Tweemaal speelt Joost Klein deze week in AFAS Live, en de eerste avond zien we hoe hij zijn gabberpop met dikke grijns vertolkt, maar ook dwars door zijn trauma’s heen gaat. En hoe 6000 mensen niets liever willen dan hem omhelzen en steunen.

Joost Klein (25) valt stil. Glimlacht. Begint te hakkelen. ‘Dit is een core memory.’ Stilte. ‘Ik ben heel dankbaar.’ Hij heeft net ‘Droom Groot’ gespeeld, met in de studioversie een hooligankoor dat door 30.000 kelen in de Alpha op Lowlands is opgenomen, en nu door nog eens 6000 kelen keihard wordt meegebruld. Honderden jonge jongens en meiden hebben de dresscode ter harte genomen: wit overhemd, simpele stropdas. Het Joost-uniform. ‘Droom Groot’ is Joost in de dop: euforische gabberpop en eurohouse over de bodemloze put waar-ie in zat, eenzaamheid, de mensen die hij verloor en de grote dromen die hij koesterde.

Die grote dromen komen bij Joost langzamerhand allemaal uit. Sinds 2018 gaat-ie telkens weer een stapje groter. Eerst de X-Ray, daarna de Heineken-tent, en dit jaar voelde zelfs de Alpha te klein voor Joost. Hij deed mee met de Slimste Mens van België, scoorde im Deutschland ein echter Hit mit ‘Friesenjung’, die wel een maand lang op de eerste plek van de Duitse hitlijst stond (en inmiddels 90 miljoen streams heeft gepakt op Spotify). 3FM is nu op de bres gesprongen om hem voor Nederland naar het Songfestival te krijgen, en oh ja, hij heeft een eigen kledinglijn bij Bristol (!) gelanceerd.

En nu dus tweemaal AFAS Live, waar hij zijn welhaast absurdistische liefde voor popcultuur viert. Voorprogramma gladde paling draait de tent warm met koortsdroom-tienerdisco-remixes (Backstreet Boys in de allerlompste edit die je ooit hebt gehoord?!) en Donny Ronny f.k.a. Stefano Keizers geeft in regenboogkleurig glitterpak een karaoke-show (met ‘We Are The Champions’, maar dan wel de Crazy Frog-versie?!). In de wereld van Joost is er geen verschil tussen hoge en lage cultuur, geen verschil tussen new wave, nederpop, gabber en happy hardcore, en zijn songs zit ook slechts zelden maar één emotie verscholen, het zijn veelkleurige stuiterballen, rollercoasterritjes van gevoelens en herinneringen.

Joost in AFAS Live

Dus doet hij al vroeg in de show een blokje van ‘Wachtmuziek’ (over de lange wachttijden in de GGZ, met een omhoog gepitcht smurfenhousestemmetje), new wave-krakers ‘PTSD’ en ‘Papa en Mama’ en het rockende ‘Antwoord’ (met z’n totaal geflipte gladde paling-outro), terwijl hij heen en weer racet van het verhoogde podiumpje in het midden, naar de randen van de grote stage. Hij speelt een nieuw liedje over hypochondrie, er is een lekker melig Duits blokje waarvoor Ski Aigu zelfs komt opdagen, vrienden Stuntkabouter en Appie Mussa komen natuurlijk lol trappen en wanneer zijn muziek niet meer hard genoeg is, dan heeft-ie gewoon sped up versies van ‘Fryslân Bop’, ‘Friesenjung’ en ‘Wachtmuziek’. Hij speelt zelfs tracks die hij lang links liet liggen (‘Zelfgemaakt’ en ’Scandinavian Boy’).

Maar na al dat muzikale geweld, is het uiteindelijk het introverte ‘gedichtje’ ‘Florida 2009’ dat echt als een totale mokerslag binnenkomt, een liedje over de crematie van zijn pa en zijn ook veel te vroeg overleden moeder. ‘Ik heb stiekem al een paar keer gehuild vandaag’, snikt hij. ‘Heb iedereen om je heen dierbaar, want je weet nooit wanneer het voorbij is. Dit liedje wil ik doen voor de twee personen die ik ZO GRAAG hier had willen hebben. Om te laten zien wat we met z’n allen hebben bereikt.’ Verstopt onder een Friesche vlag en luid snikkend zingt hij het, waarna de volle zaal zijn naam scandeert en duizenden fans hun handen tot hartjes plooien. Wat een bitterzoet moment: de eenzaamheid dat hij zijn ouders moet missen, het trauma waar hij elke dag, elke show en elk liedje doorheen moet werken, maar ook de troost dat er nu 6000 mensen dat verdriet met hem willen delen, en hun armen om hem heen willen slaan.