Gus Blanken is al even bezig. Toen Dekmantel net begon met feesten geven, tien jaar geleden, draaide hij er al snel. Niet gek ook dat ie nu zijn album op het label van die organisatie uitbrengt. Hij maakte in die tijd snel naam met ouderwetse house producties. Veel soul, vocals, richting deephouse. Het leek zo uit New York te komen. Als je daar op rekent op dit album of op de tribale techno die hij onder de naam Talismann maakt, kom je bedrogen uit. Niet dat er niet gedanst kan worden op Than Sadet - geen paniek! -, maar het is allemaal net wat abstracter. Als er al een kick klinkt, dan klinkt die veel losser dan in alle eerdere Makam producties. Sowieso lijkt alle percussie alsmaar in beweging en te schuiven. Zo vanuit zijn Thaise strandhut naar buiten kijkend, hoefde het voor Makam blijkbaar allemaal niet streng en strak binnen de lijnen.
Diezelfde losheid zit in de benadering van het onderwerp van de plaat. Je hebt sowieso als producer natuurlijk al flink wat vrijheid als je een instrumentale plaat maakt over iets concreets als een strand. En al hoef je op zo’n album dan eigenlijk niet concreet te worden, toch is er een hoop direct te herleiden naar de vakanties van Makam, alsof hij toch wat kaders wil uitzetten. ‘Chihuahuas' is genoemd naar de zwerfhonden op het strand, ‘Buddhas Bridge’ naar een bestaande brug, ‘Seven Kings’ naar de koningen die een heilige plek bezochten, ‘Mai Pen Rai’ is een bekende Thaise uitdrukking (die in tal van situaties gebruikt kan worden), en ‘Riding High’ gaat over stoned op je scooter rondrijden.