Op z’n debuutalbum kweekte Mura Masa hitshitshits in de future basshoek, maar op z’n nieuwe album gooit de Britse superproducer het over een andere boeg: gitaarliedjes met een punkhouding en een popverpakking. We vroegen hem naar zijn favoriete songs in de DJ Shortlist.

Had je enig idee dat Mura Masa zo ranzig kon klinken? Luister maar effe naar ‘Deal Wiv It’, zijn tweede samenwerking met de Britse kwajongensrapper slowthai. Die vuige baslijn, die grommende riffs, slowthai uitdagend en tegelijkertijd nonchalant. Slowthai kan nogal een ongeleid projectiel wezen, maar de Britse popproducer weet die energie op slinkse wijze naar een ijzersterke popsong met eigen stempel weet te vertalen. Er zitten nog een paar van dat soort ijzersterke samenwerkingen op de plaat: french house met de Britse dancepopsensatie Georgia, een shoegaze gitaarliedje met Wolf Alice én een stadiumtune met Clairo. Tuurlijk, voor zijn debuut trommelde hij ook al een sloot aan artiesten op: Nao, A$AP Rocky, Christine and The Queens, Charli XCX, maar die karrevracht ging ook een beetje ten koste van de eensgezindheid van de plaat. Wat dat betreft heeft Mura Masa geleerd om de features te temmen, en in zíjn uniform te persen, zonder dat ze hun eigenzinnigheid verliezen.

Precies, aan gouden poptunes geen gebrek, en dat juist terwijl deze plaat een flink linkse afslag maakt vanaf die debuutplaat. Gitaarmuziek, hoor je, en dus is het niet zo gek om je af te vragen hoe Mura Masa – een producer als een eenmansband – zo’n plaat gaat vertalen naar het grote podium. Nou, met een band, natuurlijk! Voordat-ie begon met produceren op z’n vijftiende verdiende Mura Masa immers z’n strepen in bandjes. Gelegenheidsformaties, bruiloftsbands, maar ook punkbands en metalbands. ‘Ik had eigenlijk geen idee wat elektronische muziek of muziekproductie was tot ik een jaar of 15, 16 was,’ vertelt hij. ‘Tot dan toe was ik vooral bezig met gitaar, bas en drums. Analoge muziek, om het zo maar te zeggen. Toen ik elektronische muziek voor het eerst ontdekte was ik gefascineerd door hoe één iemand al die dingen tegelijkertijd kon doen.’

Was er een specifieke song waardoor je zelf wilde leren produceren?
‘Dat kwam door verschillende mensen. Mensen die op zichzelf al een band zijn: Kevin Parker, Justin Vernon, maar ik was echt groot fan van James Blake. Hij heeft me absoluut geïnspireerd om muziek te gaan produceren. Toen ik ‘The Wilhelm Scream’ van James Blake hoorde, klikte het. Het is best wel een raar liedje, ik had nog nooit zoiets gehoord en was meteen benieuwd hoe het gemaakt was en hoe die James Blake dat dan had gedaan. Dat heeft wel de deur geopend voor me om uit te gaan zoeken wat er verder zoal gebeurde in Londen qua elektronische muziek.’

Hoe ben je dan nu weer bij de gitaarsound beland?
Ik wilde een album maken over herinnering en nostalgie. Terug naar de muziek waar ik mee was opgegroeid, uit mijn kindertijd. Een boel rock en gitaarmuziek, dus. Dingen zoals Joy Division en The Cure, en Talking Heads in het bijzonder. Tuurlijk zijn ze van voor mijn tijd, maar er kleeft gewoon een nostalgisch gevoel aan die band. Vooral Stop Making Sense, de concertfilm van de Talking Heads, heeft me heel erg geïnspireerd.’

En je schijnt dus heel erg fan te zijn van al die nieuwe, opkomende gitaarbands.
‘Oooh! Er is zóveel gaande wat betreft gitaarmuziek, en zéker in het Verenigd Koninkrijk. Er is een soort gevoel onder jongeren dat onze stemmen niet worden gehoord. Er is een boel onenigheid onder de generaties. En we leven in moeilijke tijden: er is een boel angst over politiek, het nieuws, social media. Ik denk dat de urgentie van de muziek die nu uitkomt, en de rebellie die erin zit, dat reflecteert. Neem het liedje ‘Sunglasses’, van Black Country, New Road. Het is zo interessant en “nu”, maar tegelijkertijd voelt het bekend. Wow, ik hou echt van die band. Vorige week zag ik ze spelen en het blies echt het hoofd van m’n lichaam af.’

Nog meer van dat soort gouden tips over nieuwe releases? En je mag geen Black Country, New Road zeggen.
‘Haha, uh. Tja. Ik luister vooral dat, ik kan nu eigenlijk niets anders bedenken. Ik luister echt zo veel naar die band. Er is een ander liedje van ze, ‘Athen’s, France’… Misschien die dan maar?’

Even terug naar die angst waar we het over hadden, want jij hebt ook een liedje dat daarover gaat: ‘No Hope Generation’.
‘Toen ik dat schreef probeerde ik na te denken over… Er zijn heel veel mentale problemen onder jongeren. Gedesillusioneerde gevoelens, ook. Mensen zijn niet blij met hoe de wereld is, maar er is wel een gedeeld gevoel van: we zijn allemaal de pineut, maar we zitten ook in hetzelfde scheutje. Daar zit een soort gemeenschapszin in. Alsof iedereen dat gevoel lijkt te delen. Daar kan je ook kracht uit halen.’

Er zijn wel meer van dit soort liedjes geschreven voor generaties die op een scheidingslijn lijken te zitten. Was er eentje die heel erg tot jou sprak?
‘Ik vind ‘Disorder’ van Joy Division echt een anthem. Niet per se hun meest populaire song, maar het zegt heel veel over het Engeland van die tijd, en hoe die band zich voelde over de wereld. Dat liedje spant over meerdere generaties: het voelt heel actueel, en dat terwijl het veertig jaar geleden geschreven is.

Aan de andere van het spectrum zit ‘I wanna live like we’re dancing’, je song met Georgia. Heel euforisch, over in het moment leven. Welk nummer geeft jou dat gevoel?
‘Het nummer ‘Halcyon On and On’ van Orbital. Een oldschool ravenummer, maar ik vind het zo euforisch. Het gaat in je lichaam zitten, en goed om erop te dansen. Maar ik luister eigenlijk naar alles, onafhankelijk van hoe afschuwelijk het me laat voelen. Laatst zag ik de film Ad Astra, en de soundtrack is fantastisch, maar ook nogal verontrustend. Ik voelde me ziek daarna.’