Donald Glover was - geen muziekliefhebber kan het ontgaan zijn - afgelopen weekend host van Saturday Night Live. Een grote eer natuurlijk, die alleen mensen toekomt met een groot momentum. En dan heeft Donald Glover, vooral dankzij het tweede seizoen van zijn eigen serie Atlanta, dat momenteel loopt. In die serie speelt hij een gescheiden man die probeert als manager van zijn rappende neef iets van zijn leven te maken, een serie over vriendschap en familie, over opgroeien als kansarme zwarte Amerikaan in een kansarme stad. De serie is een groot succes, en zeker niet zijn enige.
Direct na afloop van SNL lanceerde Glover de video bij een van de twee nummers die hij geprimeurd had in de show: ‘This Is America’. De video wordt van links naar rechts onthaald als een geniale kunstuiting, confronterend en slim. De clip is geschoten in een ogenschijnlijk leegstaande loods, waarin Glover met ontbloot bovenlijf zingt en danst. In eerste instantie zorgeloos, tot hij ineens een pistool tevoorschijn trekt en zijn gitarist zo door het hoofd knalt. Wat volgt is een bizarre 1-2 tussen Bruno Mars-achtig poppy danswerk en dreigende Atlanta trap, tussen een (overdreven) vrolijke glimlach en het meest gruwelijke geweld. Het is een vlijmscherp commentaar op de manier waarop de Amerikanen zich laten entertainen en afleiden, terwijl op de achtergrond hun land letterlijk in brand staat. Glover steekt zijn tong naar je uit om het punt extra duidelijk te maken.
Acteur, zanger, rapper, scriptschrijver: Donald Glover heeft het allemaal. Toch - of misschien wel juist daarom? - werd er vroeger nog wel eens lacherig over hem gedaan. Dat is nu voorbij, want dankzij de fascinerende nieuwe video ‘This Is America’ neemt iedereen Childish Gambino serieus.
Dat nu zo’n beetje iedereen - van CNN tot The Guardian - een video van Childish Gambino tot in de details analyseert, is nieuw. Donald Glover is zeker geen onbetwist genie zoals Kendrick Lamar dat is. In de openingsmonoloog van zijn Saturday Night Live special speelt Donald Glover een karikatuur van zijn zelfverzekerde zelf. Na eerst zijn indrukwekkende CV opgesomd te hebben - een muzikale carrière, een eigen tv-serie, een rol in de nieuwe Star Wars film - huppelt hij door de studio met de slogan ‘I can do anything’ op zijn lippen. Dat leidt tot ondermeer een lelijke val met een skateboard die hij maskeert als bedoelde truc en een kortsluiting in het lichtsysteem: ‘Gefixt!’. Donald Glover weet kennelijk zelf ook wel dat ie om de een of andere reden iets onuitstaanbaars heeft. Want ja, hij is zo’n knappe jongen met een perfect gebit voor wie alles net even te makkelijk gaat.
Daar werd hij in het begin van zijn carrière regelmatig op gepakt. Ja, hij was die jongen uit comedy-serie Community, die dacht ook wel even te kunnen rappen, met een naam die hij ontleende aan een online Wu Tang namengenerator. Geen grap, dat is echt zo. De toonaangevende muzieksite Pitchfork haalde Childish Gambino’s debuut volledig door de mangel. Een 1,6 kreeg Camp, zeldzaam laag. De overdreven, cartooneske flow en de opgeblazen pop-rap producties maken het volgens Pitchfork een van de meest ‘unlikable’ rap albums van het jaar. Spin Magazine is twee jaar later niet veel ruimhartiger als zijn tweede album uitkomt. Because The Internet heet het, en het is een soort conceptalbum over de impact van de online cultuur op onze levens. Spin vindt het niks en geeft een keiharde 2 uit 10: ‘Misschien is het album zelf wel een meme, een grote existentiële grap die de alles-veroverende opkomst van de internetcultuur parodieert door zelf compleet random te zijn. Hoe het ook zij: het is een slechte rap plaat.’
Er zit echt een ongekend venijn in die recensies. De vinger in beide recensies ligt eigenlijk op dezelfde zere plek: Childish Gambino probeert in zijn werk systemen te ontmaskeren en bubbels door te prikken, maar is hij zelf niet net zo’n bubbel? Wat schuilt er achter zijn façade? Hebben we te maken met een echt talent, of met een wannabe? Een artiest of een kameleon die teert op de verdiensten van anderen? Het meest steekt het dat Childish Gambino schermt met serieuze onderwerpen als racisme, mannelijkheid, street credibility en ‘real hiphop’. Met name met dat laatste kom je natuurlijk niet weg als je eigen muzikale idioom zo duidelijk leunt op vondsten van anderen.
Dat was duidelijk ook een kwestie van groei voor Glover. Hij is wat dat betreft echt een kind van zijn tijd, iemand die alle technieken ter beschikking heeft en die alles wil leren. En waar iedereen in een dronken bui wel eens een idee heeft voor een film, gaat Glover het vervolgens ook gewoon echt maken. Ook zijn derde album Awaken, My Love! stond weer vol van de knipogen naar andere muzikanten, maar dan met name uit de funkgeschiedenis. Bepaalde nummers spelen opzichtig leentjebuur bij Sly Stone en Funkadelic, op het schaamteloze af. Maar het is dan wel weer zo goed gedaan dat wij bij 3voor12 toch overtuigd zijn en hem uitriepen tot Album van de Week. Childish Gambino breekt door naar het grote publiek. Sterker nog: voor zijn funkrocksong 'Redbone' krijgt hij zelfs een Grammy-nominatie, en zelfs de meest felle critici beginnen Childish Gambino het voordeel van de twijfel te geven. En terecht, zo blijkt nu, want het lijkt erop dat Glover zijn voorbeelden, trucjes en grapjes begint te ontstijgen en een eigen stem ontwikkeld heeft.
Zelfs Pitchfork is nu definitief overstag. De belangrijkste muzikale gatekeeper van Amerika bestempelt 'This Is America' als Best New Music. De contradicties in de muziek en in de video zijn volgens Pitchfork een manier om de ambivalente relatie van de Verenigde Staten met 'blackness' aan te kaarten. "'Zijn wij je zegen of je vloek', lijkt Glover te vragen. Dat is een urgente vraag die antwoord verdient."
De ommekeer in Donald Glover’s status begon niet bij zijn muzikale carrière, maar bij die serie, Atlanta, die inderdaad nogal opvallend is. Welke commerciële zender waagt zich aan zwarte comedie verhaal over Afro-Amerikaanse jongeren in het door gangs geteisterde Atlanta? Een uitgebreid profiel van The New Yorker laat zien hoe Atlanta juist in de detail schuurt. Door een zwarte acteur de rol van popster Justin Bieber te laten spelen bijvoorbeeld geeft Glover zonder verdere uitleg commentaar op de manier waarop wit Amerika zich de zwarte cultuur toe-eigent. Het stuk laat Glover ook zien als iemand die als een bezetene alles wil leren, alles in zich opzuigt als een spons. En inderdaad, die ook overal goed in is. Hij noemt het zelfs zijn ‘superpower’.
Tegen The New Yorker zegt hij dat hij de realiteit ziet als een computerprogramma en zijn talent als ’hacking the code’. ‘Ik leer snel, ik heb het algoritme door. Als mensen depressief zijn en zichzelf van kant maken, komt dat doordat ze alleen het algoritme zien, de loop.’ Als Donald Glover willen leren basketballen, gaat ie een middagje ballen gooien. En aan het eind van de middag zie je niet meer dat ie er ooit slecht in was. Zo simpel is het. ‘Het klinkt misschien alsof ik mijn eigen lul aan het zuigen ben als ik dat zeg. Oh, hij vindt zichzelf overal goed in. Maar wat als je nou echt die superkracht hebt?’