Daarover verhaalt het derde deel van conceptalbum Murder of the Universe: daarin zijn de natuurlijke grondstoffen op aarde uitgeput en laten mensen zichzelf ombouwen tot cyborgs. De allerlaatste mens die deze transformatie doorgaat – Han-Tyumi, een anagram van Humanity – verlangt als robot toch weer terug naar het menselijke. Je hoort hem met computergegenereerde stem besluiten iets na te streven wat alleen een mens kan: kotsen (!) en sterven. Wanneer hij vervolgens inplugt op het systeem, vernietigt hij uiteindelijk het hele universum met een oneindige stroom aan kots. ‘Om een lullig voorbeeld te geven: stel je voor dat je A.I. bouwt die zo goed mogelijk fietsen moet kunnen bouwen, en die AI kan communiceren met alle andere A.I. ter wereld om dat proces mogelijk te maken. Dat is niet onrealistisch en zelfs al mogelijk: hij kan het materiaal bestellen vanuit over de hele wereld, het verschepen, afleveren en de fietsen in elkaar zetten. Stel nou dat je die AI de opdracht geeft om zoveel mogelijk fietsen te bouwen, ongeacht de prijs. Dan zal–ie rubber voor de banden blijven bestellen totdat alle rubber ter wereld op is, misschien zelfs besluiten om raketten naar Mars te sturen om daar shit te mijnen. En dat alles buiten weten van de mensen die de opdracht gaven. Uiteindelijk realiseert de AI zich: het enige wat mij ervan weerhoudt om nog meer fietsen te maken? Dat zijn de mensen, die staan maar in de weg. Vervolgens besluit hij de gehele mensheid uit te moorden, met de hulp van alle kunstmatige intelligentie ter wereld waarmee hij in contact staat. Het is een krankzinnig scenario, maar eigenlijk best geloofwaardig.’
Je kunt over de klimaatcrisis lullen wat je wil, maar als je er niet naar handelt betekent dat helemaal niets, zingt Mackenzie in ‘Melting’. ‘Ik probeer veganistisch door het leven te gaan en zo mijn steentje bij te dragen’, vertelt hij. ‘Maar… ik weet het niet: je kunt echt depri worden van op de planeet rondlopen, dat is het gekwelde-veganisten-effect. Je bent zoooo bewust dat alles wat je consumeert een negatief effect heeft, maar je moet wel iets consumeren om in leven te blijven. De meeste mensen willen er niet over nadenken omdat het zo beangstigend is. De enige manier voor mij om ermee te dealen hoe eng het eigenlijk is, is door erover te praten en zingen, en er misschien zelfs de draak mee te steken.’
Zou het iets met elkaar te maken kunnen hebben: die krankzinnige werkethiek van King Gizzard en de angst voor het einde der tijden? ‘Nu je het zegt, dat geloof ik eigenlijk wel. Het is niet dat ik bang ben om te sterven, of elke ochtend wakker word en denk: “Fuck, ik ga dood, LATEN WE SNEL WAT MUZIEK MAKEN!” Maar je weet nooit hoeveel tijd je eigenlijk hebt, laat staan hoeveel tijd de fucking mensheid nog heeft. Het kan nooit lang duren, en dan kun je maar beter doorwerken.’