3voor12 Award genomineerde: Amber Arcades

Vloeiende gitaarpop uit Nederland, in soft-focus

Cécile van Wijnsberge ,

Het debuut van Amber Arcades, alias Annelotte de Graaf, gaat de wereld over en wordt onderweg alom geprezen. Begin dit jaar verkozen we Amber Arcades tot een van de 12 van 3voor12, de acts-to-watch voor 2016, en gaf De Graaf met haar band een betoverende show op Eurosonic Noorderslag. Met Fading Lines maakt ze de belofte waar: een wonderlijke plaat met hypnotiserend mooie liedjes.

Het leven van Annelotte de Graaf had op honderd verschillende manieren kunnen lopen: misschien was ze wel advocate geworden na haar rechtenstudie, misschien was ze na zes maanden uitwisseling wel in Philadelphia gebleven om in die bluegrassband te blijven spelen. Misschien had ze al haar gespaarde geld wel in een auto gestoken om daarmee de wereld over te reizen. Maar het liep anders: met dat potje spaargeld op zak toog ze naar New York, om een plaat op te nemen die precies zo klinkt als zij voor ogen had, zonder concessies. Fading Lines is het geworden, uitgebracht onder de naam Amber Arcades – ergens tussen een pseudoniem en een bandnaam in. Haar album maakte ze met andere muzikanten, live heeft ze een band om zich heen, maar De Graaf is het brein.

Uit dat brein is een wonderlijk album ontsproten. Fading Lines is een tien songs tellende autorit langs glooiende heidelandschappen. Vloeiende gitaarpop in soft-focus, met subtiel catchy melodieën en De Graaf's fijne, licht verveelde stem als leidraad. Opvallend dat ze zelf bang was dat het nooit allemaal op een plaat zou passen: “Mijn hemel Ben,” zei ze tegen haar producer Ben Greenberg, “Een zeven minuten durende krautrocksong naast een '50s doo-wopliedje?” Fading Lines is echter een uitermate samenhangend album geworden, een coherent verhaal gemaakt van honderd herinneringen. Dat is te danken aan de sound die De Graaf en Greenberg samen creëerden: warm en benevelend, melodieus en mid-tempo.

Titeltrack Fading Lines is daar misschien wel het mooiste voorbeeld van: galmend en licht psychedelisch, met een achteloze “ooh-wah oh” in het refrein die je de hele dag blijft zingen.
Die zeven minuten durende krautrocksong waar De Graaf op doelt is een van de hoogtepunten van het album, de één na laatste track Turning Light. De minimalistische melodie drijft op zenuwachtige synthesizers en een stuwende beat, die makkelijk nog twee volle minuten door had mogen gaan. Je zou erop kunnen dansen, of een marathon mee rennen, of met je rug in het gras in de felle zon staren tot je vlekken ziet.

Annelotte de Graaf had honderd andere dingen kunnen gaan doen, en misschien doet ze die alsnog wel: “Over twintig jaar heb ik misschien wel een boerderij in Portugal met kippen of geiten,” zei ze tegen 3voor12. Nu Fading Lines internationaal zo goed wordt opgepikt en alom wordt geprezen moeten de kippen en geiten misschien nog even wachten, evenals de advocatuur en die wereldreis. Als we geluk hebben houdt De Graaf het bij dit ene ding. Ze is er verschrikkelijk goed in.