Kelly Lee Owens werkte bij Rough Trade en Sister Ray Records, en ook bij speciaalzaak Pure Groove, waar ze samenwerkte met dj/producer Daniel Avery en waar ze via hem James Greenwood ontmoette, ook wel bekend als Ghost Culture. Voila, een vruchtbare voedingsbodem voor een muzikant met smaak. Want zo gaat dat achter de balie in platenzaken: je staat toch de hele dag over muziek te lullen, reikt elkaar van alles aan en probeert elkaar af te troeven door nog dieper te gaan.
Vroeg of laat moet het daar achter een van die balies gegaan zijn over Arthur Russell, de legendarische muzikant en producer uit de New York underground scene eind jaren zeventig, begin jaren tachtig. Russell maakte disco met Loose Joints en punkfunk met Dinosaur L, maar ook elegante elektronische popliedjes onder zijn eigen naam, muziek die vloeiend en transparant klinkt, experimenteel maar toch ook vaak toegankelijk.
De maandag na Record Store Day gonst de platenzaakromantiek nog even door op de 3voor12 redactie. Het album van de week is namelijk van Kelly Lee Owens, een 28-jarige zangeres en producer met een stevige basis in het Londense platenzakencircuit.
Dat Kelly Lee Owens die Arthur Russell bewondert is geen geheim: ze noemde de tweede track van haar album naar hem, en dat was dan weer een van de eerste twee tracks die ze uitbracht, al drie jaar geleden. Het is een dromerig liedje met veel echo over de vocals en een zacht, een beetje stoffig klinkende drumcomputer. Sindsdien werkte Owens geduldig aan haar titelloze debuutalbum, dat nu dan echt verschenen is. En de esthetiek van Arthur Russell heeft zijn weg gevonden in een heel eigen, soepele stijl.
Vooral de eerste helft is introvert en sfeervol, met diepe vocalen en als vroeg hoogtepunt het nummer ‘Anxi’ met de monotone bijdrage van de Noorse zangeres Jenny Hval. De track voelt als een jam tussen de galmende stemmen, de drumcomputer en de synth bas, en heel voorzichtig begint een house-groove te ontstaan. Naarmate het album vordert wordt die groove steeds explicieter. ‘Lucid’ is nog een dagdromer met prachtige strijkers, vanaf ‘Evolution’ en ‘Bird’ mag er voorzichtig gedanst worden. Die laatste track doet met al die klokken wel denken aan Pantha Du Prince en is de enige instrumentale track op het album.
Het album eindigt met de kosmische track ‘8’, bijna tien minuten schoon aan de haak en gedrenkt in Indiase drones. Geen climax zoals je die in een club zou verwachten, wel het fascinerend einde aan je introverte trip thuis op de bank. Of het nu folk, dreampop en losse house is, Kelly Lee Owens toont zich een meesteres in het bedwelmen van haar luisteraar.
Makkelijk op de hoogte blijven van alle nieuwe muziek? Abonneer je op de 3voor12 #NIEUWEMUZIEK playlist op Spotify. Nog meer #nieuwemuziek vind je in ons dossier.