Tobias Jesso Jr: de aanhouder wint

Canadese zanger wil liever voor anderen schrijven, maar scoort nu zelf hit

Atze de Vrieze ,

Tobias Jesso Jr. droomt ervan songwriter te worden. Geen singer, alleen songwriter. Dat dromen doet hij nogal letterlijk, want soms wordt hij wakker uit zijn slaap met de overtuiging dat Adele of Katy Perry zijn liedjes zingen. Nu trekt hij toch zelf met zijn songs de wereld over. Deze week scoort hij zelfs een 3FM Megahit.

Het licht gaat uit, het doek omhoog, en daar staat ze: de grote zangeres in de rode jurk. Tobias Jesso Jr ziet haar alleen van achteren, want hij speelt piano in haar begeleidingsband. Het is goed zo, hij hoeft niet zo nodig voorop te staan, als dat zijn songs maar ten goede komt. De band zet in, maar de pianist verkrampt, hij weet niet wat hij moet spelen. Iedereen kijkt om, de drummer zit hoofdschuddend achter zijn kit, de bassist sist hem toe: ‘Wat doe je, dit is jouw nummer!’ ‘Ik weet het! Maar ik heb het nog niet geschreven!’
 
"Ik haat te laat komen"
“Dat droomde ik heel vaak”, lacht Tobias Jesso Jr., een slungelige jongen met een vriendelijk gezicht. Een jaar of vijf geleden vertrok hij naar Los Angeles om liedjesschrijver te worden, in de klassieke zin. Hij zou liedjes schrijven, iemand anders zou er hits van maken, het liefst voor zoveel mogelijk mensen. Het was geen plan zonder grond. Jesso - zoon van een lerares en een ondernemer in software in Vancouver - had een baantje als sessiemuzikant en schrijver bij een soort Avril Lavigne-achtige zangeres. Ze was de dochter van een rijke kerel, en die geloofde in haar, tegen beter weten in wellicht. Er is zelfs nog een video te zien waarin Tobias Jesso Jr. in haar band speelt. Een jaar lang lukte het hem om te leven van de muziek in L.A. En toen hield het op. 
 
En het begon nog wel zo goed. De dag dat Tobias Jesso Jr. in Los Angeles aankwam, at hij in een restaurant naast Lindsay Lohan. “Ik dacht: zie je wel, het is zo, hier gebeurt het.” Drie jaar later besloot hij dat het genoeg was toen zijn moeder belde dat ze kanker had, hij aangereden werd door een auto en terwijl hij opkrabbelde iemand er vandoor ging met zijn fiets. Op het geld dat hij in het eerste jaar verdiende, had hij in de drie jaren die volgden geteerd. Dat betekende: zo min mogelijk geld uitgeven, af en toe een paar tientjes vragen aan zijn ouders, geen mobiele telefoon. “Afspraken zijn voor mij heilig, want je kunt mij niet onderweg even laten weten dat je later bent. Voor mezelf is dat prima, ik houd van routine en haat te laat komen. Gisteren had mijn vliegtuig vertraging en haalden we de afgesproken tijd van een fotoshoot niet. Ik dacht dat ik gek werd. Wat dat betreft was Los Angeles een mindfuck. Het ene moment sliep ik bij een vriend op de bank, dan weer woonde ik een paar maanden bij mijn vriendin. Nu ik weer in Vancouver woon, begin ik elke dag hetzelfde. Ik word wakker, zet een kop koffie, ga een uur of vier achter de piano zitten, en dan ontbijt ik.”
 
"De muziekindustrie bleef een gesloten deur"
Zijn avonturen in L.A. legde Tobias Jesso Jr. vast in het nummer Hollywood, een zwart-romantische ballade over de droom en desillusie van de City Of Angels. “I think I’m gonna try in Hollywood”, begint hij hoopvol, om vervolgens te eindigen met: “I think I’m gonna die in Hollywood.” Daartussen zaten eindeloos veel kansloze talentenjachten en speakeasy’s. “Ik ging er vooral heen om mensen te ontmoeten, altijd in mijn eentje. Soms schreef ik me in voor zo’n avond. Een voor een werden dan de namen genoemd, en dan mocht je op het podium een nummer zingen. Ik herinner me dat ik een keer schichtig om me heen gekeken heb toen mijn naam daadwerkelijk gelezen werd. Tobias Jesso? Ben jij dat? Is ie weg? Volgens mij zag ik hem net nog. Niet?”
 
“De muziekindustrie bleef voor mij een gesloten deur”, zegt Jesso. Keer op keer blijkt hij zichzelf als uitvoerende artiest niet te veel credits te willen geven. “Het is ook moeilijk uit te leggen wat ik precies doe. Wat een producer doet, dat snappen mensen wel zo ongeveer, dat kan iedereen horen. Maar ik ben een jongen die niet heel goed piano speelt, die geen uitzonderlijke zangstem heeft, om dan het liedje te horen, is niet gemakkelijk. Al zijn er ook mensen die mijn demo-versies mooier vinden dan de uiteindelijke opnames. Demoitis, heet dat, een aandoening. Je koestert een kwetsbare eerste versie met het idee dat jij beter dan ieder ander hoort wat er goed aan is. Ik lijd er ook aan. Voor de meeste mensen werkt dat niet zo, en daarom schrijf ik ook voor een andere stem dan de mijne.”
 
Geknakte ambities en mislukte vriendschappen
Zonde, want naar nu blijkt kan Tobias Jesso Jr. er wel degelijk wat van. Alleen past zijn manier van songschrijven misschien niet zo bij de moderne tijd. In de mainstream pop is het heel gangbaar dat een heel team van schrijvers werkt aan een nummer. Een Rihanna of Beyonce heeft niet zelden tien verschillende namen achter een track staan. En in de indiecultuur - waar Tobias Jesso Jr. veel beter bij past - is het dan weer veel minder gewoon dat de uitvoerende niet zijn eigen nummers schrijft. Zijn nummers grijpen terug op de klassieke jaren zeventig. Naar het solowerk van Lennon, naar McCartney’s werk met de band Wings, naar piano-mannen als Randy Newman en Elton John. Zijn songs zijn sentimenteel maar prachtig, met onder andere How Could You Babe, Without You en Crocodile Tears als hoogtepunten. Het zijn songs over geknakte ambities, over verbroken relaties en mislukte vriendschappen.
 
Misschien dat hij al het ongeluk van zich afschreef in ambachtelijke popsongs, want na zijn avontuur ging alles de goede kant op. Zijn moeder herstelde van haar ziekte en Tobias Jesso Jr. kreeg een baan als pianoverhuizer in het bedrijf van een vriend. En hij begon zijn liedjes vast te leggen. Dat deed hij met JR, producer en ex-lid van de band Girls, die echt geweldig werk verricht heeft met sobere, maar toch sierlijke arrangementen. En ineens gaat het rollen voor de zanger. Het nummer Just A Dream - over een kersverse vader die zijn zoon vertelt over de ondergang van de aarde - wordt opgepikt op de blogs. Uitgerekend Adele pikt zijn nummer How Could You Babe op. Haar enige tweet van het jaar tot nu toe is een link naar zijn video. “Het is letterlijk een droom die uitkomt”, zegt Jesso. “Het idee dat zij weet wat ik doe, laat een compleet vuurwerk afgaan in mijn hoofd.”
 
De ware liefde
Het kan geen toeval zijn dat Tobias Jesso Jr. vorige week op SXSW zijn eigen falen opnieuw tot kunst verhief. Hij speelde er in de Central Presbyterian Church, een van de mooiste locaties van het festival, perfect voor een intieme liedjesshow. Maar wat blijkt: de vleugel past niet op het podium, waardoor Tobias toch een beetje knullig in de greppel ervoor staat. Hij opent zijn set met een Big Star-cover, en dan volgt True Love, het liedje waarmee het allemaal begon. Alleen: halverwege vergeet hij de tekst. Hij heeft de lachers direct op zijn hand, als hij het nummer dan maar gewoon opnieuw instart, en de hilariteit is compleet als hij er de tweede keer weer over struikelt. “Weet je wat”, zegt hij, “Ik doe wel even wat anders, dan komen we er straks wel op terug.” Dat doet hij daadwerkelijk. “He’s uptight, he don’t own nothin’ new”, zingt hij. “Well he ain’t cheap, he just can’t afford it.” En zo zingt hij nog even verder, zichzelf begeleidend op de vleugel. En dan… blijft hij opnieuw steken. 
 
Het wordt de rode draad door zijn hele optreden, die gekke fuck-up. Precies zoals alles wat mis ging in Hollywood de rode draad werd in Goon. Hij blijft er op terug komen, en als hij er na driekwart show weer over begint, reikt iemand hem een telefoon aan met de lyrics van zijn eigen nummer. “Workin’ late, cuz she never finished school. She ain’t a fool, she just didn’t like it. Why he don’t mind, she’s his everything. That’s what you call true love.” Zo zie je maar weer, als je maar doorzet, blijkt de ware liefde toch te betaan. En ook als je geen briljante zanger bent, luisteren de mensen uiteindelijk toch naar je liedjes. Als dat geen romantische gedachte is om de komende lente op te zwelgen?