Over streaming gesproken: ik kan me voorstellen dat de verschuiving van radio naar streaming een enorme impact heeft gehad op het vak van de songwriter, zowel creatief als commercieel.
‘Ik denk dat de betaalstructuur moet worden veranderd, zeker. Het is heel moeilijk voor een beginnende songwriter om ervan te kunnen leven als–ie geen grote hits maakt. Er zijn steeds minder kansen. Als ik in deze tijd was begonnen, weet ik niet of ik de eerste jaren had overleefd: Spotify betaalt de artiest en het label, maar de songwriter nauwelijks.’
Een voorbeeld: Kotecha heeft meegeschreven aan ‘One More Night’ van Maroon 5, dat negen weken lang een nummer 1-hit was in Amerika. Hij kreeg een Spotify-statement waarin stond dat het een dikke 78 miljoen keer was gestreamed. Kotecha had belang van een derde in het nummer, en uiteindelijk verdiende hij maar 11.000 dollar aan een van de allergrootste hits van het jaar. ‘Dat is eng en verdrietig, want zo verdwijnen de wat kleinere songwriters, en gaat een heleboel talent zich niet kunnen ontwikkelen. Als het over tien jaar niet is veranderd, dan zijn er geen songwriters meer over. Er is geen enkele industrie waar dat hetzelfde is. Als je naar de Oscars kijkt, zijn de eerste mensen die worden bedankt de screenwriters. Het is volgens de publieke opinie ook gewoon niet sexy dat artiesten hun eigen nummers niet schrijven.’
Hij ziet het zo: ‘Soms roepen mensen: “Blahblahblah, die popartiesten van nu zijn geen echte muzikanten, een handvol Zweden schrijft hun muziek.” Dan vraag ik: oh, wie zijn je favoriete artiesten? Frank Sinatra schreef nooit zijn eigen nummers, Elvis Presley niet, Whitney Houston niet, Celine Dion niet. Een paar van de grootste artiesten ter wereld schreef niet zijn eigen nummers. Men zal nooit over een acteur zeggen dat–ie niet goed is omdat hij niet zijn eigen tekst schrijft. Het is een ander talent; het vertalen en interpreteren van materiaal. Een geweldige zanger kan dat ook zijn wanneer–ie niet de tekst schrijft. Het gaat uiteindelijk om de muziek en hoe het publiek ervan geniet, het maakt toch niet uit wie het heeft geschreven?’
The Guardian schreef dat Spotify het lange intro vermoordt: in de jaren ’80 was het gemiddelde intro 20 seconden, nu nog maar 5 seconden. Hou je dat in gedachten wanneer je een nummer schrijft?
‘Spotify heeft heus veel goed gedaan voor de muziekindustrie, maar de obsessie met skip-rates is verschrikkelijk. Als een nummer vaak wordt geskipt, kunnen we ‘m niet op de playlist zetten. Het is een trend die de muziek niet verder helpt: als je muziek gaat baseren op of iemand de eerste 30 seconden wel luistert, dan krijg je alleen nog maar muziek die precies hetzelfde klinkt. Nummers die uit het niets kwamen, of dat nou om Led Zeppelin gaat of om 'SexyBack'… Die werden ook niet direct geaccepteerd. ALle kunst die vanuit het niets komt, heeft even nodig voordat mensen het goed gaan vinden. De muziekwereld worstelt daar nu echt mee.’
Probeer je die regels te breken?
‘Het is moeilijk te bewerkstelligen in de commerciële popwereld. Je probeert ’t, maar dan krijg je een label dat roept: “Oh, de intro moet korter vanwege de skip rates.’ Dat kan de creativiteit echt in het nauw drijven.’
Iets anders: je vertelde al eens hoe je liedjes laat horen aan je vrouw, gebruik je je kinderen ook als testpanel?
‘Jazeker, dat probeer ik wel, als ik ze effe stil kan laten zitten. Mijn vijfjarige zoon zegt wel of hij het goed vindt of niet, ik laat hem graag nieuwe liedjes horen in de auto. Dan zegt hij: “Papa, ik denk dat het een hit is!” Of: “Papa, kun je iets anders draaien?” Dan weet je dat–ie het niets vindt.’
Heeft hij vaak gelijk?
‘Ja, het is beangstigend hoe vaak hij het gelijk heeft! Soms hoop ik echt dat hij iets goed gaat vinden en dan vindt–ie het verschrikkelijk, daar ga je echt kapot aan. Dan wil je niet teruggaan naar de mensen met wie je schreef om te zeggen: “Ja, dit gaat niet werken. M’n vijfjarige kind vind het niets, dus we moeten het refrein aanpassen!”’