‘Eerlijk gezegd: ik denk altijd dat ik me normaal gedraag, zoals het hóórt, en dan merk ik dat mensen er er verward van raken. Met Wooden Constructions wilde ik gewoon vrolijk dansen op een podium. Daar schrokken mensen vervolgens heel erg van. In De Slimste Mens wilde ik een aardige, spontane jongen zijn, maar op de een of andere manier vond iedereen me vreemd. Met Meitje speelde ik een tijdje iedere donderdagavond in de travestietenbar Church. Ik stond dan in een zaal vol vreemd aangeklede travestieten die mij weer vreemd aankeken. Ik vind de wereld om me heen ook vreemd, en dat probeer ik weer terug te spiegelen.’
Gover Meit zegt het bloedserieus, alsof hij zich werkelijk over verbaast dat mensen vinden dat hij als een malloot danst, alsof de maffe outfits die hij draagt in de tv-quiz doodnormaal zijn. Met zijn nieuwe band longsy roept hij datzelfde gevoel ook op: het is dadaïstische en schetsmatige post-punk waar soms geen touw aan is vast te knopen, ruw en gemeen, met grommende gitaren en de vaak angstaanjagende brul van Gover Meit.
De videoclip voor Bangkok Connection, die deze week is verschenen, past daar honderd procent bij. Je ziet hoe Meit op het drukste plein van Tokyo met een witgeverfd gezicht en traditioneel gewaad als een bezetene heen en weer staat te springen, zijn armen omhoog zwaait en zijn ogen wegdraait. Alsof-ie Nick Cave is. ‘Ik dacht dat mensen daar wel behoefte zouden hebben aan een traditionele dansperformance op straat, maar had er geen rekening mee gehouden dat die outfit slechte geesten symboliseren. Als ik probeer te integreren in een nieuwe wereld, ontstaat er vaak chaos.’
Inderdaad ontstaat er chaos wanneer hij wordt gefilmd op Shibuya Crossing. ‘Ik werd na twee takes opeens van achteren beetgegrepen. Dat bleek een politieagent te zijn, die me zonder iets te zeggen heeft meegesleurd naar een klein politiehokje midden op de oversteek. Hij werd helemaal gek, begon schuimbekkend in het Japans tegen me te schelden, gooide de tafel tegen de muur. Ik zat weggedoken in een hoekje: “Sorry, sorry, I don’t understand!” Hij pakte daarop zijn wapenstok, sloeg op de tafel en dreigde me in elkaar te aan timmeren.’ Wat Meit toen dacht? ‘Ja, dat mijn betere dagen waren geteld, natuurlijk. Het was echt een Jappenkamp-ervaring. Die situatie duurde een minuut of tien, er kwam ook nog een collega bij, ze gingen allebei weer weg. Toen ze terugkwamen, waren ze opeens kalm en vriendelijk, en begonnen ze in het Engels tegen me te praten.’ Wat bleek: de politie in Japan mag niet zomaar geweld toepassen, maar wel degelijk zoveel mogelijk intimideren. ‘Ze waren kennelijk zelfs ontzettend bang voor me, omdat ik zo’n provocerend kostuum aan had en me had ingesmeerd met bakmeel. Dat stoof en dwarrelde op de mensen die voorbij kwamen. Maar… als wit poeder op de verkeerde persoon komt, schieten de Yakuza gangsters je direct dood, omdat ze ontzettend bijgelovig zijn en jij eruit ziet als hun grootste nachtmerrie.’ Uiteindelijk werd het toch nog een prettig gesprek met de agenten, vertelt Meit, waarin ze vroegen wat voor eten hij lekker vond, enzo.