“Het bier gooien, daar gaan we mee stoppen met z'n allen,” aldus Sikkema tegen 3voor12. Al sinds de jaren '90 kan de winnaar van de Popprijs rekenen op een flinke bierdouche van het publiek. Waar het in eerste instantie nog een uiting van ongenoegen over de winnaar was, is het inmiddels een vast onderdeel van de ceremonie. Dat kan zo niet langer, vindt Sikkema: “Je staat daar ontzettend kwetsbaar op zo'n podium. We hebben het in het verleden ook van artiesten gehoord dat die het moeilijk vinden. Het lijkt me zelf ook geen pretje om daar te staan.”
Vorig jaar ontstond er enige ophef over de bekertjesregen, aangewakkerd door Popprijspresentator Giel Beelen. Voor de uitreiking probeerde hij het publiek te overtuigen van de respectloosheid van de traditie. Het gevolg: Beelen mocht zelf een paar extra biertjes en een koor aan boegeroep vangen. Voor dergelijke opstandelingen is Sikkema niet bang: “Hoeveel mensen zijn dat? Ik denk niet dat dat er honderden zijn, eerder tientallen. Ik denk zelf ook dat een groot deel van het publiek het ook niet leuk vindt. Iemand ergens mee bekogelen, ik vind het zoiets negatiefs hebben. Als mensen zich dat beseffen, zullen ze misschien ook besluiten om niet met bier te gooien.”
Daarbij is een vriendelijk verzoek om je biertje bij je te houden niet het enige wat het festival in petto heeft; er worden ook preventieve maatregelen getroffen. “We gaan de mensen vragen om geen bier mee de zaal in te nemen. In de foyer kun je gewoon een biertje bestellen en drinken, maar in de zaal even niet op dat moment. Als het aan mij ligt komt er geen bier de zaal in.” Spijkers met koppen dus, “en volgens mij moet je dat ook zo doen. Duidelijker kan het niet.”
Zelf zal Sikkema de bierdouche bepaald niet missen: “Laten we wel wezen, tradities zijn er om mee gebroken te worden. Het is niet meer van nu, je moet vooruit kijken. Ik wil dat de winnaar zich ook een winnaar voelt. En laten we vooral genieten van de muziek. Ik wil liever dat het daar weer over gaat, en niet over die bierdouche. Bier is om te drinken, niet om te gooien. Dat noem ik nou drankmisbruik!”