Daar gaat-ie dan, hoppakee in een keer van Turkse funk door naar Rae Sremmurd en via 8bit-computerspelletjesmuziek naar Radiohead. Zijn weelderige krullenbos – zijn signatuur – zwiert door de lucht terwijl hij met zijn armen spastisch meebeweegt op de een of andere onmogelijke dubstep-rammer. Nee, weirdo The Gaslamp Killer houdt niet zo van hokjes, laat hij als een van de headliners van Catch weer eens zien. Zie zijn set gerust als het symbool voor het elektronische muziekfestival, dat ver voorbij de house en techno kijkt en genres aaneenrijgt als kralen aan een ketting.
Maar goed: zo avontuurlijk en lomp als The Gaslamp Killer de grote Ronda-zaal weet te maken, is Catch aanvankelijk nog niet. Cubicolor – een half-Nederlandse, half-Britse act – opent het festival met zijn livedebuut. Nooit van gehoord? Daar hoef je je niet voor te schamen, maar de act vergaarde al miljoenen streams op de streamingdiensten (en dan vooral in Mexico en de VS) en tekende op Anjunadeep, het deephouselabel van Above & Beyond. Ze klinken alsof een reclamebedrijf vroeg om een soundalike van DJ Koze ten tijde van Amygdala (goede plaat is dat!) en het rustigere werk van Moderat, maar ‘dan wel wat minder raar’. Ze staan met z’n drieën op het podium: een toetsenist, een man achter laptop en midi-controller en een zanger/gitarist die duidelijk te vaak naar Radiohead heeft geluisterd. Hun koelbloedige en melancholische deephouseshow voelt met dit podiumdebuut al behoorlijk volwassen, maar heeft de diepgang en uitstraling van een bord magere sojayoghurt.