Ze waren een van die kleine acts op Down The Rabbit Hole waar iedereen het over had: Lander & Adriaan, twee geschoolde muzikanten uit België die even doordacht als intuïtief een samensmelting tussen jazz en rave maken. Komend weekend komen ze dat nog eens doen op Into The Great Wide Open.

Lander en Adriaan, dat klinkt als een olijk duo, nietwaar? Als die clown en die acrobaat, als Peppie & Kokkie, als Buurman & Buurman. Kies je favoriet maar en voeg eraan toe: … van de Belgische popmuziek. Zo eenvoudig is het om muziekjournalist te zijn. Onafscheidelijk zijn ze nu, of eigenlijk sinds de lockdown, in 2020. Maar Lander Gyselinck en Adriaan van de Velde kennen elkaar al veel langer. Gyselinck, de laatste jaren vooral bekend als drummer van STUFF., weet het nog. Het was bij een show van Rustie en Hudson Mohawke op het Domino Festival in Brussel. ‘Ik was een jaar of achttien, en die jongens waren ook heel jong. Hudmo was superdik en supercute. Er was die avond geen kat, niemand kende ze. Iedereen die daar die avond stond was muzikant. Dries uit STUFF. bijvoorbeeld was er ook.’ Gyselinck werd in de jaren die volgden een gevierd muzikant, naast STUFF. onder meer met Zwangere Guy en het duo BeraadGeslagen. Van de Velde speelde onder meer bij J. Bernardt en Mauro Pawlowski.

Zou Lander Gyselinck geweten hebben dat die avond een blauwdruk zou zijn voor zijn zomer van 2023? Hij speelt deze festivalperiode 17 shows met zijn duopartner Adriaan van de Velde, en hun muziek is een clash van jazz en elektronische dansmuziek. Dat begon vanuit een nogal opvallend beginpunt: Lander Gyselinck was bezig met een doctoraat voor zijn studie, en zijn studie-onderwerp was precies dat: hoe jazz en elektronische muziek samen kunnen gaan. ‘Het was een doctoraat in de Kunsten, waar ik jaren aan gewerkt heb. En ik had daarvoor output nodig. Daaruit komt het soloproject Hithats In Trees voort, maar ook de eerste plaat van Lander & Adriaan. Ik wilde mijn eigen bevindingen onderzoeken in die kruisbestuiving tussen instrumentalistische manier van muziek maken vs clubmuziek. Ik ben begonnen als jazz-drummerke, maar zojuist heb ik een album afgewerkt dat volledig elektronisch is, laptop, synths, geen opnames van drums.’

Skutskutrali

Het is een raar ding, die debuutplaat van Lander & Adriaan uit 2022. De tracks hebben maffe titels als ‘Biskolom Aloofkis’, ‘Sifkol’ en ‘Skutskutrali’, maar het bekendste nummer bekent kleur: ‘Dansshow’. Het album is speels en dansbaar, maar ook eigenwijs en koppig, met allemaal ritmes die je uit de dansflow halen. Dat kennen we uit de stuurse producties van die twee Schotten van tien jaar terug, Rustie en Hudson Mohawke, maar we horen het ook op leftfield dansvloeren van nu, zoals op Dekmantel Festival. ‘Ik dacht dat ik die elektronische muziek wel even zou bestuderen’, vertelt Gyselinck, ‘Een beetje zelfingenomen. Maar ik stuitte op een wereld die niet stopt, altijd vooruit gaat en enorm veel vaardigheid vraagt. De opbouw van spanningsbogen bijvoorbeeld is super complex. Ik ga niet zeggen dat er hoogmoed aan te pas gekomen is, want ik heb altijd respect gehad, maar ik heb wel onderschat wat erbij komt kijken om het echt te begrijpen. Dat doet me denken aan een quote van jazz-saxofonist Wayne Shorter, die tot op hoge leeftijd elke ochtend om zes uur opstond om te studeren. Hij zei: hoe ouder ik word, hoe meer ik besef wat ik nog niet kan of niet begrijp.’

De twee eigenwijze muzikanten Lander & Adriaan vinden zichzelf nu regelmatig terug tussen een massa dansende mensen. Ze staan met hun apparatuur (die bewust zo min mogelijk analoog is!) tussen het publiek, wat voor de energie fantastisch werkt. Toch zijn ze nog steeds een beetje te eigenwijs voor het echte dance publiek. ‘Zeker als we laat geprogrammeerd staan zien mensen ons als een of andere weirde dj-act, maar het is echt een totaal andere live-ervaring. Wij zijn allebei best wispelturig in ons spelen, af en toe is het start-stop, anders dan de lange spanningsbogen die dj’s bouwen. Ik vind dat wel een beetje - nou ja ik wilde zeggen onze zwakke plek, maar dat is het niet. We kunnen het wel, we hebben laatst voor een modeshow van Dries van Noten iets gemaakt dat twintig minuten voort bouwt, waarin we onze energie sparen. Zo’n modeshow vond ik wel een leuke gelegenheid om ons eens in het gelid te steken.’

Dus ja, het kan ook anders, het kan dieper, geduldiger of meer gefocust, maar de kracht van Lander & Adriaan ligt juist ook in het onstuimige. En op zijn best zijn Lander & Adriaan toch als ze met hun muziek smijten. ‘Onze meest euforische track is er een die nog niet uit is, we noemen hem ‘Saurus’, een soort jungle-track met twee samples die als we naar de strofe gaan verandert in een house-achtig ding. Een mash-up aan referenties, maar dat werkt wel goed! Mensen kennen het nog niet, maar kennelijk heeft die productie alles wat nodig is.’

Lander & Adriaan spelen na Ino The Great Wide Open ook op ADE in het Bimhuis.