Met brakke benen op de zondagochtend zagen we deze derde DTRH-dag een boel moois: een gigantische buzzband die het publiek meekrijgt, een headliner die tegen alle lampen schopt en een Britse zangeres die ondanks de griep zeer overtuigt. Maar ons favoriete optreden van dit natte weekend is van twee rappers uit IJsland die het kortste, maar misschien wel beste Nederlandse hip hop optreden sinds 2006 gaven!

9. The Beaches

Ze leken vorig jaar vanuit het niets het sterrendom in gekatapulteerd te worden met hun virale hit Blame Brett, maar wist je dat het Canadese The Beaches al ruim een decennium stevig aan de weg timmert aan de andere kant van de Atlantische Oceaan? Die ervaring is ze direct aan te zien. Ze hebben genoeg sterke indierock-tunes om hun uur te vullen en bestieren het grote podium met speels gemak. 

Aan de slipjes die op het podium worden gegooid valt te zien dat de vier chicks met hun identieke strakke witte naveltruitjes zonder beha een lesbische droom zijn, maar ook de rest van het publiek kan niet om ze heen. Op momenten dat zangeres Jordan Miller de basgitaar weglegt en danst over het podium is de band het meest begeesterd, zoals in het springerige Kismet, maar de gehele set zingt Miller met indrukwekkend volume en haalt ze haar uithalen met speels gemak.

En dan moet de ijzersterke finale met ‘Desdemona’, ‘Grow Up Tomorrow’ en natuurlijk ‘Blame Brett’ nog komen. De lesbische revolutie is in piekmodus en met kopstukken als The Beaches kan die piek niet hoog genoeg schieten.

8. sor + sorkest

Sor komt op met de microfoon in zijn ene hand, in de ander een lolly waarmee hij zwaait als ware het zijn dirigeerstok. Niet dat hij zelf ook de dirigent is van zijn Sorkest. Hij neemt zelfs een relatief bescheiden positie in, is dankbaar en wijst er geregeld op hoe geweldig hij zijn muzikanten vindt.

Niet dat zijn raps de voorgrond vermijden, maar het is over de gehele set genomen met name de pianiste die de spotlight krijgt. Daardoor is de impact des te groter wanneer de strijkers vol uitpakken, zoals in het intro van 'Karma', of de blazers in 'Seaside'.

Met brakke benen op de zondagochtend staat de grote Teddy Widder tent toch behoorlijk vol. Daar lijkt de Maestro zelf ook verbaasd over. Hij is nog niet helemaal wakker, merkt hij op. Daar is weinig van te merken. Zijn vibe is mellow, maar gefocust. Toch voelt het jammer dat hij zich met deze grote set-up qua soundchecktijd vrijwel definitief in de hoek van dagopener heeft geschilderd. Een spot later op de avond zou het Sorkest ook een keer gegund zijn.

7. Jessie Ware

Jessie Ware heeft het hoofdpodium voor de gelegenheid omgetoverd tot de intieme club The Pearl. Waar ze vorig jaar op Lowlands nog wel probeerde wat van haar ingetogener oude werk te laten horen, bestaat de volledige set nu uit tracks van haar laatste twee disco-albums. De enige uitstapjes die ze daarvandaan maakt zijn een Disclosure remix van oude hit ‘Running’, een cover ('Believe' van Cher) en de vorige week verschenen nieuwe single met Romy.

Het zorgt voor een zeer coherent en dansbaar geheel, waarbij zelfs de regen geen roet in het eten kan gooien. Of zoals Jessie het brengt: "Er is niets wat zo goed helpt tegen regen als heel hard dansen!" Daar wordt gelukkig gretig gehoor aan gegeven., aangewakkerd door twee waanzinnige dansers op het podium. Het helpt ook dat ze een dijk van een zangstem heeft die tot achteraan het verregende veld indruk maakt. Jessie Ware leeft haar ultieme divadroom, maar kan niet verhullen stiekem een super normaal en sympathiek persoon te zijn. De gunfactor is gewoonweg groter dan de regendruppels.

6. The Last Dinner Party

The Last Dinner Party is niet bang voor bombast. Neem een liedje als ‘Sinner’: frontvrouw Abigail Morris, een spring-in-het-veld met gigantische grijns op d’r gezicht en een natuurlijk charisma, fladdert over het podium, wapperend met haar armen en zingend alsof ze de euforische climax van een musicalsong aan het zingen is. En dan is er nog de gitariste, met zwarte engelenvleugels scheurend over een extravagant hoekige gitaar, de toetseniste met een keytar. Alles is kitsch aan deze band, en dat is precies wat The Last Dinner Party zo vet maakt.

Bombast dus, bij deze gigantische buzzband en BBC Sound-talent. Dat ze zich het afgelopen jaar een slag in de rondte hebben getourd, en hun barokke glamrock- en indiesongs op een miljoentriljoen festivals hebben gespeeld, zie je aan de scherpte waarmee ze spelen. Dat merk je al vanaf setopener ‘Burn Alive’, met spooky horrorsynths en waanzinnig catchy refrein..

Geweldig om te zien dat deze band ook echt resoneert bij jonge vrouwen, die iedere songtekst, iedere zin in de vezels van hun lijf voelen. Zoals bij zelfontdekkings-anthem ‘Feminine Urge’, over hoe jonge vrouwen zelfwaarde ontlenen aan het vermaken van mannen (en fuck dat!), ‘Beautiful Boy’ over de zorgeloze levens van jongens met pretty privilege (boeeee!), en natuurlijk ‘Nothing Matters’, over jezelf als vrouw verliezen in een schaamteloos moment van pure lust. ‘AND I WILL FUCK YOU LIKE NOTHING MATTERS’. Met zo’n ultieme festivalmeezinger kan deze show niet stuk.

5. Villagers

Iedere Down The Rabbit Hole bezoeker van boven de 40 lijkt zich, samen met wat jongere ouderen, te hebben verzameld voor singer-songwriter Conor O'Brien aka Villagers. En die bewijzen dat wijsheid in sommige gevallen met de jaren komt. De duistere folkliedjes zijn uitstekend geschikt voor de luie zondagmiddag, maar met stevige vierkoppige achtergrondband schudden ze het publiek evengoed wakker. 

Neem Pieces, van het inmiddels 14 jaar oude debuutalbum, dat vroeg in de show wordt ingezet. Conor O'Brien staat letterlijk te trappelen op zijn spillebeentjes om hem te spelen en aan alles merk je dat het nummer nog steeds uit de tenen komt. Of Nothing Arrived, dat in deze meer bombastische uitvoering de tent haast omver blaast. 

Alsof de duvel ermee speelt valt het geluid in de tent precies uit bij de zin "Can You Hear Me Now?" uit ‘That Day’. Die geluidsproblemen werken nog door in doorbraaknummer 'Becoming A Jackal'. Gelukkig zijn ze op tijd verholpen voor het intense elektronische slotstuk van 'The Waves' en 'A Trick Of The Light'. Daarmee is het een snel vergeten smetje op een fantastische set.

4. The National

Wauw, in wat voor stemming zit Matt Berninger vandaag nou weer?! The National heeft nog geen noot gespeeld en hij staat het publiek al op te fokken. In openingssong ‘Don’t Swallow The Cap’ jent hij de Dessner gitaarbroertjes, legt zijn hoofd in hun nek, terwijl zij geconcentreerd hun werk proberen te doen. We zijn pas vijf minuten bezig, en Berninger duikt zo de barrier op, schopt tegen lampen, stort zich met z'n volle gewicht op de tientallen handen die hem maar al te graag willen aanraken, en drukt zijn voorhoofd op dat van een baardige jongen met petje vooraan. Ongemakkelijk lacht die wanneer Berninger ook zijn hand in de nek legt, hem lief én awkward begint te strelen.

Lees hier de volledige recensie >>>

3. Ty Segall

Ty Segall heeft twee grote liefdes: razende muziek maken en rrrrazendsnel platen uitbrengen. Onlangs riep de gitaarheld in een interview dat hij beide passies wat wil temperen. Dit leidde tot tot een complex prog-folk-bouwwerk aan geluid, de plaat Three Bells, die begin dit jaar uitkwam. Hij nam er de tijd voor– maar liefst twee jaar (da’s een eeuwigheid in Segall-jaren!). 

Hij trapt zijn set af met twee sinistere prog-folk-epossen van zijn nieuwste plaat, ‘The Bell’ en ‘Void.’ Het tweede nummer duikt meteen in de climax van het eerste, zonder tijd om op adem te komen. Niets is voorspelbaar – het is een flipperkast van plotselinge tempoverschuivingen en onverwachte wendingen… op de allerbeste manier denkbaar.

Nee, Ty houdt zich bepaald niet in vandaag. Hij speelt snerpend gitaarwerk, waar zijn vingers bijna van in de fik staan, met af en toe een momentje van melodische bezinning. Dan klinkt het oude ‘Girlfriend’ en duiken de moshers eindelijk headfirst de pit in. De mega-cirkelpit aan het einde is precies het slot dat-ie verdient.

2. Olivia Dean

Twee jaar geleden stond ze hier ook, toen nog als opener in de Fuzzy Lop. Inmiddels is de vele male grotere Teddy Widder op prime time te klein voor de Britse Olivia Dean. Haar soulvolle poptunes zijn hier zo populair dat ook buiten de tent in de regen luidkeels meegezongen wordt. 

Of ze nu achter de piano zit, gitaar speelt of simpelweg haar geweldige stembanden opengooit: het lijkt haar allemaal kinderlijk eenvoudig af te gaan. En dat terwijl ze zegt niet fit te zijn. Daar is werkelijk niets van te merken. Haar stem is zowel luid als zalvend en haar vierkoppige band speelt virtuoos maar dienend. Enige smetje zijn de blazers uit een kastje: die hadden we er nog wel graag bij gehad. 

Of het nu een meer rockende tune als het onlangs verschenen 'Time' is of een liefdevolle ode aan haar grootmoeder genaamd 'Carmen', elke noot komt aan. En uiteraard gaan ook de hits als 'Dive' en 'Reason To Stay' erin als koek. Als dit al haar niveau is met een griepje, dan speelt ze die main stage over twee jaar ook wel plat. En dan is er ongetwijfeld wat budget voor blazers vrij te maken.

1. IJsland

Het slechtst bewaarde geheim van Down The Rabbit Hole? Dat is de verrassingsset van IJsland aka het project van Abel & Sef dat twee weken geleden verscheen. En dus dragen wij onze enge planga to stay hidden van het redelijke midden dat even verderop staat te genieten van de enige act met een bandnaam nationaler dan IJsland. 

Nog voor de eerste line gerapt wordt, is duidelijk dat dit voor de twee geen bonussetje is wat er ‘even bij gedaan’ wordt. Visueel minimalistisch zonder simpel te zijn, bassen diep als een schoonspringbad en gerapt alsof alles op het spel staat. Dj en producer van het album Faisal Chatar in het midden, aan weerszijden van hem de twee rappers op verhogingen, daarachter een gigantisch ledscherm op standje 11 en dan het album integraal. 25 minuten schoon aan de haak. 

Drie nummers lang staat iedereen met open mond te beseffen dat deze show vele malen beter gaat worden dan wie dan ook had durven dromen, maar als dan ‘2 SCHORPIOENEN’ langskomt slaat de vlam in de tent. 56 seconden is uiteraard niet genoeg, dus gooi hem nog maar een keer, Faisal. “Is dit de beste Nederlandse hiphopshow ooit?” vraagt iemand. Wat doet het er toe, deze twee vullen elkaar in ieder geval aan als Rico en Sticks in 2006 en de beats zijn al net zo iconisch als die van Delic. Ja, natuurlijk waren ‘Komt Goed’ en ‘De Machine’ er al, lijken de twee in de toegift nog even te willen tonen, maar dit voelt als een geboorte. Muzikale grenzen worden uitgevlakt. Motherfucker, dit is IJsland!

Ook gezien

The Southern River Band
Is dat Eddie van Halen op het podium? Nee, veeg het festivalstof uit je ogen… Het is The Southern River Band! Dit rock ’n’ roll hairmetal viertal uit West-Australië, zwaar leunend op AC/DC en Status Quo, maakt hun reputatie als live-sensatie Down Under meer dan waar. De zanger zwiept zijn wilde manen, slaat een fles rode wijn achterover en vertelt verhalen over vrienden die crystal meth verkopen. In het publiek gaan constant rockhandjes de lucht in en crowdsurfers stromen langs. De hijgende frontman roept uit: ‘It’s like I ran a fucking marathon, give me two seconds!’

The Vaccines
The Vaccines: voor sommigen dé soundtrack van hun Tumblr/Alex Turner-tijdperk, voor anderen slechts een naam in de eindeloze stroom indie-party-playlists. In elk geval leuk opvulmateriaal voor de Hotot op de zondagmiddag: moeiteloos verteerbaar, en doordrenkt met ervaring. Het hoogtepunt? Helemaal achterin, achter de geluidstent, ontstaat een feestend clubje dat nummers lang rondrent. Met nostalgische indie-anthems als ‘Post Break-Up Sex’ en ‘If You Wanna’ zijn The Vaccines een prima festivalkeuze.

Jain
Met een hoop luchtige interactie en een arsenaal aan bespeelde instrumenten weet Jain haar uur meer dan boeiend te houden. De setlist bestrijkt een stuk meer dan giga TikTok-hit ‘Makeba’, die eigenlijk vloekt met de rest van haar optreden. En dat Franse accentje waar ze zichzelf ook nog voor verontschuldigt is juist cute en karakteristiek.

Amaarae
Amaarae heeft de afgelopen jaren twee fantastische albums uitgebracht, maar hier is een groot deel van het publiek eerder de tent in gekomen om de regen te ontwijken dan om die live te horen. Ze houdt zich goed staande met haar brede muzikale palet tussen pop, afro, rock en r&b, maar het is uiteindelijk de dance battle tussen drie meiden uit het publiek in Co-Star die op het meeste enthousiasme kan rekenen. Amaarae verdient een meer dedicated publiek.

Khruangbin
De funky wachtkamermuziek van Khruangbin, het vertrouwde trio uit Houston, Texas, werkt als een balsem voor de ziel: loom en heerlijk mellow. Het publiek van de Hotot wordt vandaag getrakteerd op visuals van hun nieuwste album A LA SALA – zuilen tegen een lucht die soms avondrood kleurt en dan weer hemelsblauw met donzige wolkjes. Heel dromerig, misschien iets té dromerig voor festivaldag drie, want de oogjes vallen bijna dicht.

Sammy Rae & Friends
Sammy Rae en haar friends openen het hoofdpodium op zondag. Die ‘friends’ vormen samen een supermuzikale band die fijn schippert tussen jazz, funk en rock. Sammy zelf daarentegen vindt het iets te leuk om op het podium te staan. En na al die dankbetuigingen en publieksinteracties hoop je toch steeds dat ze gewoon een liedje gaat zingen, want dat beheerst ze prima. Die Toto-cover mag de volgende keer overzee blijven.