Het is druk backstage in de Ziggo Dome, ouderwets druk. Alsof het nooit anders geweest is. De leden van SFB lopen er rond, de Haagse rapgroep waar Frenna een paar jaar geleden mee doorbrak. Zijn jonge protégé Yxng Le is er bij, en de man van het moment - Akwasi - stapt net de lift uit met zijn gezelschap. Het krioelt van mensen die met camera’s in en uit lopen, licht klaar zetten, met make-up dozen in de weer zijn. Hier heerst de opwinding van een grote show. Dat is het natuurlijk ook, een grote show, de grootste die je op dit moment kunt vinden. Er zitten straks maar 2.500 mensen in de zaal, maar het is uitverkocht, en dit is waar we het mee moeten doen.
Frenna voelt gezonde spanning. Hij heeft zich tot nu toe nog niet laten zien op het podium. Niet in zaaltjes voor 30 mensen, ook niet met exclusieve dinner shows met flessen champagne, zoals zijn collega’s Broederliefde en Lil Kleine deden. Hij trekt er een vies gezicht bij. ‘Nee, dat voelde ik niet.’ Precies zoals hij er destijds ook voor koos om niet op ‘Drank & Drugs’ te springen toen die giga hit recht voor zijn neus ontstond, tijdens het New Wave kamp op Schiermonnikoog. Het werd de grote doorbraak van Ronnie Flex en Lil Kleine, maar Frenna en SFB pakten hun kans op de achtergrond, met de net even minder grote hits. Toch ligt daar de oorsprong van het succes dat nu aan hem af te zien is. Frenna ziet er echt uit als de ster van de avond, met fonkelend roze sneakers en een vuurrood shirt dat ver genoeg open staat om zijn spectaculaire juwelen zichtbaar te maken. ‘Ik ga zo nog douchen en omkleden’, verklaart hij als iemand hem vraagt of dit zijn stage outfit is.
‘Mensen denken vaak dat ik het allemaal uitgestippeld heb’, zegt Frenna. ‘Maar dat is niet zo. De timing gaat vanzelf. Ik ga de studio in en maak de track die ik op dat moment wil maken. Vaak vertel ik over mijn leven. Een track als ‘Bidden In De Jeep’ bijvoorbeeld, dat gebeurde echt die week, ik was met mijn moeder in een Jeep, en ze bad daar tot God. En als ik vandaag een nieuwe auto haal hoor je dat over twee weken in een track.’ Vaak stopt hij serieuze zaken in bijzinnetjes, soms ook gaat hij voluit. Bijvoorbeeld toen hij en zijn SFB-groepsgenoten in Suriname in problemen raakten door seks met een 15-jarig meisje. Ze noemden na afloop een heel album naar de 77 Nachten die ze in de cel doorbrachten. ’Ook samenwerkingen gaan op gevoel’, zegt Frenna. ‘Met André Hazes bijvoorbeeld. We waren bij Vrienden Van Amstel, en ik maakte een compliment over zijn kleding. Ik zei: ik voel de manier waarop jij dresst, man. Hij zei: ik voel de manier waarop jíj dresst, want ik dress gewoon als jou. Zo begon het. Hij zei: jij en ik, we moeten een karamel baby maken. Dat idee bleef de hele week in mijn hoofd zetten. Een karamel baby.’ Er kwam een behoorlijk rare love song uit voort, die ‘Dat Is Mijn Kind Niet’ heet, en waarin Frenna het thema karamel baby wel heel letterlijk neemt. In het duet zingen Frenna en Hazes beurtelings over hun vriendin die een kind baart dat… duidelijk niet van hen kan zijn.
Hij scoorde hit na hit na hit de afgelopen jaren, maar nu is het tijd voor een heel ander geluid. Samen met Akwasi brengt Frenna vandaag zijn meest serieuze track ooit, ‘Wonder’. Het is een ondubbelzinnig Black Lives Matter statement. Hij vertelt erover op de dag dat hij voor het eerst weer op het podium staat, in Ziggo Dome.
Dat is de Frenna die we kennen. Speels, verleidelijk, hyper aantrekkelijk voor de vrouwen, smooth in zijn flow, gelikt in zijn producties. Frenna is de man die het meest van alle rappers in Nederland de autotune ownt, door het apparaat als lekkere dikke klodders mayonaise overal overheen te smeren. Het is voor hem geen apparaat om zwakke zang te verdoezelen, nee, het is echt een signature sound. Ook typisch Frenna: de intuïtieve manier waarop hij Nederlands, Engels, Afrikaanse straattaal, Turkse en Marokkaanse woorden door elkaar gooit. Je zou zeggen dat dat voor het grote publiek ingewikkeld is, maar bij Frenna is het kennelijk juist de aantrekkingskracht. ‘Ik ben opgegroeid in een wijk waar allerlei culturen door elkaar lopen, dat hoor je terug. Het valt mensen niet eens meer op. Ik heb op mijn vorige album een track waarop maar twee zinnen Nederlands te horen zijn. Niemand heeft dat opgemerkt. Niemand heeft me gevraagd: hé waarom maak je een Engelse track?’
Dat werkt als een malle, en het biedt ook kansen voor Frenna om buiten de grens te kijken. In de coronatijd nam hij tracks op met onder meer Engelse en Afrikaanse artiesten, waar hij nog niet te veel over kwijt wil. Maar duidelijk is dat hij dezelfde strategie najaagt die hem in Nederland groot maakte: soepele samenwerkingen. De afgelopen jaren verzamelde Frenna met al zijn tracks bij elkaar meer dan 1 miljard Spotify streams. Met zijn soloplaat Francis, die het meest gestreamde Nederlandse album van 2019 was, terwijl hij al in 2018 uitkwam. Met SFB natuurlijk, en ook met alle tracks van anderen waarop hij meedoet. Hij spot niet alleen met de streamingcijfers, maar ook met de radiowetten, want zet FunX aan en je komt Frenna rustig twee keer in een uur tegen. Ze kunnen simpelweg niet om hem heen, omdat hij overal zijn vingerafdrukken achterlaat.
Maar vandaag zet hij een stap in zijn carrière die hij nog niet eerder zette. Een stap die volgens hemzelf net zo intuïtief tot stand kwam als de tracks op New Wave of een samenwerking met André Hazes: hij debuteert als politiek geëngageerde rapper. ‘Ik heb me eerder ook wel uitgesproken, maar dan vooral op socials. Maar nu zag ik Akwasi’s speech op de Dam en ik zag alles wat hij over zich heen kreeg. Ik checkte hem en zei: yo, ik denk dat de tijd nu echt ready is man. Akwasi en ik, we kennen elkaar, we zijn allebei Ghanezen. We wilden al langer een keer samenwerken, maar het kwam er nooit van. Maar die message, daar sta ik ook voor. Let’s link up.’
Twee weken later is er de track ‘Wonder’. Want dat is het volgens Frenna dat nu ineens de straten vol lopen voor de Black Lives Matter beweging. ‘We moeten verder want de geest is uit de fles’, rapt Akwasi in de track, en Frenna spreekt zich uit over zwarte piet, over slaven op de Gouden Koets, standbeelden van mannen die over lijken gaan en politie-agenten die ‘focken met mijn veiligheid’. ‘Wat weten mannen over zwarte pijn?’ Muzikaal klinkt deze track totaal anders dan de clubvibe waarmee Frenna groot geworden is, met een compleet gospelkoor als climax. En ook: vrijwel helemaal zonder straattaal. Normaal is een Frenna-tekst voor de gemiddelde luisteraar een taalpuzzel. Hij gooit Nederlands en Engels door elkaar, en belangrijke dingen stipt hij soms heel cryptisch aan, in een halve zin vol slang. ‘Het is wel waar ja’, zegt hij. ‘Ik gebruik helemaal geen straattaal in dat nummer, het is voor het eerst dat ik zo straight praat. Dat zegt wel wat, ja. Ik heb er niet over nagedacht, het is niet om er zeker van te zijn dat Jantje en Pietje het ook begrijpen.’
Toch is de boodschap wel belangrijk, vindt Frenna. Dit is het moment, ook voor hem. ‘Ik vind dat ik een voorbeeld ben met alles wat ik heb bereikt, ik weet dat jonge mensen naar me opkijken. Ik ben er als artiest niet altijd mee bezig geweest, maar ik maak ook dingen mee. Ik ben opgegroeid in Schilderswijk en Spoorwijk in Den Haag. Daar zijn ook niet de liefste jongens hoor, je weet toch, maar ik kwam daar vaak genoeg racistische dingen tegen.’ Volgens Frenna is dit vooral het moment om het gitzwarte koloniale verleden van Nederland een plek te geven in het onderwijs. ‘Op school hoorde je daar nooit wat over. Toen ik twaalf was verhuisde ik voor vijf jaar naar Ghana. Daar heb ik de kastelen bezocht waar de mensen verzameld werden voor ze verkocht en verscheept werden. Ze hebben daar een kanon laten staan waarmee een slaaf in zijn buik geschoten is. De kanonskogel ligt er nog op de grond. Dat soort dingen moet aan het licht komen.’
Frenna is niet ineens een filosofische rapper geworden. Hij is geen artiest geworden waarvan je een onverwachte analyse kunt verwachten van de historische context van racisme in Nederland, zoals Typhoon, of inderdaad Akwasi. Je zult hem niet op een zeepkist zien staan om het volk toe te spreken. ‘Maar nu voel ik: tot hier en niet verder. Nu moet ik ook mijn krachten in zetten. Ik kan niet zo’n speech geven als Akwasi. Hij kan dat echt, man. Geef mij maar een mic.’
Een uur later heeft ie die mic weer in handen. Na maanden stilte en weken oefenen is dit de eerste keer dat hij weer op het podium staat. Hij draagt een sneeuwwitte broek die zo laag hangt dat zijn kont er bijna helemaal overheen hangt. Maar dan niet op een slordige manier, maar precies zoals de bedoeling is. Frenna toont zijn afgetrainde lichaam en laat de dames doen wat ze van de organisatie eigenlijk helemaal niet mogen: meezingen en gillen. Want ja, die instructies zijn totaal kansloos. Frenna doet ook niet bepaald zijn best om ze stil te houden, want al tijdens het eerste nummer jut hij ze op: ‘Amsterdam, laat je horen!’ Maar ook als hij dat niet gedaan had, was die missie volstrekt kansloos geweest. Meteen aan het begin gooit hij superhit ‘My Love’ en de volledige Ziggo Dome springt op uit zijn stoel. Mooi om te zien hoe naast de groepjes vrienden en vriendinnen ook hele gezinnen naar de Ziggo gekomen zijn om Frenna’s lockdown comeback te zien.
Dus ja, alles als vanouds. En toch is er ook hier dat statement. Op de enorme LED-schermen achter het podium flitsen de woorden Black Lives Matter, en Frenna gooit zijn rechter vuist in de lucht. Die beweging wordt beantwoord in de zaal, niet alleen door zwarte maar ook door witte mensen. En natuurlijk was Akwasi er niet voor niets, backstage. Het is grappig om te zien hoe ongemakkelijk Frenna nog is in deze ‘nieuwe rol’. Akwasi komt op, een omhelzing, ze bedanken elkaar voor hun aanwezigheid, en Frenna lijkt het gevoel te hebben dat hij iets moet zeggen. Maar wat? Zo soepel en gelikt als zijn hitshow verloopt, is deze minuscule hapering eigenlijk het mooiste moment. ‘Laten we hem maar gewoon doen, toch?’