Sevn Alias: ‘Je moet jezelf in toom houden om eruit te halen wat erin zit’

Twenty Four Sevn 3 verschijnt zondag wanneer de heetste rapper van Nederland op Pinkpop staat

Timo Pisart ,

3voor12 spreekt Sevn Alias, de heetste rapper van het moment, in aanloop naar de release van Twenty Four Sevn 3 en een indrukwekkende rij shows op o.a. Pinkpop, Best Kept Secret en Lowlands. Hoe Sevaío Mook zijn agressie leerde kanaliseren en kids van alle nationaliteiten wil verenigen.

Als je een topverdediger bent bij een eredivisieclub en Zlatan vraagt je om met hem te trainen, zou je ja zeggen? Dat vroeg Sevn Alias eergisteren op zijn Facebook-pagina. Ja, natúúrlijk, antwoordde de grote meerderheid van zijn fans. Een dag later: ‘Waarom kan dat wel geaccepteerd worden door de meerderheid, maar wanneer een underground-artiest met een mainstream samenwerkt, is het een probleem?’

Wat is het geval? Sevn Alias, de heetste straatrapper van Nederland, verscheen onlangs op een track van boyband B-Brave, en dat vonden veel van zijn fans zachtst gezegd ‘niet zo leuk’. Uitgebreid, genuanceerd en rustig reageerde hij gisteren op de haters ‘dat je van iedereen kunt leren’.  Maar er ging een lange weg aan vooraf voordat hij leerde zo beheerst en weloverwogen te reageren.

‘Ik ging er meteen in met de gedachte: ik ga jou helemaal kapot maken. Heel boos. En dat terwijl ik eigenlijk een best wel technische vechter was, maar dat kwam helemaal niet naar voren. Al die techniek bleef liggen, man. Later heb ik dat wel opgepakt; je moet jezelf in toom houden om eruit te halen wat er eigenlijk in zit.’

Sevaío Mook (19) zegt het vriendelijk, zelfs een beetje verlegen, en lacht vrolijk zijn fonkelende beugel bloot terwijl hij neerploft op een oude leren bank in de kelderstudio-in-wording van zijn label Rotterdam Airlines. Hier hangt kerstverlichting, daar ligt isolatiemateriaal in een hoekje en verderop is al een volwaardige zangbooth ingericht.

Het zit zo, vertelt hij, als jonge jongen had hij nogal een agressieprobleem. Hij begon te kickboksen toen hij een jaar of 12 was, in de Days Gym in Almere. Als jeugdspeler vecht je in een wedstrijd drie keer een minuut. ‘Dat klinkt kort, maar het duurt echt verschrikkelijk lang als je moe bent. Wanneer je dreigt te verliezen of een keer 8 seconden krijgt? Dan duurt zo’n minuut een eeuwigheid.’ Zijn eerste wedstrijd werd het rood voor zijn ogen. ‘De eerste ronde heb ik gedomineerd, de helft van de tweede ronde ook, maar daarna? Ik was gewoon moe, man. Mijn tegenstander heeft de partij naar zich toegetrokken. Niet dat hij beter was dan ik, maar kickboksen is meer dan alleen vechten. En je moet weten: ik wilde de beste worden, in alles wat ik doe. Mijn laatste wedstrijd zag mijn blik er nog hetzelfde uit als die eerste, maar het verschil was de focus waarmee ik er stond.’

Tekst gaat door onder de foto.

Die blik en houding, die heeft Sevaío ook nu nog wanneer hij op het podium staat als Sevn Alias: gevaarlijk, soms bijna woedend maar ook uitzonderlijk geconcentreerd. Met zijn grimmige straatrap stond hij begin dit jaar op Noorderslag – na shows in clubs en op Appelsap zijn serieuze livedebuut – en dat optreden was overweldigend goed. Het absolute hoogtepunt van Noorderslag, schreven we toen, en dat succes verzilvert Sevn Alias nu: de rapper staat werkelijk op elk festival dat ertoe doet, van Pinkpop (tegenover headliner Paul McCartney) tot Best Kept Secret tot Lowlands.

Deze shows worden een eerste kennismaking voor het grote publiek, hoewel zijn mixtapes Twenty Four Sevn en TFS2 al tijden op straat rondgonzen uit de iPhones van jonge kids. Ja, en hiphop-autoriteiten Kees de Koning (Top Notch) en Rotjoch (101Barz) noemden Sevn Alias onlangs nog de beste underground-rapper van het moment. Deze zondag moet Twenty Four Sevn 3 verschijnen, in het najaar zijn debuutalbum.

‘Waarom ik geen grote crimineel ben geworden?’
Een rooskleurige toekomst dus, maar Sevaío moest van ver komen, vertelt hij vandaag in Rotterdam. Zijn Surinaamse vader werkte in een fabriek bij LG, zijn Antilliaans-Surinaamse moeder in de kinderopvang. Hij groeide op in de Staatsliedenbuurt in Amsterdam. ‘”Een buurt waar ik mijn kinderen niet wil zien opgroeien”, zei mijn moeder. Vanwege de inbraken en overvallen, enzo. Als kleine jongen heb je dat niet zo door, ik was gewoon aan het voetballen en spelen in de buurt.’ Pas later, toen hij het boek Mocro Maffia las, ging hij begrijpen wat hij al die tijd om zich heen zag. ‘In de krant lees je alleen maar over de incidenten: er is weer eens iemand doodgeschoten, maar je leest niet wat eraan vooraf gaat. Je leest niet hoeveel mensen erbij betrokken zijn, je leest niet dat er een hele structuur omheen zit, dat het allemaal om een paar sleutelgebeurtenissen draait.’

Onlangs sprak hij erover met rapper Kalibwoy, uit de Bijlmer. ‘Een groot deel van mijn familie komt ook uit de Bijlmer, en ik noemde een paar namen op. In dat gesprek deed hij echt een stap naar achteren: “Broer, is dít jouw familie? Waarom ben jij geen grote crimineel geworden? Waarom zit je niet vast?” Ik heb heel veel meegemaakt, heel veel heeft me pijn gedaan. Maar ik ben niet iemand die heel veel praat, muziek is daarin mijn uitlaatklep.’

Tekst gaat door onder de video.

Zijn ouders gingen uit elkaar en zijn moeder had genoeg van Amsterdam. Met Sevaío verhuisde ze eerst naar Zeewolde en later naar Almere. ‘Dat was als jonge jongen echt moeilijk: ik wilde eerst altijd maar weg, klagen klagen klagen. In Almere zijn alle gebouwen zomaar néérgezet, en mensen van overal zijn er bij elkaar gegooid, het heeft geen geschiedenis. Ik heb de mensen lief die ik daar leerde kennen, maar het is niet een plek waar ik groot zou willen worden.’

In groep vijf van de basisschool kwam hij in Almere, toen ging alles ‘redelijk goed’ tot groep zeven. ‘En toen?.. Ik weet niet echt wat er gebeurde... Ik ging extra voelen dat ik me moest bewijzen tegenover mensen.  Thuis had niemand last van me, ik was zo rustig dat niemand doorhad dat ik überhaupt er was. Maar op het schoolplein werd ik best wel agressief en druk. Mijn prestaties begonnen eronder te lijden. En dat precies op het moment dat je CITO’s gaat krijgen, precies de periode die ertoe doet en je middelbare schoolcarrière gaat bepalen. En eh... ik ben geen domme jongen, ik weet heel goed wat ik doe en waartoe ik in staat ben. Ik denk dat mijn meester, meester Fred, dat heel goed heeft opgepikt.’ Die stuurde hem naar een agressietraining van 12 weken, vertelt Sevaío. ‘Niet dat dat per se heeft geholpen, ik wilde daar niet zijn en dacht niet dat ik het nodig had. Maar toen ik ervan terugkwam wilde ik ervoor gaan. In groep 7 had ik drie goede vrienden, die hadden allemaal een hogere CITO-score dan ik, terwijl ik wist: “Dat kan nooit kloppen, man. Ik ben de beste.” Dat was het moment dat ik besloot me niet te laten beperken door dit gedrag, man.’

En dat wierp zijn vruchten af, na een aanvankelijk VMBO-advies kwam er in groep 8 Havo-VWO uit. Vervolgens is Sevaío naar de Havo gegaan. Na een zware periode maakte hij dat niet af en besloot hij naar de ROC Almere te gaan waar hij Zorg & Welzijn studeerde. ‘In dat eerste jaar leerde ik over sociaal maatschappelijke dienstverlening, jeugdzorg, dat soort dingen. Maar het tweede jaar?’ Hij begint te schateren. ‘Ja, toen werd ik opeens rapper, man!’

‘Opeens gingen alle nationaliteiten met elkaar mengen’
Natuurlijk was de muziek er altijd al. Zijn vader sleepte Sevaío als jochie al mee naar de repetities van de Surinaamse band waar hij in speelde, en op het schoolplein rapte hij wel vaker een paar lines met vrienden, maar jaren later waren het producer Esko en zijn vriend Jonna Fraser die hem aanspoorden er echt werk van te maken. Er zijn nog vroege filmpjes van hem onder de naam Odje Taylor en met de groep D-Boyz te vinden, maar hij viel voor het eerst echt op met de track Mrowen, waarin hij opvallend genoeg Marokkaanse slang gebruikt. Net als op latere hits Kifesh en Ma3lish, trouwens. ‘Dat zit zo: bij ons in de buurt stonden alle groepen op een andere hoek van het plein: Marokkanen stonden hier, Surinamers stonden daar, Antilianen even verderop. Ze liepen hoogstens een keertje naar elkaar om een sigaret of een aansteker te vragen. Een vriend van mij, Nassim, begon opeens meer met de donkere jongens om te gaan. Dat was het eerste moment dat de nationaliteiten begonnen te mengen, en nu trekken ze allemaal met elkaar op. Marokkanen willen normaal nooit voor de camera komen, maar bij Mrowen heb ik het voor elkaar gekregen dat de hele buurt, Marokkaans, Antilliaans, alles, voor de camera komen omdat ze zich verenigd voelden met elkaar. Dat vind ik echt tof, man, dat is waar ik voor sta.’

Tekst gaat door onder de video.

Dankzij een Zomersessie bij 101Barz en de rammer Ma3lish brak Sevn Alias vervolgens definitief door, die laatste werd door de verzamelde Nederlandse hiphop-pers uitgeroepen tot de beste track van 2015. Begin 2016 volgde het hitje Kifesh, waarin hij zegt niet te stressen om meisjes. Eigenlijk een les die zijn moeder hem leerde, vertelt hij nu. ‘Ze heeft me altijd gewaarschuwd voor vrouwen. Ze zei: “Laat een vrouw nooit je ziel nemen.” In onze familie waren er een aantal mensen, man of vrouw, die de macht uit handen hebben gegeven aan hun partner. Mijn moeder heeft dat nooit gedaan, daar ben ik heel blij mee. Ik denk dat ik dat van haar heb overgenomen en er heel sterk in sta.’

En tegelijkertijd heeft hij nu al een halfjaar een vriendin, met wie hij net op vakantie is geweest in Turkije, bekent hij schoorvoetend. ‘Ze overrompelt me niet, maar zij weet waar ik sta en ik weet waar zij staat. We weten wat we bij elkaar kunnen flikken, en ik hoop dat ik met niemand anders meer hoef te zijn, man.’

Samen gingen ze naar Antalya, een stadje aan de zuidkust van Turkije, om het hoofd even te legen. ‘Het was de afgelopen tijd zó druk dat ik even weg moest. En inderdaad: ik vond daar een bepaalde rust, op het balkonnetje van onze hotelkamer besefte ik hoe belangrijk het eigenlijk is om een moment te hebben om tot jezelf te komen. Ik heb zoveel op dat balkonnetje gezeten met vragen als: wat wil ik eigenlijk? Wat kan ik van mezelf verwachten? Wat verwachten anderen van me? En hoe ga ik daarin de middenweg vinden? Ja, ik denk dat het heel goed voor me is geweest om daarover na te kunnen denken.’

En wat Sevaío dan wil? De allerbeste worden, dat sowieso, en hoe cliché dat misschien ook mag klinken: daarmee zoveel mogelijk mensen verenigen. Jong en oud, Marokkaans, Surinaams en Nederlands. ‘Ik treed nu soms voor blanke jongetjes van 12 of 13 jaar op die voor het eerst een hele andere kant van de maatschappij te zien krijgen. Ze komen na afloop van de show naar me toe en zeggen: “Ik heb problemen en jouw muziek helpt me erdoorheen.” Ik respecteer die jongens zo, sommigen ervan zijn kinderen van Wilders-stemmers. Die distantiëren ervan en kiezen zélf wat ze willen. Dat is toch fantastisch?’

Sevn Alias brengt zondag zijn mixtape Twenty Four Sevn 3 uit en staat die dag ook op Pinkpop. Verder speelt hij o.a. nog op Best Kept Secret, Woo-Hah, Lowlands, Encore Festival, Valkhof Festival, 22Fest en Solar.