Als lid van Go Back To The Zoo en St. Tropez speelde hij al op de mainstages van de allergrootste festivals. Maar de avond dat hij zijn solodebuut in Paradiso zou presenteren was nog veel heftiger voor Lars Kroon alias Lars and the Magic Mountain. ‘Het gaat helemaal de verkeerde kant op in de wereld, maar je moet de hoop niet verliezen.’

Wat doe je als je op het podium in Paradiso staat, net klaar met de complete soundcheck van je dertien-koppige band en je vervolgens te horen krijgt dat de show van vanavond niet door kan gaan vanwege de nieuwe coronamaatregelen? Flink balen, da’s nummer een natuurlijk. En dan? De spullen inpakken en maar weer richting huis? Dat deden Lars Kroon en zijn symfonische supergroep Lars and the Magic Mountain vorige week dinsdag dus juist niet. Nee, zij speelden de show alsnog, zonder bezoekers, voor de crew van Paradiso. En dan niet met de energie van een openbare repetitie, maar alsof hun leven ervan afhing. Terwijl de wereld buiten op instorten stond, was het achter de gesloten deuren van Paradiso feest. Daar stonden ze dan te dansen op de vulkaan.

‘Die dag was het heftigste wat ik ooit heb meegemaakt, dat sowieso’, vertelt Lars Kroon een paar dagen later vanuit zijn studio. Hij begon ooit als bassist in Go Back To The Zoo. Die band speelde een paar jaar lang de allergrootste podia plat (Pinkpop! Lowlands Alpha! Zo'n beetje alle Bevrijdingsfestivals die een flinke mainstage hebben) met supercatchy gitaarpop. Later werd Go Back To The Zoo omgedoopt tot St. Tropez. Maar nu wilde hij een keer de touwtjes helemaal zelf in handen hebben en begon hij een soloproject: Lars and the Magic Mountain dus. Lars: ‘We waren met Go Back To The Zoo en St. Tropez echt een soort front, we deden alles samen. Ik had nu de behoefte om die dingen eens helemaal zelf uit te vogelen. In eerste instantie wilde ik echt alles zelf doen en inspelen, ik nam zelfs wat vioollessen. Ik kwam ook best ver, want ik kan alles wel een beetje en ik vond het leuk om nieuwe dingen te leren, zeker nu ik al wat ouder ben. Maar eigenlijk nam ik de bands onbewust ook mee tijdens het schrijven en opnemen van het album, dan dacht ik bij mezelf: “Wat zou Cas nu doen?” En wat ik inspeelde was ook net niet goed genoeg.’

En dan? Wat gebeurt er dan? ‘Er heerste verslagenheid bij iedereen. Over deze avond, maar de crew van Paradiso kreeg misschien wel een extra klap, want de toekomst van heel Paradiso was opeens ook onzeker. Toen zijn zij maar op de stoeltjes van de bezoekers gaan zitten en zijn wij gaan spelen. Ik heb nooit eerder tijdens een optreden moeten huilen, maar deze avond had ik tranen in mijn ogen.’ Hoewel het een klotesituatie was, kon hij gek genoeg genoeg hoop halen uit zijn eigen muziek. ‘Don’t you let it get you down, zing ik op een van mijn nummers. Dat was ik op het podium letterlijk tegen mezelf aan het zingen. Vervolgens keek ik even achterom en zag ik de lachende gezichten van de band en het koor die stonden te dansen en dan kon ik zelf ook weer even glimlachen.’

Die hoop had hij niet alleen deze avond nodig. Kroon had met zijn nieuwe project een leuk jaar voor de boeg, Noorderslag zat erop, ze hadden heel wat festivals in de agenda staan en debuutplaat Everything Looks Good From Here lag klaar. Maar ja, dat viel in maart natuurlijk allemaal in een klap weg. Hoewel één ding niet wegviel: Lars’ vrouw Sanja was zwanger. Dat maakte dat hij ook in de meest donkere dagen van de coronacrisis iets had om zijn hoop op te vestigen. Lars glimlacht bijna voelbaar door de telefoon. ‘Het is moeilijk om niet in clichés te vallen, maar ons kindje heeft het leven zoveel leuker gemaakt. Als het even slecht ging konden we altijd denken: “We krijgen wel mooi een kindje.” Dat was ontzettend fijn. Het nummer ‘Song for Sasha’ is het laatste nummer dat ik voor het album schreef, ik heb het speciaal voor hem gemaakt. Ik las in quarantaine over mensen die muziek aan een ongeboren baby laten horen, en hoe die muziek een kindje kan kalmeren als het eenmaal geboren is. Dat vond ik zoiets cools. ‘Song for Sasha’ heb ik hem dus ook al in de buik laten horen. In het nummer zing ik tegen hem dat het allemaal goed is en dat de wereld klaar voor hem is om te komen. Dat was de boodschap die ik wilde overbrengen, hoewel dat natuurlijk ook superdubbel was, want het gaat juist helemaal de verkeerde kant op in de wereld. Maar je moet de hoop niet verliezen. Daar gaat de hele plaat ook over, over die hoop. Het heeft iets krachtigs om met zijn allen muziek te maken, om die momenten te delen en jezelf daar helemaal in te kunnen verliezen. Ik kan die momenten nu ook met mijn zoon delen, want hij wordt ook echt rustig als we het nummer voor hem afspelen.’

Zelfs als alles mis lijkt te gaan, moet je hoop houden. Het is de perfecte boodschap voor deze tijden. En Paradiso? Zelfs dat komt goed, 27 oktober speelt Lars and the Magic Mountain er alsnog.