De Vlaamse danceproducer Bolis Pupul vormt een powerduo met zangeres Charlotte Adigery, maar er schuilt ook een verhaal in hem dat hij alleen moet vertellen. Het verhaal van zijn moeder, die 17 jaar geleden plotseling overleed, vindt zijn weg in de levenslustige plaat Letter To Yu, die vandaag verschijnt.

‘Ik ben een keer door mijn moeder op het matje geroepen. We waren met de band Hong Kong Dong bij De Wereld Draait Door, ik en mijn zusje. Het interview ging over de HUMO Rock Rally, waar we aan mee deden. En over onze vader. Na afloop zei mijn moeder: ik vind het wel vervelend dat je mij niet eens noemde, ik heb jullie ook opgevoed!’ Ze had gelijk natuurlijk, de moeder van Boris Zeebroek, de Vlaamse danceproducer die je kent als Bolis Pupul van Charlotte Adigéry, het gelauwerde duo dat de laatste jaren overal indruk maakte met slimme elektronische popliedjes, van Best Kept Secret tot Lowlands tot Le Guess Who? Die interesse in zijn vader is niet zo heel gek, want dat is de befaamde cartoonist en absurdist Kamagurka. Zo’n connectie, daar ruim je als krant een spread voor in. Maar een beetje nieuwsgierigheid naar de Chinese achtergrond van een band die zich Hong Kong Dong noemt kan nu ook weer geen kwaad. Bij zijn nieuwe soloplaat Letter To Yu kan niemand er omheen. Die Yu is immers zijn moeder, voluit Yu Wei Wun, en het album luistert inderdaad als een intieme brief.

Sterker nog: het startpunt was daadwerkelijk een brief, een handgeschreven brief. Boris schreef hem na een bezoek aan de geboortestraat van zijn moeder, in Hong Kong. Daar stond hij dan, bloedheet en jetlagged, in een straat vol auto’s en een gigantisch flatgebouw. Zijn moeder woonde er als kind. Ze hadden het niet breed en haar vader werkte op een schip. Op een zeker moment belandde hij in de haven van Antwerpen, waar iemand hem een job aanbood in een restaurant. ‘Mijn opa heeft mijn oma een brief geschreven’, zegt Boris. ‘Jij komt af, laat de kinderen in eerste instantie bij je moeder. Ze zijn uiteindelijk samen het eerste Chinese restaurant in Aalst begonnen. Ze vielen daar wel op, de familie Yu van restaurant Shanghai. Mijn moeder bleef zeven jaar zonder hen in Hong Kong.’

Alledaags noodlot

Het werd een hobbelig parcours om de relatie met haar ouders weer op de rails te krijgen, eenmaal in België. Zeg maar gerust dat het altijd een moeizame relatie bleef. Terwijl zijn grootouders gefocust bleven op overleven en geld verdienen (daarvoor waren ze immers naar de andere kant van de wereld gereisd!), wilde zij meer. ‘Thuis was het devies: eerst helpen in het restaurant, dan pas huiswerk maken. Later heeft ze zich daar heel erg tegen afgezet, als een soort anarchist. Als zij iets vond, liet ze het weten ook. Ze stond in nauw contact met haar eigen stem, maar ze is ook lange tijd zoekende geweest. Ze was geïnteresseerd in Vietnamees boeddhisme en mindfulness, lang voordat het hip werd. Ik hoorde het ook op een tape die ik vond uit 1995, van een bezoek aan een astrologe. De opname eindigde met een vraag van haar: “En hoe kun jij dit allemaal weten?”’

Een stukje van de tape is verwerkt tot het laatste nummer van Letter to Yu, en je kunt pas bevatten wat die opname voor Bolis Pupul betekent als je weet wat er in 2008 met zijn moeder gebeurde. ‘Het was op een gevaarlijk kruispunt in Gent, vlakbij station Dampoort, een draak van een verkeerssituatie, nog steeds. Ze reed naar huis, de weg die ze altijd aflegde. Op het fietspad werd ze aangereden door een bromfiets, waardoor haar voorwiel onderuit gehaald werd. Het was zo’n ongeluk, als je het honderd keer herhaalt sta je negenennegentig keer zo weer recht. Maar je kan ook slecht vallen, en dat gebeurde haar. In eerste instantie leek er niet zoveel aan de hand, het was niet zichtbaar. Toen de ernst doordrong was het te laat.’

Eén noodlottig moment bij een alledaagse handeling, en het was voorbij. Uit het leven gerukt. Boris koestert het feit dat hij goed met zijn moeder was. Dat was niet altijd zo, tijdens zijn puberteit. ‘Als kind was ik zot van haar, en zij van mij. Maar toen ik puber werd verlangde ik er vaak naar eens ‘normaal’ te zijn. Een keer niet naar een alternatieve school, geen zuurdesembrood maar gewoon witbrood. Ik liet in die fase van mijn leven heel weinig in mijn ziel kijken, maar in de laatste jaren voor ze stierf zaten we in een goede periode. Ik was 18, 19, 20, begon mijn weg te vinden. We konden goed praten.’

DEEWEE

Tien jaar na de dood van Yu Wei Wun begon Bolis Pupul zijn gevoelens te verwerken in muziek. Dat is toch ook alweer zes jaar geleden, maar er kwam een lockdown tussendoor en een succesvolle release met Charlotte Adigéry (Topical Dancer), waardoor Bolis voortdurend bezig was. Charlotte en Bolis ontmoetten elkaar via de DeWaele Brothers aka Soulwax. Zij zijn de godfathers van de Vlaamse alternatieve dance, maar Stephen DeWaele is ook een huisvriend van de familie Zeebroek omdat hij ooit samen met vader Kamagurka een absurdistische tv-show maakte. ‘Ik vertelde Steph en Dave over de brief die ik had geschreven in Hong Kong, zo’n beetje terloops. Ze vroegen: mogen we die eens lezen? Kunnen we daar niet iets mee doen?’

Die brief is wat je hoort in de openingstrack van het album. Je kunt Letter to Yu beluisteren als een vrolijke danceplaat, maar met het verhaal van zijn moeder erbij landt dat Chinese kinderkoor in ‘Goodnight Mr Yi’ toch net iets anders, begrijp je de titel ‘Completely Half’ als de zoektocht naar die bi-culturele identiteit en dringt die vervormde stem in het titelnummer ineens tot je door. Wat je hoort is die brief, vertaald in het Engels en flink naar beneden gepitcht, omdat Bolis niet naar zichzelf kon luisteren zonder dat het een klein beetje gemanipuleerd was. ‘In het Engels klinkt het toch iets universeler, en inderdaad toch iets afstandelijker dan wanneer ik het in mijn moedertaal zou zeggen. Of ik moet zeggen: mijn vadertaal.’