'We zijn verdomme niet van suiker!' Het staat in grote koeienletters geschilderd op een bord bij de ingang dat zo pontificaal in de weg staat dat je het bijna niet kunt missen. Dat is de humor van Into The Woods, maar ook van zijn bezoeker. Het felgekleurde festival weigert zich door noodweer te laten verpesten.

Op vrijdag is het weercijfer 3, er valt non-stop regen en het is zo’n beetje de slechtste nazomerdag die je je kunt voorstellen. Wat doe je dan? Dan loop je gewoon in je duikpak met snorkel rond, dans je in je meest kleurrijke space-poncho of doe je gewoon een heel kort broekje aan. Hoe minder kleding, hoe minder er nat kan worden, toch? Ben je toch vergeten je poncho mee te nemen? Dan is er gratis eentje te krijgen bij de bar. 

Die kleurrijke gekkigheid is wat Into The Woods al jaren zo leuk maakt. In de afgelopen acht jaar is het festival in het Amersfoortse bos uitgegroeid tot een kleurrijke kermis met in ieder hoekje wat te beleven, nog meer officieuze podia dan officiële. Hier staat een tent waar paaldansers hun billen schudden op moombathon en reggae, daar een taco-tent met een afdakje waar oldschool hiphop wordt gedraaid en even verderop twee rails met badkuipen waarin je tegen elkaar kan strijden. Ja, zo bizar is het allemaal. De afgelopen editie is – met twee keer 10.000 man – in een zucht en een scheet uitverkocht, hoewel er last-minute wegens het kutweer natuurlijk een paar honderd kaartjes voor bodemprijzen op Ticketswap staan.

Oh, en vergis je niet, naast die gekkigheid heeft Into The Woods vooral ook een uitstekend ‘officieel’ danceprogramma: ‘het Beukenbos’ als mainstage met knaltechno en op vrijdag Awakenings-knaller Cari Lakebusch als headliner, een vrolijkere house-stage tussen de klimmuren (waar je daadwerkelijk kunt klauteren!), en dan is er nog een stage met wat donkerdere, serieuzere sound. Daar valt op vrijdag vooral Stimming op, de Duitser die zijn melancholische platen vol belletjes en piano traag over elkaar schuift met een uitstekend gevoel voor timing en geduld. Soms durft hij helemaal stil te vallen in een intense break, dan weer laat hij een bedwelmende Oosterse toetsensolo horen.

Even verderop is Kornél Kovács net klaar, de man die met zijn label Studio Barnhus vaak net iets te guitige en cheesy house draait. Zijn set vandaag is gelukkig een tikkeltje serieuzer en raakt daarmee precies de juiste snaar voor al die natgeregende koppies. Hij begint mellow en soepeltjes, maar al gauw klinkt het ‘This is siiiick’ in een maffe houserammer met dubby wobbelbas, door naar electro en breakbeats op het randje van kitsch om met zijn eigen Pantalon af te sluiten. Het is veel leuker dan de cocktailhouse met gefilterde disco van Jackmaster-protégé Jasper James, die het van Kovács overneemt. 

Dan maar even door naar KiNK die in het Beukenbos zijn techno-alias Cyrillic presenteert. Het is allemaal wat steviger dan wat de Bulgaar normaliter speelt, maar zijn live-act is weer hyperactief als altijd. Hij is de meest vingervlugge man van het festival, en ramt non-stop op de CDJ’s. Die gebruikt ie niet om hele tracks te draaien, maar om korte loops af te spelen, naast een mixer en drummachine. Die laatste pakt hij af en toe op om te laten zien dat hij het allemaal écht live doet. Of nou ja, veel van zijn bewegingen komen de show meer ten goede dan de sound, soms wil hij echt te snel van A naar B en zijn climaxen vallen telkens net verkeerd, maar ritmisch gebeurt er superveel en het is ontzettend leuk om hem op zijn vingers te kijken.

De Detroit-weirdo die uitgroeide tot Ibiza-ster Seth Troxler krijgt ondertussen drie uur om het house-podium af te sluiten. Sommige van zijn sets schijnen legendarische marathonsessies te zijn, maar vandaag lijkt hij niet zo goed te weten wat ie wil: van druggy house met mompel-vocalen naar galmige disco, opeens de recente hit van Bicep tussendoor om van jungle-ritmes terug naar house te gaan. Hij weet het publiek er niet echt mee in de greep te krijgen, en wanneer de motregen nog eenmaal in een hele akelige stortbui verandert en de kou diep in de botten is getrokken is het tijd om naar huis te gaan. Morgen weer een dag. 

Into The Woods

Wanneer: 8 - 9 september 2017
Waar: Het Amersfoortse bos
Editie: 9e
Publiek: Jong en divers, van Ruigoordhippies tot sportieve merkkledingtypes, en veel 'lekker gekke' outfits

En wat begint die zaterdag hoopvol: de regenlaarzen staan in de modder, maar de koppies in de zon. De maffe chillhoekjes waar het bos mee doorspekt is zijn inmiddels opgedroogd. Plukjes mensen zitten op tweedehands sofa's tussen felgekleurde palletkunstwerken, dunne stralen zonlicht stromen door het bladerdek, drie aliens in gifgroene morphsuits lopen gezellig keuvelend over het bospad. Red Light Radio-bekende Will Oirson laat zich meeslepen in de sprookjesachtige sfeer, en opent zijn set met new age-meditatieklokken die overgaan in melodische midtempo housebeats. Even wakker worden. Het festivalterrein is nog opvallend rustig. De eerste zeepbellen vliegen door een langzaam grijzer wordende lucht.

En dan: een wolkbreuk vanjewelste. Iedereen sprint weg, op zoek naar onderdak of naar de kluisjes – jij dacht dat je je regenjas vandaag lekker daar kon laten liggen? Helaas. Beveiligers schreeuwen dat we de andere kant op moeten – iedereen naar het zwembad! Iedereen nú naar het zwembad!

Inderdaad, in het midden van het bosterrein ligt een groot leeg pierenbad, waar normaal gesproken kinderen met oranje zwemvleugeltjes in spetteren. Into The Woods heeft er een plein met eettentjes van gemaakt. Het is de enige open plek tussen al die bomen, en nu wordt het hele festival stilgelegd om iedereen daar naartoe te manen. Onweer op komst.

Alle podia van het festival zijn stil, behalve het kleine tentje midden in het zwembad. Daar blijft in de stromende regen een feestband met blazers dapper door spelen, zoals het strijkkwartet op de Titanic, maar dan met een hoempapaversie van 'Seven Nation Army'. Het publiek van Into The Woods is vastberaden om de storm te trotseren. Een massale regendans ontstaat. Een paar meter verderop staat Gandalf in een regenponcho.

Zodra er een half uur later een streepje blauwe lucht verschijnt beginnen mensen spontaan te juichen. Het onweer is weggebleven, de regen trekt verder. Vanuit de dj booth in de verte kijkt men hoopvol richting de beveiliging. Mogen we weer? Ja! De menigte in het zwembad verspreidt zich direct, terug het bos in. Om het regenwoudgevoel nog wat extra te benadrukken pepert Max Abysmal zijn set met gesamplede houtpercussie, afrobeatvocalen en vogelgeluiden. De Australische dj is een graag geziene gast in De School. Met zijn opgewekte set en de voorzichtig terugkerende zon beginnen we langzaam weer op te warmen.

Het wordt drukker op het terrein. Slimmeriken zagen de weersvoorspelling van vandaag en besloten pas na de bui te arriveren. Het veld bij het Takkenstage is inmiddels bomvol, en de België-via-Berlijnse dj Locked Groove laat zijn spierballen rollen. Nu laat hij donkere technobeats snerpen, beuken en venijnig hard droppen, dan schakelt hij weer vloeiend door naar melodisch, soepel en funky. Behoorlijk knap, en hij brengt het publiek ermee samen. Zowel de natgeregende vroege vogels als de droge nieuwkomers, mensen die met hun heupen willen wiegen en mensen die met hun vuisten in de lucht willen pompen.

Want dat is ook een wezenlijk deel van Into The Woods: in een idyllisch bos vol vrolijke, lieve gekkigheid moet je ook ongegeneerd kunnen rammen. Dat doen we vanavond bij Shifted. In een bomvol Beukenbos staat de Britse Guy Brewer, voorheen bekend als de helft van drum & bass-duo Commix. Zijn set is allesbehalve gemoedelijk. Grommende bassen bouwen langzaam dreigend op tot hij er een salvo ijskoude beats overheen lost. Het is pure body music. Brewer sleurt je mee het donker in tot al je zintuigen verdoofd zijn en je alleen nog kunt bewegen. Een heel stuk spannender dan George Fitzgerald even verderop, die een wel heel toegankelijke set draait, poppy in zijn gebruik van melodieën en terugkerende motieven.

Op het veld onder die klimmuur is de taak aan Hunee om de dag af te sluiten. Het wordt bijna voorspelbaar om te zeggen dat zijn sets divers zijn: Hunee haat hokjes en kiest zijn tracks uit alle hoeken van de muziekgeschiedenis. De Amsterdamse producer en selector gidst ons vanavond van een funky Latin track via bonzende techno naar de sublieme onderkoelde Carl Craig mix van Dave Angels 'Airborne', met dat pulserende bedje synths en die ijzige meisjesgil. Tussen de bomen is het ineens pikdonker, op een blauwe stroboscoop na. Net als je denkt dat Hunee vanavond een atypisch ongezellige set van plan is, gaan alle lichten weer aan en begint hij aan een laatste uur vol discogoud. Zijn laatste track is Hunee in een notendop: een remix van Jorge Bens 'Taj Mahal', een op India geïnspireerd nummer van een Braziliaanse zanger met een refrein dat exact lijkt op 'Do Ya Think I'm Sexy?'.

Zo eindigt Into The Woods precies zoals het hoort te zijn: divers, vrolijk, humoristisch en een beetje 'lekker gek'. Die aandoenlijke gekkigheid had genadeloos kunnen verzuipen in alle noodweer, maar hier in het Amersfoortse bos leidt het alleen maar tot uitgelaten verbroedering. Dat is de verdienste van de bezoekers en hun blijkbaar onverslaanbare optimisme. Daar kan een beetje regen niet tegenop. Niet van suiker, inderdaad.