Jazeker, Kraantje Pappie vindt zichzelf ook best een platte rapper. Op zijn nieuwe album Crane III benoemt hij zichzelf zelfs tot het ‘ordinaire ornament’ van de Nederlandse hiphop. Maar een ding wil ie dat we van hem aannemen: ‘Ik meen het oprecht, ik ben niet van het makkelijk scoren’. In gesprek met een verlate puber die nu toch echt volwassen is.

Kraantje Pappie is terug bij zijn jeugdliefde. Of eigenlijk moeten we zeggen: Alex van der Zouwen is terug bij zijn jeugdliefde. Het was juist zijn rap-alias Kraantje Pappie dat een jaar of vier geleden een einde maakte aan de klik tussen de twee. Het was het moment dat alles plotseling ontplofte, en Alex van der Zouwen letterlijk van de ene op de andere dag een bekende Nederlander was. ‘Ik leerde haar kennen twee maanden voor de Boulimia release, in 2009. Ze was way out of my league en al veel meer vrouw dan ik man was. Terwijl ik als 23-jarig gastje met baggy pants met mijn laatste muntgeld bier stond te bestellen, hing zij met gasten met een baan. Maar het klikte enorm, en ik heb ook met haar samengewoond. Maar toen Waar Is Kraan? opblies ben ik die lul geweest die tegen haar zei: ik ga dit alleen moeten doen. Ik ben uiteindelijk met hangende pootjes terug gekomen.’ 

‘Ze was way out of my league en al veel meer vrouw dan ik man was.’

‘Ik heb een tijd mijn twijfels gehad of ik nog wel voldoening haalde uit de muziek.’

 
Je hebt een nieuw album uit, Crane III. En dat terwijl je een paar jaar geleden nog zinspeelde op het einde van Kraantje Pappie. Het leek erop dat je er zelf eigenlijk niet zoveel trek meer in had. Toch wel?

‘Dat klopt, ik heb een tijd mijn twijfels gehad of ik nog wel voldoening haalde uit de muziek. Ik wist eerlijk gezegd niet zo goed waar ik heen wilde met mezelf. Ik heb best wel een klap opgelopen tussen het uitkomen van Crane II en het jaar daarna, in de zin: ik wist niet meer zo goed wanneer ik Kraantje Pappie was, en wanneer Alex.’

Wat bedoel je daarmee?
‘Nou, dat ik het letterlijk niet meer wist. Ik vond de muziek die ik maakte kut. Bij de eerste twee kon ik mezelf in de spiegel aankijken en zeggen: ook als dit helemaal afgebrand word, heb ik geen excuus voor mezelf. Dit is het vetste wat ik kon maken. Maar bij de demo’s die ik voor Crane III voelde het niet goed. In die tijd liep ik ook rond met het gevoel dat ‘Alex’ stil stond. Vanaf het moment dat mensen mij op straat begonnen te vertellen dat het vet was wat ik maakte, had ik aan hem geen aandacht meer besteed. Het was ook focking makkelijk om een Kraantje Pappie masker op te zetten. Maar ik kwam niet meer in die vibe. Ik ben zelfs een tijdje bij een psycholoog geweest - niet al te zwaar hoor - omdat ik het moeilijk vond van die twee personen een te maken. Die zei: dat moet je ook helemaal niet willen. Kraantje Pappie bestaat helemaal niet, jij gebruikt je lichaam om vorm te geven aan een bepaald product. Kraantje Pappie is geen echt alter ego, maar het is ook niet de meest eerlijke vorm van mezelf. Hij is een bepaald deel van mijn karakter, maar dan op een soort Dennis The Menace achtige manier. Brutaler, platter, ordinairder.’

Laten we eens naar het begin gaan. Jij was in je tienerjaren een succesvol judoka. Dat betekent: gedisciplineerd leven. Is Kraantje Pappie daar een reactie op?
‘Dat is het, al is Kraantje Pappie meer dan alleen drank, drugs en andere ongezonde dingen. Het is ook het brutale dat ik altijd al had. Als bij een judotoernooi in het buitenland klachten waren bij het hotel, kon je er donder op zeggen dat ik er mee te maken had. Maar dat is niet de reden dat ik ermee gestopt ben, ik merkte gewoon dat ik internationaal verloor. In tegenstelling tot mijn maat Henk Grol, die ook buiten Nederland huis hield. Ik kan wel stellen dat ik na het gedisciplineerde sportleven verlaat ging puberen, maar het ging niet onnatuurlijk. Ik vond het focking leuk, tot de dag van vandaag.’

Neem me eens mee naar het moment dat Kraantje Pappie ontplofte? Je werkte met Noisia, grote namen in de drum ’n bass scene, maar niet per se hitmakers. Toch had je ineens een hit. 
‘Ik had samen met Nick Steenge een kantoortje op het Boterdiep, boven Simplon. Noisia had een studio aan de overkant, in het Platformtheater. Op een dag hing ik bij hen in de studio en maakten we Blitskikker. Jiggy Dje hoorde dat. Ik was op dat moment bezig met de Anorexia EP, de opvolger van Boulimia. We doen het dunnetjes over, was de grap. Jiggy zei: je kunt dit uitbrengen, een scheet,of je maakt een plaat met Noisia en legt een drol. We hebben toen als allereerste Waar Is Kraan? gemaakt.’

‘Jiggy zei: je kunt dit uitbrengen, een scheet,of je maakt een plaat met Noisia en legt een drol.’

 
Wat gebeurde er met je toen dat een hit werd?

‘De hele aanloop daarnaar was vet. Roosmarijn draaide hem al op de radio, en in de eerste drie maanden klom hij naar 150.000 views op YouTube. Tot Giel Beelen besloot in DWDD bij zijn vaste praatje meerdere tracks van mijn album te draaien. Even later mocht ik daar optreden en waren we trending op Twitter. De volgende dag wilden mensen met me op de foto en was alles anders. In de drie maanden die volgden klom Waar Is Kraan? naar 5 miljoen views op YouTube.’

Giel Beelen nam vandaag afscheid van zijn ochtendshow. Je labelgenoot Diggy Dex bracht hem een ode, wat hem op felle kritiek kwam te staan van hiphopjournalist Saul van Stapele, die vond dat Giel afgedaan heeft door zijn Sylvana-incident. Jij bent een vriend van zijn show, hoe kijk jij daarnaar?
‘Ik vind dat heel moeilijk. Ik vind Giel in essentie verre van een slecht mens, maar ik heb ook een Molukse moeder, dus zo’n grapje raakt mij ook.’

‘Ik wist altijd dat het zo was, maar ik kon er niks mee. En ineens begreep ik het, als een soort spiritueel moment.’

 
Is die Molukse achtergrond belangrijk voor je? Ik vermoed dat veel mensen het niet eens van je weten.

‘Je ziet het niet aan mij, nee, ik word gezien als een blanke rapper. Mijn opa, die uit Indonesië komt, is weg gegaan toen mijn moeder twaalf jaar oud was. Pas de laatste jaren hebben we meer contact met hem en is hij een paar keer bij ons geweest. Daarnaast heb ik samen met Ronnie Flex een item gemaakt over Kamp Vught voor het boek Roofstaat. Dat was de plek waar na de oorlog de KNIL soldaten zaten, het Koninklijk Nederlands-Indische Leger. Mijn opa zat ook in zo’n kamp met zijn vader. Althans, hij dacht altijd dat het zijn vader was, later bleek het zijn oom te zijn.’

Wat heb je geleerd over je opa dat je nog niet wist?
‘Ik heb wel een paar gesprekken gevoerd met mijn opa waarin hij vertelde hoe zwaar het voor hem is geweest. Mensen zaten in die kampen misschien wel een half jaar met hun koffers nog ingepakt. Het idee was dat het daar in Indonesië zou kalmeren, dat ze terug zouden gaan en hun eigen staat zouden krijgen. Veel Molukse zien dat als een fout van Nederland en zijn ervan overtuigd dat dat de reden is dat het in de geschiedenislessen nauwelijks naar voren komt. Toen ik mijn moeder vertelde dat ik dit item ging doen, zei ze: dat moet je zeker doen, maar besef dat het dingen voor je kan veranderen. Dat was ook zo: op dat moment voelde ik me voor het eerst Molukker. Ik wist altijd dat het zo was, maar ik kon er niks mee. En ineens begreep ik het, als een soort spiritueel moment.’

Fresku noemde je in zijn bijtende ‘white privilege’ track Zo Doe Je Dat als een van de succesvolle blanke rappers. Hoe vond je dat?
‘Ik vond dat een supergoeie track. Ik probeer nu uit te zoeken wat dat voor mij betekent. Ik heb in mijn leven nooit racisme ervaren richting mij. Mijn moeder wel, maar daar praten we nog niet zo lang over. Ik heb een goed stel hersenen. Als je mij zegt: ‘dat is racisme, dat hoor je niet te doen’, dan snap ik dat. Maar het zal altijd anders zijn dan iemand die wel racisme ervaart. "Maar het zal altijd anders zijn dan iemand die wel racisme ervaart. Mijn beste vriend Fiddox bijvoorbeeld, die wel een donkere huidskleur heeft, staat met die ervaring anders in de Zwarte Piet discussie."Misschien had ik vijf jaar geleden over zo’n incident als dat van Giel sneller gezegd: ‘ah joh, het was maar een geintje.’’

‘Op dat moment voelde ik me voor het eerst Molukker’

 
Als je zo’n openbaring in je leven hebt, wil je daar dan geen track over maken?

‘Ik heb de track Pelan Pelan gemaakt, een bescheiden shout-out naar die dag. Dat is Indisch voor ‘rustig, rustig’. Je hoort mij zeggen: waarom is iedereen zo gestrest, en daarna: ‘aduh, Alex’. En even later: ‘eerst even makan, ok’. Oftewel: eerst even eten. Voor het eerst durf ik dat deel van mezelf te omarmen.’

Is Kraantje Pappie een meer Hollandse jongen dan Alex? Zeker na ‘Feesttent’ associeer ik hem met de provincie.
‘Daar kom ik vandaan ja. Op mijn twaalfde ben ik uit het Westen weg gehaald. Ik vertegenwoordig geen persoon als Hef. Feesttent is geïnspireerd door het belangrijke jaarlijkse feest in Zuidlaren, in Drenthe. Lang geleden was dat de grootste paardenmarkt van Europa, en elk jaar loopt daar nog steeds het hele dorp voor uit. Toen ik dat nummer uitbracht, kwam ik erachter dat de Zuidlaarder nachten elk weekend wel ergens worden gehouden. Ik vind het nog steeds een van de leukste dingen die we hebben gedaan.’

Voor ons bij 3voor12 was dat een beetje een afslag, we vonden het een ordinair nummer. Is dat Randstedelijke arrogantie?
‘Ze zijn er ook in de Randstad hoor, ze zijn echt overal. Er is geen plek in Nederland waar de mensen  niet uit hun dak gaan op die track. Voor mij heeft ie een dubbele lading. Ik kom vanuit liefde voor hiphop en rap, maar ik vond het ook leuk om dit eens op te pakken. Ik had van 3voor12 wel verwacht dat jullie zouden zeggen: Alex, wat ben je toch een aparte, met jou kun je ook alle kanten op.’

Je zei net dat je je eigen muziek kut vond. Toch ben je niet iets heel anders gaan maken. Heb je ervoor gekozen te accepteren dat dit nu eenmaal Kraantje Pappie is?
‘Nou, nee. Ik heb er inderdaad niet voor gekozen mijn persoonlijke struggle te benoemen. Daar zit ik bij andere artiesten ook niet op te wachten. Een beetje klagen over je artiestenbestaan, terwijl je er wel serieus geld mee verdient. Jezus, gast.’

Wat ik wel hoor, is een soort zelfhaat. Bijvoorbeeld op de track ‘Ow’, waarin je met een met een meisje naar huis gaat, je pik niet omhoog krijgt door de drank. Je noemt jezelf daarin spectaculair, maar gelooft er duidelijk geen bal van.
‘Dat is mijn manier om dit soort dingen te uiten. Het is tegen jezelf zeggen: je bent best wel een sukkel. In die track suggereert dat meisje ook nog dat ik mijn naam op haar arm tatoeëer, naast die van Ronnie Flex. Maar die zelfspot heb ik altijd gehad.’

Maar als je dan dertig bent en dingen over jezelf aan het uitvinden bent, waarom wil je dan nog deze muziek maken?
‘In essentie - dit gaat cliché klinken - omdat het voor mij nog steeds een uit de hand gelopen hobby is. Ik word vrolijk van die liedjes. Natuurlijk heb ik ook vermoeide pogingen gedaan om nog een nieuwe ‘Feesttent’ te maken, maar in tegenstelling tot sommige van mijn collega’s ben ik reeel genoeg geweest om te zeggen: doe het niet. Maar harde muziek en melig rappen, dat is Kraantje Pappie uur sang. Een beetje prikkelen, op het randje, soms erover. Maar ik wilde wel meer balans. Dan krijg je dus iets als Opgeturnt, een track over dat ik al op de bank lig, dan toch weer verleid word om de stad in te gaan voor 1 biertje en om zes uur uit de kroeg rol. Vaak denk ik: ik was weer de oudste, Alex, nu is het afgelopen. Geef het twee weken, en dan sta ik er weer. Maar Kraantje Pappie is ook een serieus bedrijf en ik ben terug bij mijn jeugdliefde. Dat zijn drie dingen die tegenwoordig door elkaar lopen.’

Waar sta je over vijf jaar?
‘Over vijf jaar hoop ik een of twee kinderen te hebben en een succesvol boekingskantoor waar ik elke dag met plezier heen ga. Of ik dan nog op het podium sta weet ik niet. Als ik nog steeds muziek maak die ik oprecht vet vind. Ik heb niet van jongs af aan de ambitie gehad om op het podium te staan. Ik probeer zo goed mogelijke producten te maken, maar uiteindelijk wil ik toch liever dat mensen zeggen dat ik een fijne vent was om mee te praten. Dan is alles goed, toch?’

‘Een beetje klagen over je artiestenbestaan, terwijl je er wel serieus geld mee verdient.’