Op haar tweede album gaat Billie Eilish weer heel wat monsters te lijf, ze worstelt met de schaduwkanten van de roem terwijl ze onderzoekt wie ze eigenlijk wil zijn. Gelukkig ziet de toekomst er rooskleurig uit.

De nachtmerriemonsters van Billie Eilish’ eerste album zijn er nog steeds, hoor. Ze zijn alleen van gedaante veranderd, ze zijn subtieler geworden, menselijker. Op haar tweede album Happier Than Ever zingt ’s werelds grootste popster niet meer over de moordenaars of over de monsters onder het bed. Haar liedjes zitten nu vol creeps die haar lichaam begluren en er een mening over vormen.

‘So while I feel your stares, your disapproval or your sigh of relief. If I lived by them, I'd never be able to move’, zo verzucht ze in het indrukwekkende ‘Not My Responsibility’, dat ze al eerder als intermezzo in haar liveshows gebruikte. ‘If I wear what is comfortable, I am not a woman. If I shed the layers, I'm a slut. Though you've never seen my body, you still judge it.’ Hoe ze zich ook kleedt: het zal nooit goed zijn. Ze maakte het spoken word-nummer al een jaar voordat ze zich liet fotograferen voor Vogue, en de social media-storm over wat ze wel of niet van haar lichaam liet zien nog eens extra oplaaide. Het was pijnlijk, want natuurlijk is Billie Eilish een rolmodel en zo’n fotoshoot heeft impact (of je het nou seksuele bevrijding noemt of een knieval naar een mannenindustrie), maar ehm: ze is ook gewoon een meisje van pas 19 jaar dat moet kunnen experimenteren met wie ze is en wil zijn.

Terwijl ze dat probeert uit te vogelen, wordt ze op Happier Than Ever achternagezeten door wel meer monsters: de paparazzi die ongevraagd foto’s van haar maken (‘OverHeated’) en de engerds die misbruik maken van hun macht in een relatie (‘Your Power’). Zelfs de titel van het album mag je zo opvatten. ‘When I'm away from you, I'm happier than ever’, zingt ze over de romance die helemaal niet goed voor haar is.

Veel van haar nachtmerriemonsters lijken het directe resultaat te zijn van haar enorme beroemdheid: Eilish zingt over stalkerige fans die continu voor haar deur staan (‘the strangers seem to want me more than anyone before, too bad they're usually deranged’) en media die zich als een roedel hongerige wolven op haar lichaam werpen. Om dat te voorkomen vraagt ze die ene knappe jongen die bij haar thuis langswipt om op de weg naar buiten snel nog even een geheimhoudingsverklaring te tekenen (‘NDA’).

In de documentaire Billie Eilish: The World’s A Little Blurry zagen we haar ook al worstelen met de schaduwkanten van de roem, de moeite om te genieten van dat enorme succes. ‘I literally can’t have a bad moment’, zuchtte ze in de auto. Altijd moest ze aan staan, elke keer moest ze maar weer glimlachen als een horde kinderen om een selfie kwam bedelen en ook tegen die bloedhonden van de paparazzi kon ze niet zomaar uitvallen. ‘Ik ben mijn tienerjaren verloren toen ik 13 was, want dit begon allemaal toen ik 13 was’, zei Eilish al in 2019 in een interview met Eva Koreman, terwijl haar debuutalbum nog niet eens uit was en het échte succes nog moest beginnen. ‘Dit is mijn leven. Dat is dope, want het is wat ik altijd al heb gewild, geloof ik….’ Maar ook: ‘Fame is trash.’

Zulk typisch popsterrengeklaag is meestal geen voer voor een goed album, want hoe moet je je als fan verhouden tot first world problems die zó ver van je af staan dat je er nauwelijks in kunt inleven? Hoe moet dat je raken? Maar de monsters waar Eilish nu over zingt, zijn slechts de uitvergrote versies van de monsters die we in het alledaagse leven tegenkomen: de mannen die je catcallen wanneer je ’s avonds over straat loopt, de leeftijdsgenoten die je om het minste of geringste willen shamen op social media, de alsmaar groeiende verwachtingen waarmee je worstelt terwijl je ouder wordt en de vraag hoe je je identiteit in godsnaam moet vormgeven (als je niet eens een naveltruitje naar school kunt aantrekken?!).

Gelukkig blijft Eilish experimenteren met haar identiteit. Ze heeft haar haar blond geverfd (de foto’s verbraken het ene na het andere Instagram-record) en meet zichzelf ook nieuwe geluiden aan. Ja, er staan nog enkele overstuurd elektronicaliedjes op de plaat (‘Oxytocin’ is de typische Eilish-hit, ‘NDA’ en ‘Therefore I Am’ staan vol spookachtige melodieën en overstuurde vocalen) maar vaker is de begeleiding ingetogen. Er klinkt bossa nova, orgel-chillhop, smooth jazz en een fluister-kampvuur-meezinger. ASMR-pop, maar dan wel op z’n Eilish.

In de context van het album is ook de lichtmoedige, vooruitgesnelde single ‘my future’ opeens een stuk beter te pruimen. Ja, de wereld is kut, fame is trash en op iedere straathoek staat wel weer een monster klaar om je lastig te vallen, maar Eilish is klaar voor de toekomst. Geen toekomst met iemand anders, maar met zichzelf. En ze heeft schijt aan de mening van de buitenwereld. ‘I’m in love with my future. Can’t wait to meet her.’