Gegiechel. Ja, het eerste liedje dat ze ooit opnam was een cover van ‘Crazy’. Je weet wel, van Britney Spears. ‘Britney was natuurlijk heel normaal, maar ik wilde het nummer daadwerkelijk geschift laten klinken’, vertelt Holter met een snotneus, nogal warrig hoofd en toch ook een lieve glimlach op haar gezicht, op een bank in een Amsterdams hotel. ‘Het was voor een opnamecursus die ik op school volgde, ik maakte opnames van mijn stem die ik versnelde en vertraagde, heel abstract.’ Om het te illustreren begint de 33-jarige Californische artiest met een piepstemmetje te babbelen, cartoonesk en een beetje eng. Nog zoiets: toen ze jong was deed ze ‘iets heel creepies’, bekent ze schoorvoetend. Ze begon stiekem de gesprekken van mensen op te nemen, om terug te luisteren in de bus naar school. Niet zozeer vanwege de inhoud, maar omdat het geluid van mensen die door elkaar babbelen haar zo beviel, zoals ook het geluid van kwetterende vogels geruststellend kan zijn. ‘Een vriend van me noemde me een freak. Dat snapte ik wel, ik voelde me er echt weird over.’
Je kunt je wel iets bij die vroege opnames van Julia Holter voorstellen wanneer je naar haar deze week verschenen dubbelalbum Aviary luistert. Er zijn wonderschone verstilde passages (‘In Gardens’ Muteness’, ‘I Would Rather See’, ‘Colligere’) en jubelende mantra’s (‘I Shall Love 2’), maar ook chaotische uitgesponnen knip-en-plak-collages die soms wel acht minuten duren. Neem openingsnummer ‘Turn the Light On’, waar een viool nerveus rondfladdert door een orkaan van drums, piano en trompet. Ze laat haar eigen gemompel tegen orkestrale arrangementen opbotsen, ze laat stemmen door elkaar heen kakelen en soms klinkt het al even geschift als haar Britney-cover waarschijnlijk klonk. En dan openbaart zich in die chaos opeens weer een prachtige melodie, of valt alles weer op zijn plaats. Weer een giechel. ‘Je hoeft het niet van begin tot einde te luisteren, hoor, er zit geen verhaallijn in. Als je wil mag je ook met de mooie nummers halverwege beginnen als het je allemaal teveel wordt.’