Wat een ongeluk had de organisatie van Draaimolen. Prachtig programma neergezet, maar de verkoop van de vrijdag-tickets viel bij voorbaat al flink tegen. Toen werd het hele land ook nog lamgelegd door de NS, en beloofde de ene na de andere weerapp de akeligste regenbuien. Wie vrijdag op het Tilburgse dancefestival rondloopt, is het allemaal snel vergeten. Want wat een liefde zit er in dat terrein en wat een geweldige, avontuurlijke dj- en livesets zijn er te horen.

Wow. Zie je dat? Hoe de doorschijnende, meterslange, lichtroze lakens worden gegrepen door de wind en zachtjes heen en weer wapperen? Ze hangen hoog in de bomen, en naarmate de avond valt veranderen ze in een glinsterende groep spoken, een lichtdesign zoals je dat nog nooit hebt gezien op een dancefestival. Het is werkelijk magnifiek. Daartussen staat een minuscuul podiumpje gebouwd, maar eerlijk, het voelt alsof we hier met zijn honderden op de allersickste illegale bosrave staan te dansen, diep in het Tilburgse MOB-Complex.

Dit bos is het domein van Eris Drew en Octo Octa uit Chicago. Hun liefde voor knetterende, oldschool house en raveplaten wordt slechts overtroffen door de liefde die ze voor elkaar hebben. Maar echt: onlangs nog schreven ze muzikale liefdesbrieven aan elkaar, en dat werd hun nieuwe split single. Ze stonden vorige maand nog primetime in de Bravo op Lowlands én headlineden samen Dekmantel, dus het is bijna ongelooflijk om te beseffen dat ze hier al een week in het bos rondlopen om zelf die stage in elkaar te timmeren. En ze nodigden bevriende dj’s uit om twee dagen met hen te draaien. Terwijl de sassy Portugese dj Ketia draait, loopt Drew al kriskras tussen de bomen door om bij ravers in de oren te gluren. Wat, draag je geen gehoorbescherming? Hier, heb je een setje oordopjes. Staat de New Yorkse Russell E.L. Butler even later broeierige minimal house te draaien, dan staat Octo Octa glunderend naast hen mee te swingen. Te cute!

Zo opereert het unieke Tilburgse dancefestival Draaimolen: ze geven een gedeelte van het programma uit handen aan artiesten en organisaties. Even verderop stuit je op een reuzenvoetafdruk van een kuil waar het Berlijnse queercollectief Herrensauna met de scepter zwaait. Daar valt Badsista al vroeg op, een Braziliaanse die nasty lyrics uit haar thuisland op elkaar laat botsen, overstuurde, schelle zang die klinkt alsof-ie op een brakke telefoonlijn is ingeschreeuwd. Daaronder legt ze stevige kicks, piepende sirenes, gunshots. Laten we het baile techno noemen. Voor haar neus hangt een megalomaan grid boven de kuil, dat in de nacht bliksemschichten lijkt te geleiden en tijdens het openingsconcert gisteren de hoofdrol kreeg. Keer je om en sla je linksom na de vlindertuin, dan beland je bij een gigantische roestige monoliet van het Rotterdamse label Nous’Klaer, een imponerend ding dat eruitziet alsof hij er al maanden staat. Waar zie je nou zo’n onderscheidend, smaakvol podiumdesign? Nergens! Bovendien zijn er in grote gedeelten van het MOB-Complex nauwelijks hekken te zien, waardoor je écht het gevoel hebt dat je kunt ronddolen in het bos. Precies het gevoel dat je hoopt te bereiken op een dancefestival.

Octo Octa in het bos

Murphy’s Law plaagt de organisatie

De meeste bezoekers dolen dus de hele dag rond, en zullen niet beseffen dat Murphy’s Law zich achter de schermen voltrekt. Er gaat zó ontzettend veel mis. Het is voor het eerst dat Draaimolen is uitgebreid naar twee dagen, en in tegenstelling tot de zaterdag liep de kaartverkoop voor vandaag zo matig dat het festival met een drastische maatregel kwam: de ticketprijs werd gehalveerd. Daar bovenop rijdt vandaag in het hele land geen trein door de chaos bij de NS en moest Draaimolen last-minute bussen door het hele land regelen om de kaartkopers de festivalpoort binnen te lokken. En, dat besef je waarschijnlijk niet, ook dj’s die normaliter vanuit Berlijn de trein pakken, stranden vandaag in fucking Bad Bentheim. Nou, probeer dan maar eens genoeg chauffeurs te regelen om de artiesten op tijd op het terrein te krijgen, op een dag dat IEDEREEN al een taxi of busje nodig heeft. Tel daarbij op dat de vrijdag zo’n noodweer kende, dat heel wat apparatuur die in het bos hing al beschadigd raakte en ze de hele nacht moesten doorwerken om alles weer aan de praat te krijgen.

Ja, dan snap je wel dat de daadwerkelijke mainstage gesloten blijft (een gigantische lichtgevende pilaar die op zaterdagavond ongetwijfeld mindblowing zal blijken) en er een kleine geïmproviseerde partytent aan de overkant van het veld is neergezet waar o.a. Benny Rodrigues en Honey Dijon draaien. Dan snap je wel dat het terrein twee uur later dan gepland open gaat (ach, wie komt er nou om 12.00 ’s middags aan op een dancefestival dat tot 00.30 doorgaat?!). Voor sommige artiesten zal het even schrikken zijn, maar hey, die treffen backstage de keuken van het Berlijnse sterrenrestaurant Cordo (‘highly sophisticated yet unpretentious’, aldus de Michelingids), bestellen er een duif van de barbecue met ingelegde pruim en laten zich verwennen door de flirterige sommelier die speciaal voor de gelegenheid uit Kopenhagen is overgevlogen. Want ook dat heeft Draaimolen uitstekend begrepen: als je je gasten in de watten legt, dan zijn ze geneigd om beter te draaien én komen ze volgend jaar vast nog eens terug (en misschien willen ze dan wel iets bijzonders doen).

Trippy techno-doolhof

Dat is zeker ook het geval bij DJ Nobu, de Japanse technomeester die in 2019 nog op de veel grotere Tunnel-stage draaide en nu een meer introspectieve kant van zijn usb-stick mag laten zien op het Nous’Klaer-podium. Kijk dan hoe hij gefocust rondtuurt door het publiek. Sterker nog: hij scant de boel. Klopt deze Robert Hood-plaat? Is die kick stevig genoeg of hebben jullie een extra zetje nodig? Hij grijnst eventjes, voordat hij er drie seconden lang een weird vocaaltje doorheen mixt. Zo bouwt hij steen voor steen aan een trippy technodoolhof, en de weg naar binnen is gemakkelijker dan die eruit. Nederlander-in-Berlijn Konduku borduurt er even later verder op die mood, met een stijlvolle set vol minimale anti-piek-techno en glinsterende arpeggio’s in majeur.

Eigenlijk voelt duo Overmono uit Wales daarna als een buitenbeentje op het programma: de broers groeien in rap tempo uit tot het Bicep van 2022 met hun cocktail van breakbeats, euforische flarden pop en allerlei UK-minded klanken (van 2step tot dubstep). In hun liveset koersen ze van het ene momentje naar het andere, van een The Streets-remix met hele epische synths tot aan die stevige house-bewerking van ‘I Have A Love’. Zo druk is het de rest van de dag niet bij het Nous’Klaer-podium, en nergens was de aandacht zó collectief op het podium gericht. Maar ehm… de set voelt ook wat platter dan de rest van Draaimolen.

Of nou ja, ze zijn goed te vergelijken met het anonieme hypeduo Two Shell (wordt in de blogosphere ook maar al te graag gedaan), dat afsluit in het kleine kapelletje aan de overkant van het terrein. Die twee gasten komen vanuit de leftfield UK house-hoek, maar beleven een steeds sardonischer genoegen in het trollen van hun publiek. Van dat malle chat-interview (hun eerste ooit) dat al na een dag offline werd gehaald tot aan de Boiler Room die duidelijk prerecorded was (en wat bleek: ze stonden zelf niet eens achter de draaitafels maar hadden twee standins gehuurd). Zijn ze het wel echt zelf op Draaimolen? Geen flauw idee, de ene heeft een doek onder zijn vissershoedje gebonden, de ander een allesverhullende baklava over zijn hoofd getrokken. Maar goed, de hype is real. Neem die sicke duimpiano/kora-housetune, die klinkt alsof Four Tet in een lollige bui hyperpopvocalen begon te verknippen. Neem de verslavend zoete Sugababes-remix. Neem de vernuftige ‘All The Lights’-edit. Het zijn avontuurlijke producties, maar wel uitnodigend genoeg voor het brede publiek, met elke vijf minuten wel weer een herkenningspunt. Jammer alleen dat ze hun eigen spanningsopbouw keer op keer in de prullenbak gooien, en wel drie keer het bpm omlaag gooien om opnieuw te beginnen. Ugh. En dan dat irritante smurfenstemmetje waarmee de vissershoed telkens door de tunes heen begint te wauwelen. Onmogelijk door te dansen, terwijl hun muziek zich daar juist zo goed voor leent.

DJ Nobu

Je hóéft niet te dansen op Draaimolen

Er zijn ook plekken waar je helemaal niet hóéft te dansen, want Draaimolen focust ook op liveshows en luistersets waar je eventjes mag wegzweven. Koreless verknipt op de tweede Chapel-stage pop-vocalen net zo lang totdat het als modern klassiek klinkt, in dat lichtgevende alienlaboratorium trekt hij ook harpgeluiden uit elkaar en draait hij die euforische Caribou-remix waar de belofte van een kick nooit wordt ingelost. Oceanic primeurt op dezelfde Chapel-stage een liveshow vol materiaal van zijn aanstaande album. Hij heeft een wholesome, improvisorisch vriendenkoor mee (dat niet al te zuiver zingt), en speelt een schitterende schemerset vol melodische opbouwen en een weird blaasinstrument die perfect is voor het vallen van de avond.

Schijnbaar waren mensen door de liveset van de Berlijnse technoproducer Nene H (met een Gregoriaans folkkoor, jawel) tot tranen geroerd. Een wereld van verschil met de geweldadige liveshow van Parrish Smith in de Herrensauna-kuil. Altijd al was Amsterdamse dj/producer een rockster, draaide hij evengoed bands als Korn, Nine Inch Nails en Nirvana tussen zijn destructieve technoplaten. Daaraan geeft-ie zich totaal over met deze nieuwe live-set: hij hangt de hele tijd vervaarlijk aan het golfplaten dak, spuwt z'n vocals in zijn microfoon, met een kastje op zijn wifebeater die de teksten tot onverstaanbaarheid vervormen. Het mooist van alles is Okitap, een gast die al jaren achter de schermen voor Draaimolen werkt, als productietijger in 2019 nog twee maanden op het terrein heeft geslapen om vanalles te verbouwen en vandaag z'n moment pakt vanachter de gear. Zeer schattig hoe hij glunderend achter Parrish Smith alles woord voor woord meezingt, en dat terwijl hij er zelf verwoestende techno uit staat te rammen, totdat ze zelfs fullblown hardcore gaan in de manisch flikkerende Pit.

En dan zijn er nog de uitdagende b2b's in de staart van het festival: bij de Herrensauna-pit staat MCMLXXXV zij-aan-zij met de Sloveense schranz-grootheid Umek, draait Eris Drew met haar grote held Mystic Bill in de ravebossen, en dan is er nog de b2b van Objekt en upsammy. Echt een sicke combinatie: in 2018 werd hij al door Mixmag uitgeroepen tot dj van het jaar, door zijn altijd verrassende platenkeuze en de wiskundige precisie waarmee hij ze aan elkaar last, zij is de almaar rijzende Dekmantel-darling die onbevreesd ingewikkelde, abstracte platen op peaktime kan draaien.

Het is een b2b waarvan je je afvraagt waarom het nooit eerder is gebeurd, zo logisch als hun platen in elkaar haken, hoe ze elkaar vinden in vlijmscherpe IDM en abstracte techno, drum 'n bass, jungle en footwork. Om in het laatste halfuur richting abstracte electro te gaan, via dromerige trancey vocals richting rinkelende IDM die klinkt alsof er iemand op 165 bpm op een ritmesectie van champagneglazen staat te tikken. Een kletterende trommelplaat erin, dubby bassen erbij. Prachtig ook hoe ze erbij staan, met uitgestreken pokerfaces, en amper een woord wisselen. Maar sta je dichterbij, dan zie je af en toe een piepklein grijnsje doorbreken, zie je hoe Objekt in zijn vuistje staat te gniffelen als upsammy vanuit nog zo'n mega ingewikkelde plaat naar energieke ragga-jungle gaat.

Dat Draaimolen zo de focus legt op fonkelnieuwe liveshows – als het effe kan de première – en exclusieve b2b’s, dat brengt natuurlijk een risico met zich mee. Het vraagt veel van artiesten, de kans op foutjes is groter en het grote publiek weet zulke projecten natuurlijk minder goed te vinden. Maar juist het onzekere opzoeken, wetende dat het ook kan mislukken maar ook iets prachtigs unieks kán opleveren, daarmee bewijst Draaimolen zijn unieke positie als voortrekkersfestival.

Het alienlaboratorium van Koreless