnering aan het optreden is een prachtig uitgelichte Pieterskerk waar Zimmerman het verhaal glans bijzet. Met een band die precies de toon heeft gevonden die bij de fragiele folk, rock en blues van de artiest hoort. Wat een prachtige versie van ‘Old Folks Of Farmersville’ komt voorbij. Dank Adrienne Lenker. Dank Tucker Zimmerman.

12. Florence Sinclair

Ja, daar is-ie hoor. De laidback gitaarsample van ‘The Night Has Opened My Eyes’ van The Smiths, maar nu verwerkt in ‘Slow’, een van de vele catchy tracks die Florence Sinclair in EKKO op een rij weet te zetten. De Caribisch-Britse is graag speels en net zo graag compact: hun nummers duren bij voorkeur maximaal twee minuten en dat is prima, zonder dat het teveel hak op de tak voelt. Sinclair zit in de alternatieve UK hiphop en heeft samengewerkt met andere, meer experimentele artiesten als Space Afrika en Iceboy Violet. Tekstueel laat de Londense hun onderzoek naar gender en zichzelf doorschemeren. Sinclair staat op het podium in witte kleding, een sluier op het haar en half voor de ogen, laat geregeld Engelse slang horen en kickt muzikaal geregeld ass. Sinclair gaan net zo goed door grime als langs zachte strijkers. Soms sterven de vocalen weg in de nacht, soms zegt de artiest ’t recht in je gezicht. Een bezwerende show van een artiest die voor volgend jaar al een mooie plek op Primavera te pakken heeft. 

11. Ibelisse Guardia Ferraguti & Frank Rosaly

Bij Ibelisse Guardia Ferragutti en Frank Rosaly komen verschillende werelden samen, met de Braziliaans/Boliviaanse roots van Ferragutti en de Puerto Ricaanse achtergrond van Rosaly. Hun muziek is een zoektocht naar hoe om te gaan met gedeelde en verschillende achtergronden, en zweeft ergens tussen folk, jazz, latin en experimentele muziek. Het bijzondere eraan is dat het nooit echt op één van die stijlen landt, en je zo getuige bent van de creatie van compleet eigenzinnige muziek. Door de Jacobikerk laat het duo – aangevuld door touringband – iele drones en plukkende gitaren klinken, om vervolgens van Zuid-Amerikaansige etherische folk met een elektronisch randje over te gaan in iets wat meer tegen freejazz aanleunt. Daarbij is Ferragutti een expressieve zanger en meeslepende frontvrouw, die af en aan effecten haar stem bizar laat vervormen en met haar handen in de lucht uit volle borst zingt. Een concert dat continu opbouwt, spanningen creëert en ontlading brengt. Tegelijk uitdagend en werkelijk schitterend.

10. Discovery Zone

De show van Discovery Zone begint al om tien over half zes, maar er staan dikke rijen voor de Stadsschouwburg om de in New York en Berlijn residerende JJ Weihl te zien. Voor de meesten tevergeefs, want bijna iedereen die in de Blauwe Zaal zit, blijft zitten. De artieste staat achter een wijd, doorzichtig scherm en nadat een stem de experience heeft aangekondigd worden hier visuals op geprojecteerd die in de eighties verzonnen hadden kunnen zijn. Zwarte velden met fluorgroen bewegende lijnen, sterren, wat subtiele psychedelica. Het is een perfecte match bij de dromerige synthpop van Discovery Zone. Het is zelfs een vreemde eend in de Le Guess Who?-bijt, want de artieste heeft een rij ontzettend mooie liedjes, waarin ook al die jaren tachtig worden aangetikt. JJ Wiehl focust op de hoop, het verdriet en de troost van technologie waarbij Kraftwerk en Laurie Anderson om de hoek kijken. Of iets moderner: de synths die zachtjes ademen à la Air. Tel er de lieflijk vervormde zang bij op en je hebt een bijzonder mijmerlandschap te pakken dat elke seconde betovert.

9. aja monet

Wat een verpletterende indruk maakt de Amerikaanse bluesdichter aja monet al met het openingsconcert zondagmiddag om drie uur. Wanneer ze teder vertelt over haar geliefde (‘you sound of an starving angel when you sleep. Yes, you snore!’), speelt haar jazzband ingetogen: de drummer aait zachtjes zijn snaredrum en geeft lief tikjes tegen zijn hihat, de pianist speelt akkoorden zacht als kasjmier. Maar wanneer ze voordraagt over wapengeweld en Gaza, klinkt ze zo wanhopig en ontredderd dat de tranen meteen in de ogen springen. Want hoe kun je in godsnaam functioneren terwijl je langs de kinderlijken scrollt, stelt ze. Serieus, hoe dan? Zo pakt ze in haar gedichten meer maatschappelijke wanpraktijken aan: de duivel van het kapitalisme bijvoorbeeld, en het racistische systeem van onderdrukking (waaraan ook Nederland zich schuldig heeft gemaakt, ‘ik weet wat er hier is gebeurd!’, zegt ze). Op momenten zeer ongemakkelijk, maar ook goed voor een staande ovatie.

8. Liliane Chlela

Le Guess Who? brengt muzikanten uit de hele wereld samen, vaak uit regio’s waar geleefd wordt op het scherpst van de snede. Liliane Chlela heeft Libanon achter haar naam, maar haar muzikale basis ligt in de Canadese muziekscene. Ze maakt geen traditionele Midden-Oosterse muziek, maar haar achtergrond klinkt door in haar avant-gardistische elektronische stijl. Rechts op het podium staat een Canadese muzikant met oed en elektronica, links een Egyptische violiste die ook fluit en theremin bespeelt. Daarnaast speelt een Utrechts strijkkwartet Libanese melodieën die onder Chlela’s zware beats uit elkaar vallen. De performance, I, The Hybrid And The Antidote, onderzoekt hoe je je cultuur meeneemt in een witte kunstwereld. Assimileren of toch je roots tonen? Chlela kiest voor grensverleggend: soms zwaar, soms prachtig. Ze glimlacht naar haar muzikanten, die speciaal voor dit project samenkomen—een bijzonder begin van de avond.

7. Sex Swing

Verstand komt met de jaren, zo zou je kunnen denken bij het aanschouwen van noiserock-supergroep Sex Swing. Want met het aantal opgetelde jaren aan muzikale ervaring dat de bandleden met zich meebrengen lijkt het alsof de band de code heeft weten te kraken: Sex Swing brengt namelijk een versie van noiserock die rete groovy is, zonder aan iets van intensiteit in te boeten. Al vanaf de eerste noot blazen ze De Helling vol met overdonderend geluid. Hun muziek heeft iets mystieks en mysterieus, al is het maar door hoe zanger Dan Chandler over het podium beweegt. Hypnotiserend voelt hun muziek door hoe repetitief die is, soms tegen krautrock aanleunend. Hoogtepunt is hoe de saxofoon van Colin Webster er iedere keer fantastisch bovenuit schalt tijdens de gigantische geluidsuitbarstingen van de band.

6. Sheherazaad

Is alles wat Arooj Aftab aanraakt mooi? Daar lijkt het wel op. Eerder dit jaar produceerde ze de debuut-EP Qasr van deze Sheherazaad, en nu nodigt ze deze Amerikaans-Indiase artiest uit om onderdeel te zijn van haar curatie op Le Guess Who?. Daar mogen we haar voor bedanken, want wat is dit een prachtige show. Samen met haar timide band exploreert ze in haar muziek verschillende Zuid-Aziatische culturen, die ze mixt met de invloeden van haar Westerse opvoeding. Het resulteert in een soort experimentele folk met cello en kamancheh, gezongen in zowel Urdu als Hindi. Soms zit ze achter de piano op de achtergrond, maar vaker bevindt ze zich op center stage. Op de voorgrond, met de microfoon in haar handen, is ze als een vis in het water. Sheherazaad is een geboren en betoverende performer, die we veel vaker terug zullen zien. 

Al snel krabben wat oude mannen zich achter de oren. Is dit echt dezelfde Kim Gordon als die van Sonic Youth? Jazeker. Luister maar naar die kenmerkende stem. Kijk maar hoe cool ze er op 71-jarige leeftijd nog uitziet. Dat kan toch alleen Kim Gordon? En op zich is die Sonic Youth-achtige noiserock met vlagen nog steeds te horen. Er zijn alleen opgeblazen trapbeats aan toegevoegd, en absurde elektronica, en momenten van autotune. Ook een vrouw van 71 kan naar Playboi Carti luisteren. Misschien is het wel de invloed van haar bandleden, die allemaal vrijwel vijftig jaar jonger lijken (en fantastisch spelen).

Hoe dan ook: Kim Gordon gaat lekker mee met de tijd en weet er ook nog eens haar eigen nostalgische vleugje aan te geven. De droge delivery van haar zang, de random teksten (die ze soms van een lessenaar moet aflezen), het is allemaal nog steeds super Kim Gordon. Niet alles werkt, maar het is wel constant cool en charmant. 

‘This is an orchestra hall, right? Are we allowed to rave in here?,’ vraagt Sho Madjozi aan het publiek in de Grote Zaal. Een logische vraag, want zo’n feestje heeft hier vast zelden plaatsgevonden. Vlak voor deze vraag speelde de Zuid-Afrikaanse alleskunner nog een track met 167 bpm. En zelfs daarop danst het publiek. Moet je nagaan hoe dat gaat als de tracks daadwerkelijk dansbaar worden, zoals de rest van haar set is. Je kan simpelweg niet anders dan bewegen. De energie van Madjozi is zó aanstekelijk: ze danst, zingt, rapt, zelfs haar verhaaltjes tussendoor barsten van de vrolijkheid en energie. Het lijkt onmogelijk om het niet naar je zin te hebben tijdens deze show. Ook het zittende publiek, hoog in de banken, begint te staan en te dansen. Deze energiebom, die ons ook nog trakteert op een nieuwe track met Egyptische invloeden, zou overal een feestje kunnen bouwen. Ook in een zaal met voornamelijk zitplekken, waar Nick Léon net een halfuur ambient met zeegeluiden heeft gespeeld.

Sho Madjozi speelde in het hart van het meest opmerkelijke curatie-project van deze Le Guess Who?: Chromesthesia. De Brits-Egyptische historica (bepaald niet het stoffige type) Hannah Elsisi bracht onder die naam een nonstop-parade van elektronische muziek met ritmes uit de Afrikaanse diaspora.

Wat we ons daarbij voor mogen stellen? Nou, van alles, blijkt. We worden op een fascinerende trip de wereld over gesleept in totaal verschillende vormen van muziek. De eenzame danser bij Sierra Leone's Lamin Fofana bewijst dat je op anonieme knipser-ambient wel degelijk kunt dansen (de producer zelf staat verborgen achter een paneel), terwijl de Venezolaanse raptorhouse-pionier Dj Babatr zijn landgenoot, folkzangeres Betsayda Machado meeneemt in een trance trip van percussie, om vervolgens de Grote Zaal een kwartier lang ondersteboven te draaien als dj. Aan het einde van het kwartier staat de zaal te juichen alsof hij de Copa America binnen gesleept heeft.

De Amerikaanse dj Nick Leon weet doorgaans ook hoe dat moet, maar zijn Latijns-Amerikaanse grooves (ook díe zijn te herleiden tot Afrika) zijn juist introvert. Het Frans-Ghanese slangenmens Pö trekt de goedlachse feelgood vibe van Sho Madjozi omver met duistere pop à la FKA Twigs. Zo zit er totaal geen logica in het Chromesthesia-programma, maar dat is precies de charme. Door de hoge opeenvolging van acts (korte sets, geen ombouw) is het verleidelijk om de hele avond in de grote zaal te blijven hangen, terwijl het programma in de vijftien andere zalen voortdendert.

Je moet heel hard je best doen om de leden van DARKSIDE daadwerkelijk te zien tijdens hun terugkeer naar de Europese podia. Van licht is weinig sprake in een bomvolle Ronda, van rook heel veel. Nu draait het natuurlijk om de muziek. Die psychedelische gitaartonen van multi-instrumentalist Dave Harrington, bijvoorbeeld, of de nieuwe percussie van Tlacael Esparza. Ja, DARKSIDE is ondertussen een drietal. En dat drietal speelt in 80 minuten zes liedjes, met uitgerekte intro’s en outro’s, die de climax continu extra indrukwekkend maken. Dat kan vooral op de conto geschreven worden van de Chileense elektronicatovenaar Nicolas Jaar, in zijn lange zwarte jas. Alsof-ie bezeten is schreeuwt hij in zijn microfoon. Hij draaft over het podium, compleet verzonken in de show. Duidelijk aangeslagen door de situatie in Gaza: het is alsof het een ander beest in hem losmaakt. ‘No matter how bad it gets outside, inside there’s always room for love’, drukt hij ons op het hart, om er vervolgens uit te knallen met een 10-minuut lange versie van ‘Paper Trails’. Die liefde voelen we. Kippenvel.

Pas wanneer de schoenen van Mabe Fratti uit zijn, kan het feest beginnen. En, zeker voor iemand op sokken, begint ze haar show knallend. De bombastische drums en bas overstijgen haar cello en het gitaarspel van Hector Tosta op de rocktune ‘Kravitz’. Dit is niet alleen de opener van haar show, maar ook van haar album dat dit jaar verscheen: Sentir Que No Sabes. Het album van deze Guatemalaanse artiest bestaat uit avant-garde-jazz-cello-popmuziek, dat vaker mooi en rustig dan luid en bombastisch is. ‘Kravitz’ was dan ook een uitschieter. Samen met het Londense vocaal ensemble Shards, die haar fragiele stem ondersteunen, geeft de Le Guess Who?-curator een prachtig gevoelige show. ‘Het is een emotioneel weekend voor mij, omdat zoveel van mijn vrienden hier spelen’, vertelt ze. Dat het een emotioneel weekend is, zal niemand haar dit uur ontzeggen. Aan het einde staan de tranen in onze ogen. Wat een schitterende show. (Een dag eerder is ook haar wat lossere, meer jazzy zijproject Titanic heel mooi.)

Arooj Aftab schrikt zich een hoedje, zo beleefd is het Europese publiek. De Grote Zaal hangt op zondagavond zelfs zo respectvol aan haar lippen, dat de stilte haast tastbaar wordt. Dus wat doet de Pakistaans-Amerikaanse gastcurator? Die trakteert op whiskey, neemt zelf nog een flinke slok rode wijn en begint vrolijk grapjes rond te strooien. ‘Niet mediteren op mijn muziek, dat is racistisch!’, grinnikt ze.

Want Aftab zingt weliswaar in het Urdu en er gaat een grote kalmte uit vanuit haar composities (waarmee ze weer voor een Grammy is genomineerd, hoorde ze twee dagen geleden!), maar vergis je niet: die betoverende liedjes gaan allemaal over ‘the absolute failure of love’. Zo vormt haar gekeuvel een grappig contrast met haar intrigerende jazzfolk. Live speelt haar band nog vrijer, juist binnen coupletten van twee simpele akkoorden weten ze alle ruimte te vinden voor improvisatie. De violist pakt de spotlight met een weergaloos mooie solo in ‘Baghon Main’, de gitarist rent razendsnel toonladders op en af, en Arooj? Die pakt nog een bekertje whiskey.