Een dik jaar na de release van haar meesterwerk Bitterzoet speelt Eefje de Visser éíndelijk een Nederlandse clubshow voor serieus publiek, als pilot in Tilburgs poppodium 013. Het is briljant en, inderdaad, een beetje bitterzoet.

Eerst is er die stilte. Niet de stilte die we afgelopen jaar zo gewend zijn geraakt, maar een collectieve concentratie. Een publiek van 450 man dat ademloos toekijkt hoe Eefje de Visser opkomt met haar twee zangeressen, en zachtjes fluisterend, zichzelf alleen begeleidend op gitaar, ‘Pixels’ zingt. En een nummer later, halverwege ‘Stilstand’, volgt de ontlading. De band barst los, Eefje begint te dansen, en er volgt een bijna hysterisch gejuich. Een jongen (misschien is het de schrijver van dit stuk, misschien ook niet) begint onbedaarlijk te huilen. Echt lelijk huilen, wel dertig seconden lang. Pfff, wat hebben we dit gemist.

Want Eefje de Visser maakte vorig jaar de plaat van het jaar met Bitterzoet, daar zijn we het wel over eens. Zelfs op haar wc zal ze niet meer voldoende ruimte hebben voor alle trofeeën die ze ermee binnensleepte. En ze was er een jaar geleden helemaal klaar voor, die grote succesronde van uitverkochte zalen. Krankzinnig is het als je erover nadenkt: na die zinderende, scherp uitgedachte show op Noorderslag 2020 (de nummer 1 in onze lijst, en da’s een goede graadmeter voor een bomvolle zomer) zou ze haar grootste tour tot nu toe gaan doen, 14 maart 2020 zou het beginnen. Maar ze hebben die show niet een keer voor een serieus publiek kunnen spelen. Oké, er was een concertfilm, en daarna nog een concertfilm, en er waren de talloze tv-optredens, maar wij hebben Bitterzoet, album én show van het jaar, niet één keer in een zaal kunnen aanschouwen.

Dus heeft Eefje vanavond ‘klamme handjes’ voor deze pilotshow, zegt ze. Geen wonder, de grote zaal van het Tilburgse poppodium (normale capaciteit 3000 man) voelt met 450 man aan tafeltjes eigenlijk hartstikke goed gevuld. Het lijkt wel een échte show.

Een show die ze tot in de puntjes heeft uitgedacht. Dat gigantische glinsterende gordijn roept flashbacks op aan David Byrne in AFAS Live, en die vergelijking zal Eefje vast waarderen: ook zij regisseerde haar show tot in detail, geïnspireerd door Byrne en popkoningin Robyn. Ze heeft een sobere doch indrukwekkende lichtshow, een scherpe spanningsopbouw in de set en natuurlijk die choreografieën. Soms dansen zij en haar zangeressen sensueel, soms gebruiken ze letterlijk gebarentaal en in ‘Maak Het Stil’ zit zelfs een Bollywood-dansje waarbij de zangeressen in de schaduw van Eefje gaan staan, en samen een veelarmig wezen vormen. Het is schitterend en briljant.

(tekst gaat verder na de foto)

Eefje de Visser in 013

Maar dan gebeurt er iets geks. Ploink. Eefje valt stil, fronst. Dat akkoordje in ‘Het Is’ klopte niet helemaal, toch? Nog eens proberen… en weer speelt ze een valse noot op gitaar. ‘Oh my lord, het is te lang geleden, mensen! We spelen te weinig!’ Zo’n foutje is eigenlijk zelfs wel charmant in een show die zo perfect geregisseerd is. ‘Hey Eefje!’, brult iemand vanuit de zaal, ‘je bent geweldig!’

Na een jaar van rust, kalmte en isolatie is het niet moeilijk om je eigen verlangens te projecteren op de melancholieke synthpopsongs die Eefje vanavond speelt. ‘Het is bitterzoet, we zijn allemaal verdwenen, alleen’, fluisterzingt ze, ze verhaalt over nachtenlang tv kijken, over het verlangen naar hotels en zwembaden, maar vooral ook het verlangen naar de nacht, het verlangen naar het ‘vuur van een ander mens om mee samen te smelten’. Dat komt vandaag keihard binnen. Die 450 man staat op springen. Iedere grootste break weer beginnen groepjes mensen te joelen, een outro is nog niet klaar of er ontsteekt een orkaan van applaus op.

En natuurlijk is er na de verstilde setafsluiter ‘Groen’ (het zou de perfecte comedowntrack zijn na een nacht doorhalen) ruimte voor een toegift. Nieuwe single ‘Storm’, pas drie dagen oud, een slowburner van jewelste met een fikse climax en dikke four to the floor-kicks. Die klinkt alvast als een festivalfavoriet in de notendop. Maar wel een bitterzoet slot. We mochten eventjes proeven aan deze perfectie, maar wanneer zouden we weer een kans krijgen om dit te zien?