Een jongen van zestig, dat was Jan Kooi van platenzaak Elpee volgens iedereen die hem kende. Met de onbevangenheid van een jonge hond kon hij door het vuur gaan voor bands waar hij in geloofde, al waren ze nog zo klein. De muziekscene rouwt om het verlies van een bevlogen missionaris.

Wie ooit in een platenzaak heeft gewerkt, weet dat het de heilige graal is: invloed hebben op wat mensen kopen. Jouw smaak uitsmeren over de winkel, misschien zelfs wel over de hele stad . Een enclave worden van goede smaak, een baken waar mensen blind op vertrouwen. Uit de drie, vier jaartjes dat ik zelf in een cd-winkel werkte weet ik dat dat niet zo eenvoudig is. Negenennegentig van de honderd keer sta je gewoon plaatjes af te rekenen die ergens ver boven jouw hoofd gaan. Internationale doorbraken, acts die in de grote internationale publicaties opgehemeld worden, die op tv te zien zijn of op grote festivals spelen. Echt iets betekenen voor niche artiesten die jij hoogstpersoonlijk hebt ontdekt, dat is verdomde moeilijk. Toch zijn er platenzaakmedewerkers die dat kunnen. In 2013 maakten we bij 3voor12 eens een artikel rond Record Store Day, waarin we dat type verkoper tot ‘platenzaakicoon’ doopten. Jan Kooi stond natuurlijk hoog in die lijst. Op nummer 3 om precies te zijn, maar het had net zo goed nummer 1 kunnen zijn. Hij was zo iemand die vanuit zijn Groningse niche-winkel landelijke bekendheid genoot.

Heropgevoed
‘Jan stond altijd voor onafhankelijke indie-acts, dingen met een randje’, zegt Ferry Roseboom van Excelsior Recordings. ‘Hij had weinig met grote acts, wat hem betreft moest het ‘er in een keer op’, zeg maar. Hij hield van rauwe soul, garage, gospel, doo-wop, stomping muziek. Ik denk dat hij in iemand als Greg Cartwright van The Oblivians en Reigning Sound een gelijkgestemde zag. Waar Jan voor stond, bracht Greg in de praktijk. Het waren ook vaak outsiders waar hij voor viel, lui die aan de rand opereren.’ Journalist Igor Wijnker is zelfs ‘heropgevoed’ door Jan Kooi, vertelt hij. Hij heeft de afgelopen jaren de deur plat gelopen bij platenzaak Elpee aan de Oosterstraat, maar tot 2006 woonde hij nog in Amsterdam. ‘Ik ging daar ook al veel naar concerten, maar dankzij Jan ben ik bij heel andere genres terecht gekomen. Jan is echt een autoriteit in de garagerockscene, misschien wel de grootste van de hele Benelux.’

Jan Kooi was een solist, een man die zich zonder gezin vrij kon bewegen in de stad. Die vaak tot het einde bleef hangen en, anders dan het clichébeeld van de Groninger, bepaald niet stug was. Een solist dus, maar wel een die altijd op zoek was naar mensen. ‘Jan was veel meer dan alleen de winkel’, zegt Igor Wijnker. ‘De nieuwsbrief die hij elke week uitstuurde bijvoorbeeld, daar droop het enthousiasme vanaf. Hij liep al heel lang rond. Schreef voor allerlei bladen, heeft nog wel eens iets voor de VPRO gedaan, en je kwam hem altijd tegen bij concerten. Daar stond hij altijd met een soort kinderlijk enthousiasme en een grote nieuwsgierigheid. Als het tegenviel was hij daar eerlijk over, maar als hij het goed vond was hij heerlijk om naast te staan. Dan ging dat hoofd heen en weer, schitterend. En als iedereen naar huis ging, zat hij diep in de nacht nog Amerikaanse honkbalwedstrijden te kijken. Ook daarmee ging hij all the way.’

Fucking enthousiast
Precies dat maakte de Limburgse garagepopband Afterpartees mee. Zanger Niek Nellen herinnert zich hoe hij en zijn bandgenoten al vanaf hun twaalfde in allerlei bands met elkaar speelden. Nooit kwamen ze hun eigen regio uit, de lokale soos was hun bestaansrecht. Tot ze op aanraden van Mozes & The Firstborn een brief naar de Groningse popzaal Vera stuurden en voor benzinegeld een gig in de Kelderbar mochten spelen. ‘We waren het voorprogramma van The Black Cult, en we wisten absoluut niet wat we konden verwachten. Het werd een vette show, en zoals dat dan gaat kwamen er na afloop wat mensen op ons af om te vertellen dat ze het leuk vonden. Op een bepaald moment raakten we aan de praat met een wat oudere man, die een platenzaak bleek te hebben. Hij was fucking enthousiast en wilde onze muziek uitbrengen. Supervet, aardige gast, maar verder denk je dan: het zal wel. Maar de volgende dag had hij zitten twitteren en allerlei mensen enthousiast gemaakt, waaronder onze latere manager Frank Kimenai. Daar is het balletje gaan rollen, en ik denk dat het anders was gelopen als hij dat niet gedaan had. Het meest bijzondere was: hij was extreem enthousiast op een ingetogen manier.’ 

Jan Kooi zette voor Afterpartees een van de vele petten op die hem pasten: die van labeleigenaar. Zijn eigen labeltje heette Kogar Records, en er verschenen in de loop der jaren wat losse singles op, onder meer van traumahelikopter, The Firebirds en Jabberwocky. ‘Hij was totaal niet geïnteresseerd om er een business van te maken en vond het ook helemaal niet erg toen we later ons album bij Excelsior uitbrachten. Hij deed die singles omdat ie het vet vond’, zegt Nellen. ‘We hebben toen ‘First/Last’ uitgebracht op Le Mini Who in Utrecht. Jan had de singles meegenomen uit Groningen, wij de hoesjes uit Limburg. We hebben ze ter plekke allemaal ingestoken. God, we hebben die dag 50 euro parkeergeld betaald, dat sloeg helemaal nergens op.’

Missiedrang
Het tekent Jan Kooi’s nooit aflatende missiedrang, die weinig te maken had met zakendoen of geld verdienen. Ja natuurlijk, de schoorsteen moest roken, en dat is bepaald niet makkelijk voor een platenzaak in het digitale tijdperk. Maar het draaide uiteindelijk om de muziek, blijkt uit alle reacties van mensen die hem goed of juist maar oppervlakkig kenden. Elpee-partner Jan Gorter noemt Kooi zijn ‘vriend sinds het begin der tijden’. Bijna-buurman poppodium Vera post: ‘Jan Kooi, die persoonlijk en met zijn winkel Elpee zoveel betekend heeft voor de underground muziek in Groningen en daarmee een niet te onderschatten bijdrage heeft geleverd aan het succes van het VERA programma, is helaas veel te vroeg overleden.’ Ferry Roseboom: ‘Jan was een fan, en daar hebben we er te weinig van.'