Op de dag dat clubs en poppodia in Nederland weer min of meer normaal aan de slag konden, bracht de kersverse staatssecretaris van cultuur Gunay Uslu een werkbezoek aan EKKO. Ze sprak daar met een delegatie van het Utrechtse poppodium over talentontwikkeling voor en achter de schermen en over de waarde van het nachtleven. Na afloop sprak Atze de Vrieze haar over de belangrijkste vraagtekens die nog boven de popsector hangen.

Het was een bizar en tegelijk doodnormaal weekend in Utrecht. Ineens was alles weer open. Niet alleen kroegen, maar ook concertzalen en clubs bruisten alsof er twee jaar niets was gebeurd. Beneden, in de concertzaal van EKKO, speelde de Amsterdam Klezmer band, terwijl de staatssecretaris zich in de nok van het pand liet bijpraten over de bedrijfsvoering van het podium. Een dag later speelde Sef in TivoliVredenburg met een orkest en vijf kilometer buiten de stad stonden 5.000 ravers te dansen op Soenda Indoor. Helemaal terug naar normaal is de muziekwereld nog niet, want bij meer dan 500 bezoekers moet iedereen testen, ook volledig gevaccineerden. Maar voor de nieuwe staatssecretaris is het een lekkere start. In korte tijd zag zij haar sector van volkomen op slot naar bijna helemaal open gaan. ‘We zijn bijna bij het einde, maar nog niet helemaal’, zegt ze. ‘Maar het is heel mooi dat we weer kunnen beginnen. Dat er podia open zijn, films en theaters.’

De popsector heeft vaak geroepen: we hebben niet zoveel aan gedeeltelijke opening, aan 1,5 meter of beperkte capaciteit. Zeg ons nu gewoon: ja of nee. Dit weekend zie je hoe waar dat is: overal gaat ineens van alles door, mensen gaan er op uit. Hoe kunnen we in de toekomst zorgen dat we niet terug gaan naar een situatie waar popzalen niet zoveel mee kunnen?
‘De vraag is niet alleen ‘ja’ of ‘nee’, maar ook: ‘hoe’. De sector moet niet dicht gaan, dat krijgen we duidelijk teruggekoppeld. De taskforce culturele en creatieve sector heeft een routekaart ontwikkeld. Die is meegenomen door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in de ontwikkeling van een lange-termijn-perspectief voor corona. In dat advies wordt uitgelegd: als er zoveel besmettingen zijn moeten we dit kunnen doen. Dat is heel verschillend voor poppodia of musea, voor de verschillende disciplines in de sector. Je hebt andere regels nodig, het is heel divers.’

Het leek er heel lang op dat die routekaart niet echt landde in Den Haag. Is dat een misvatting? 
‘Ja, dat klopt misschien wel. Maar een week of twee, drie geleden is hij verwerkt in het lange-termijn-idee. Dat perspectief wordt ontwikkeld en getest, daar is de minister van VWS heel druk mee bezig.’

Sinds dit weekend hebben we een 1G-beleid. Mensen die naar grote evenementen willen moeten allemaal testen. Dat is in feite een stap terug vanaf november, toen mensen met een vaccin niet getest hoefden te worden. Is 1G voor de korte termijn of is het denkbaar dat we er de hele festivalzomer aan vast zitten? 
‘Dat vind ik moeilijk om te zeggen op dit moment. 15 maart is er een weging. Dan wordt gekeken: helpt dit nou? Ondertussen zijn er allerlei onderzoeken. Vandaag vroeg de TU Delft zich af: werkt het wel genoeg? Alleen als er heel veel mensen gaan, bij kleinere evenementen niet. Het is goed dat die onderzoeken nu plaatsvinden, maar ik kan nu niet vooruit lopen op 15 maart.’

De Volkskrant publiceerde op basis van cijfers van de TU Delft inderdaad een stuk waarin stond dat 1G bij een concert in Paradiso geen enkele ziekenhuisopname scheelt. Als je dat artikel leest kun je je niet voorstellen dat het houdbaar beleid is. 
‘Dat heb ik ook gelezen. Dat onderzoek is nog niet gepubliceerd, maar ik neem aan dat de minister dat meeneemt in zijn beoordeling.’ 

De coronasteun voor de cultuursector is erg gericht geweest op de vaste keten, met name op BIS-instellingen. De popsector - en dan met name makers - valt daar veelal buiten. Hoe voorkomen we dat de popsector in het herstelplan minder steun krijgt dan andere sectoren?
‘Op dit moment praat ik veel met mensen uit de sector, haal ik overal informatie. Aan de andere kant zijn er ook georganiseerde groepen vanuit de sector die advies geven. Dat wordt allemaal meegenomen in een ontwikkelplan. Dat is nu nog niet klaar, het is in ontwikkeling. Het herstelplan komt met de voorjaarsnota, in mei, juni.’

In de klassieke muziek en in theaters zie je dat ensembles vaak direct worden gesubsidieerd. Dat is in de popsector nauwelijks aan de orde. Dat is een van de achilleshielen van de popsector.
‘Daar heb je helemaal gelijk in.’

De nacht is heel lang verboden geweest. Zou nachtcultuur erkend moeten worden als cultuur?
‘Ik denk dat nachtcultuur zeker cultuur is voor jongeren en voor jonge makers. Ik denk dat het een serieus onderdeel is van de cultuurwereld, zeker.’

Maar ligt daar een taak voor de staatssecretaris? 
‘Ik moet dat in elk geval goed uitzoeken. Ik denk wel dat er een taak ligt om het uit te zoeken en open te staan voor wat er in die wereld gebeurt.’

Laten we hopen dat het voorlopig even open mag blijven. De rest van het jaar, toch?
‘Dat zou heel mooi zijn. En dat de culturele wereld weer even gaat bruisen en bloeien.’