Op 3 juni 1996 verscheen EXCEL96001, de eerste cd op het Amsterdamse label Excelsior Recordings. De eer viel te beurt aan Caesar, een trio studenten uit de hoofdstad dat vervolgens jarenlang garant stond voor volle zalen in het clubcircuit. Clean, zo heette die eerste cd, stond vol gruizige pop en rock en bleek een breekijzer voor andere, alternatieve bandjes die ineens ook gehoor vonden bij grote en kleine platenmaatschappijen. Tien jaar later stopte Caesar er definitief mee en twintig jaar later is Clean, het album dat het clubcircuit op zijn grondvesten deed trillen, niet meer dan een voetnoot in de muziekgeschiedenis.
En nu is daar Oh Dark Hundred, twaalf liedjes, opgenomen met band, uitgebracht onder zijn eigen naam: Roald van Oosten, voorheen zanger/gitarist van Caesar. Hier vliegen nergens de opnamemeters in het rood. Het geluid blijft vriendelijk en het album wordt gekenmerkt door mooie, rijke arrangementen en een flinke portie melancholie. Muziekjournalisten zullen ongetwijfeld gaan schrijven dat Roald van Oosten volwassen is geworden.
Oh Dark Hundred, een term verwant aan de manier waarop in het leger de tijd wordt aangeduid. Het is een uitdrukking voor, zoals wij in goed Nederlands zeggen, een onchristelijk tijdstip. Van Oosten: ‘Als titel klinkt het abstract en beslaat veel waar ik over zing; de nacht van het leven. Oh Dark Hundred is voor mij een vrijbrief om over dromen en het nachtleven te schrijven. Maar ook over de paniekaanvallen in het donker. En eigenlijk hoort alles wat je in het leven hebt meegemaakt bij die aanvallen. Want dat is waar je dan van wakker ligt. Het zijn de momenten waarop alles verwerkt wordt.’
Roald van Oosten graaft niet te diep: "Ik schrijf graag over ruimteschepen en katten"
Oud-Caesar-frontman komt met gelaagd solodebuut 'Oh Dark Hunderd'
Deze week verschijnt Oh Dark Hundred, het ‘echte’
solodebuut van fulltime muzikant Roald van Oosten,
voorheen frontman van de Amsterdamse poprockband Caesar. ‘Ik wil mensen betoveren, hun fantasie prikkelen.’ Vrijdag presenteert hij de plaat in Ekko, Utrecht.
Zware jaren
De nacht en de droom, het is een thema dat in de kunst veel voorkomt. Voor Van Oosten gaat het vooral om de drang naar een avontuurlijker bestaan dan het gewone dagelijks leven. ‘Iedereen slaapt een groot deel van zijn leven. Je begeeft je dan in een wereld waar je geen grip op hebt. We leven overdag in een soort hyperrealiteit waarin iedereen alles vast legt. Als je slaapt, heb je geen idee waar je geest heen gaat.’
Dat Van Oosten kiest voor een legerterm als titel is geen toeval. ‘Mijn vader was een marine-hobbyist. Hij is een jaar geleden overleden en ik heb het album enigszins naar zijn persoon vormgegeven, omdat ik de teksten schreef tijdens het rouwproces. Dat was eigenlijk een fascinerende periode. Ineens kwamen er beelden van vroeger haarscherp en knalhard binnen. En dan sluipen er toch herinneringen in die teksten. Sommige teksten zijn dan ook op waarheid gebaseerd, andere zijn puur fantasie.’
Twee jaar eerder overleed ook de zus van Van Oosten. ‘Die rouwperiode was nog meer surreëel. Zij was min of meer een leeftijdsgenoot. Ik ben lang in een ontkenningsfase blijven hangen en ben de verwerking pas begonnen toen mijn vader overleed.’
Van Oosten heeft dus zware jaren achter de rug. Toch klinkt zijn debuut vriendelijk, licht en vol hoop. ‘Je hoeft niet diep te graven om iets te zeggen wat waar is. Ik schrijf graag over ruimteschepen en katten. Inmiddels kan ik een hele avond vullen met al mijn liedjes over katten, haha. Dat deed ik ook al in de tijd met Caesar. Er zijn schilders die twintig jaar hetzelfde potje schilderen en daar toch iets mee kunnen vertellen. Ik probeer ook met eenvoudige middelen mijn verhaal te vertellen. Het is een manier om met enige afstand iets te zeggen over de werkelijkheid. Maatschappijkritische teksten worden gauw erg lelijk. Ik wil mensen betoveren, hun fantasie prikkelen. En niet dat ze na een liedje zeggen: dat vind ik ook, daar ben ik het helemaal mee eens.'
Echte band
Naarmate hij ouder wordt, gaat de muziek, ondanks de katten en de ruimteschepen, toch steeds meer over hemzelf en maakt hij het ook voor zichzelf: ‘Ik creëer mijn eigen universumpje.’ Volgens Van Oosten een ontwikkeling die voor de oudere muzikant onvermijdelijk is. Zeker nu hij weer een echt album wilde maken. ‘Vroeger wilde ik in eerste instantie een groot publiek verpletteren. Maar ik kwam er achter dat je de muziek kunt inzetten om juist iets voor jezelf te creëren. En daar ontwikkel ik mij in.’ Het universum dat Van Oosten op Oh Dark Hundred schept, klinkt warm en gelaagd, of om in zijn eigen woorden te spreken: een dromerige cocktail van geluid. ‘Ik ben eigenlijk geen popmuzikant pur sang meer; ik maak tegenwoordig ook veel muziek voor film en theater en moet dan natuurlijk aan de wensen van de makers voldoen. Vaak moet ik grenzen doorbreken om iets te maken wat ik nog niet eerder kon.’
Toch klinkt Oh Dark Hundred niet als een studioproject van een eenling, zoals het album van Ghosttrucker, Van Oostens studioband uit 2006. Nee, het luistert weg als een echte bandplaat. ‘Ik ga geregeld met een vriendenclub naar een huis op de Veluwe. Daar ontmoette ik Frank van Roessel [ooit in de band Hit Me TV]. Ook hij heeft inmiddels kinderen en ook hij miste het spelen in een band. We hebben ons toen langzaam op mijn nummers gestort en muzikanten bijeengezocht. Ik wilde een echte band om mij heen hebben, en daarna pas het album af maken. Ik heb niet de wijsheid in pacht. Uiteindelijk heeft iedereen geniale ideeën ingebracht. Ik voelde alleen wel de kracht om als leider het pad uit te stippelen.’ Van Oosten koos er dan ook voor het werk uiteindelijk onder zijn naam uit te brengen. ‘Ik vond het eigenlijk te kinderachtig om op deze leeftijd weer een nieuw bandje te presenteren.’ Inderdaad, Roald van Oosten is volwassen geworden.
Vrijdag is de albumpresentatie van Oh Dark Hundred in Ekko