Anatolische psychrock met orkest in Carré? En je mag er niet op dansen, maar zitten blijven op je bankje? Dat klinkt als een classic weird 2020-concert. Voor Altın Gün en het Metropole Orkest werkt dat toch verrassend goed.

Wat een rollercoaster moet het voor Altın Gün geweest zijn de afgelopen dagen. Ze hadden met dikke blokletters een viertal shows in Koninklijk Theater Carré in de agenda staan, met het vermaarde Metropole Orkest nog wel. Maar toen waren daar de nieuwe coronamaatregelen, en vooral de onduidelijkheid. Gaat het door? Krijgt Carré een vrijstelling om meer dan 30 bezoekers te ontvangen? Of niet? Al gauw ging er een dikke rode streep door de eerste twee shows, maar de laatste twee mochten doorgaan. Niet voor 400 man per keer – zoals de bedoeling was – maar een kleine 250. Mooi balen natuurlijk, want een show met het Metropole orkest cancellen is wel iets anders dan een normale show. Daaraan gaat dagen aan organiseren, arrangeren en repeteren vooraf. 

In Carré hangt donderdagavond kwart voor zeven dus een nogal gelaten sfeer. Dikke opluchting dat we met z’n allen bij een concert zijn, maar ook nogal onwennig. Het mondkapje moet op in het gebouw, maar mag dan weer af op de stoel. Om de leegte van de kwart-gevulde zaal een beetje te verbloemen heeft Carré gezellige planten tussen de roze bankjes neergezet, het ultrahippe Instagram Youseum zou er nog wat van kunnen leren. En wie van nog meer absurde situaties houdt kan zijn geluk niet op deze avond: voor de wc’s zijn stoplichten geplaatst die aangeven of je naar binnen kan. 

Setlist

1. Şad olup gülmedim
2. Yali Yali
3. Vay Dünya
4. Anlatmam Derdimi
5. Ervah-ı Ezelde
6. Kolbastı
7. Köroğlu Dağları
8. Ordunun Dereleri
9. Kara Toprak
10. Derdimi Dökersem
11. Yekte
12. Süpürgesi Yoncadan
13. Goca Dünya
14. Çiçekler Ekiliyor

Toch is het maar beter om niet te veel bij de opmerkelijkheden van een coronaproof concert stil te staan. ‘Laten we alles hier buiten even vergeten’, oppert zangeres Merve Dasdemir al vroeg in de show. Een uur lang lukt dat heel aardig. De Anatolische rock van Altın Gün wordt sierlijk omlijst door het dik dertigkoppige orkest. Hoewel strijkers normaliter niet veel voorkomen op Anatolische folkmuziek, is het deze avond een fijne uitzondering. Luister naar het dreigende ‘Şad Olup Gülmedim’ en het is even alsof je aan het begin van een spannende film zit. 

Knap dat ze zoiets in de muziek naar boven brengen, en dat moet voor arrangeurs Damiano Pascarelli, Vladimir Nikolov, Miho Hazama, Jochen Neuffer, Martin Fondse en Willem Friede nog best een uitdaging zijn geweest: Altin Gün werd een band van wereldformaat (ze waren dit jaar zelfs voor Coachella bevestigd, en genomineerd voor een Grammy!) juist doordat ze Turkse psychrock en Anatolische folkliederen uit de sixties en seventies met een extra push vertolken. Een uitdaging, omdat orkest-samenwerkingen soms de swing nogal uit de muziek kunnen halen. Vanavond werd het er vooral meer luistermuziek van, maar dat is eigenlijk juist wel cool. Bij het normaal oh-zo dansbare ‘Vay Dünya’ kun je bijvoorbeeld best eens achterover hangen en klinkt de saxofoonsolo aan het eind van ‘Anlatmam Derdimi’ dan lukt het echt om, zoals zangeres Merve al vroeg, alles even te vergeten vanuit je roze bankje.

Altın Gün wil ook in Carré graag iets losser. Maar ja, je hebt dat orkest. Als tijdens ‘Kolbastı’ het orkest even niet meespeelt drukt de band meteen het gaspedaal in. Helemaal geen slechte zet overigens, want tijdens de daaropvolgende nummers zit er ook meteen meer swing in het orkest. Met een bijbehorend coronaproof-dansje zelfs, de handen in de lucht en met die vingers knippen maar. 

Een beetje ongemakkelijk is het wel om dan op je bankje heen en weer te wippen in een kwart-gevuld Carré, maar sluit de ogen en verdomd, het voelt effe als vanouds. Alsof je bij een geweldig en behoorlijk uniek concert van Altın Gün was. En dat was het ook.