WTWTA15: De eerste lentedag ten volle benut

Met o.a. Jacco Gardner, Panda Bear en Jungle

Atze de Vrieze ,

De festivalmalloten met zebrapakken heeft Where The Wild Things Are aardig weten te weren dit jaar. Toch is er aan verkleedpartijen geen gebrek deze editie. Belangrijkste outfits op de slotdag: de 70s post-hippie en de blanke afro-hipster. Het programma op de minst grote podia kent een mooie rode lijn, en dat past bij de tendens op dit festival: hoe kleiner, hoe beter.

Ieder zijn eigen festival
Acht uur ’s ochtends in de bungalow van PIP, dat was het moment. De puinhoop van hard-gaande mensen, hip volk gecombineerd met de sfeer van een ouderwets klassenfeest, en dan die gasten die probeerden op het dak van de bungalow te klimmen. Of: de eerste echte lentedag, omarmd door Radio Noet Noet op het basketbalveldje. Urenlang Afrikaanse disco waarop we ons in het brutale zonnetje een beetje quasi-laks bewogen. Biertje erbij, alles onder controle. De vader met zijn tweelingzoons die op het voetbaldoeltje geklommen was, en voorlopig niet van plan was af te dalen. Die ene gast in zijn onderbroek op dat opblaasding dat net zo blauw was als de lucht, en hoe iedereen op hetzelfde moment omkeek en zag dat ie ons beslopen had, peddelend met zijn handen. Dat zijn de dingen die mensen noemen als je ze vraagt wat ze zich zullen herinneren van drie dagen Where The Wild Things Are 2015.
 
“Ik had expres gevraagd om een kleinere zaal”, zegt St Paul. De huis-dj van zo’n beetje elk festival stond de afgelopen jaren in steeds grotere festivaltenten, maar hij begreep na twee edities dat het daar op Where The Wild Things Are nu juist niet om draait. “Ik ben blij dat ik dat gevraagd heb, want het werd vrijdag een van mijn favoriete gigs van de laatste tijd.” Het is eigenlijk onmogelijk om een serieus verslag te maken van een festival als Where The Wild Things Are. Jazeker, we kunnen de bands op de podia bespreken - en dat gaat zo dadelijk ook gebeuren - maar alles staat of valt bij de individuele beleving. Zit je in de bungalow met de juiste buren? Dan had je vast een topweekend.
 
70s psychedelic
Op de slotdag is ook het programma van de twee kleinste podia het scherpst. Eerst zien we Nouveau Velo, de Brabanders die compacte indieliedjes met springerige baslijnen laten uitmonden in repetitieve jams. De Nederlandse psychrocktalenten van PAUW mogen het even later opnemen tegen de Australiërs van POND, een zijtak van onder andere Tame Impala. Goed nieuws voor de nationalisten: de Nederlanders winnen die strijd glanswijk. Het oogt goed - vooral de bassist met zijn cult-leiders-baardje, ronde brilletje en haarband - het klinkt goed, en gedurende de set neemt de kwaliteit van de songs ook steeds verder toe. PAUW heeft pas een EP uit en speelt al beter live dan menig andere band. Dat de jongens van POND hun podiumgeluid voor elkaar hebben mag je best verwachten na zes albums, maar qua songmateriaal leggen zij het nu al af tegen de jonge Nederlanders. POND heeft nog wel een sterke cover van Brian Eno’s knauwerige Baby’s On Fire in petto. Prima set.
Toch wel opvallend hoe gemakkelijk Jacco Gardner hier overheen knalt. De producer/songwriter uit Hoorn kreeg veel lof voor zijn debuutalbum Cabinet Of Curiosities (won zelfs de 3voor12 Award), maar live was het toch altijd net iets minder. Dat was ook vorige maand op Eurosonic nog zo, maar met SXSW voor de deur heeft Gardner zijn band een niveau omhoog getild. De frontman heeft zelf iets meer ruimte om zich heen nu Amerikaan Frank Maston hem de toetsen uit handen neemt. Maar dat niet alleen, het bandgeluid als geheel heeft veel meer pit gekregen, omdat echt iedereen een tandje bijschakelt. Dat werkt goed bij oude nummers als Where Will You Go, The Riddle en zelfs het meer pluizige Chameleon, maar zeker ook bij de nieuwe nummers (vooral ook dat instrumentale nummer!). Huidige single Find Yourself is meteen gepromoveerd tot afsluiter van de set, en dat is een logische keuze. Jacco Gardner zal nooit een Freddie Mercury worden, maar zo goed als vandaag zagen wij hem nog niet eerder.
Zo is de Action Factory net als het hele weekend het echte centrum van het festival. Hier krijg je het best de sfeer van het onhippe bungalowpark mee, met die fijne kinderlijke arcade-hal achteraan, de bowling en de klimmuur achter het podium. Het podium werkt goed, als een soort arena met een ruime boog. Je kunt beter hier staan dan op het grote hoofdpodium om de hoek. Die tent is zo groot dat alle bezoekers er in passen, maar gedurende zo’n weekend zijn er natuurlijk niet veel acts die het hele publiek naar zich toe trekken.

Mister & Mississippi
staat er halverwege de middag sentiment te vertalen in galmend bombast. Hun debuut had nog een soort radiovriendelijke Fleet Foxes charme, de opvolger slaat de plank helaas helemaal mis. Skip & Die een uur later is op papier de ultieme festival-act. Ze brengen immers opzwepende Afrikaanse elementen, elektronische muziek en rap samen en hebben een nogal in het oog springende frontvrouw. En toch blijft het een beetje behelpen, omdat killer songs ontbreken. Al mogen ze over de respons aan het eind van de set zeker niet klagen. Afsluiter Jungle dan, de hippe Engelse soulvogels, die zich nog altijd verschuilen achter een grote band en een flinke bak tegenlicht. Hun elegante sound - gelaagd, meervoudige kopstemmen - is behoorlijk cool, maar de filosofie van anonimiteit ten faveure van de muziek doet Jungle als live-act geen goed. Dit soort expressieve muziek heeft toch echt een frontman nodig.
Rond half negen staat in de Action Factory een act waar de liefhebbers het hele weekend al naar uitkeken: Panda Bear, het meest talentvolle lid van Animal Collective. Dit is zijn enige show in Nederland met een nieuw album op zak. Zou het publiek hier massaal voor blijven, of vertrekt men toch stilletjes naar huis? Nou, dat laatste dus. De volhouders zien Panda Bear een beetje worstelen. Terwijl links onder op zijn grote scherm jolige bezoekers honden, ganzen en konijnen maken met hun handen (een heus dierencollectief), staat Panda geconcentreerd over zijn compacte effectbak gebogen. Dat gaat gedurende zijn set steeds beter, met hoofdrollen voor nieuwe liedjes. Panda gaat een duet aan met zichzelf in Boys Latin, neemt ruimte voor melodie in Crosswords, vervormt zijn stem zo dat ie soms onder zijn blubberige baslijnen komt te liggen, dan weer er op. Echt een bijzondere act, maar de meerwaarde van zijn liveshow is toch gering. Het is koptelefoonwerk, wat de Amerikaan doet. 
Een groots afsluitend moment waar iedereen vanavond naartoe werkt, is het dan ook niet. Zo voelt de hele zondag een beetje als een epiloog. Zaterdag hebben de meesten gepiekt, gescoord en het randje opgezocht. In de Action Factory kan iedereen die nog niet bevredigd is een laatste kans wagen bij Radio Noet Noet en Elias Mazian, maar voor de meeste bezoekers is het wel zo’n beetje klaar. Where The Wild Things Are beleefde - dat mogen we toch wel concluderen - een geslaagde derde editie. Al blijven er vraagtekens rond zo’n bungalowfestival als dit. Met het aantrekken van onder andere Dekmantel, Subbacultcha en 22Tracks hoopte WTWTA de muziekliefhebbende voorhoede aan te spreken. Of dat gelukt is, is de vraag, want als je om je heen kijkt zie je toch vooral die andere categorie: mensen van boven de dertig, die best iets aan programma willen inleveren in ruil voor comfort. Je eigen douche en keukentje, misschien zelfs een eigen sauna. Vanuit die setting is het kennelijk moeilijk om gretig in een show te duiken, zeker op zo'n prachtige lentedag. Laten we het erop houden dat Where The Wild Things Are deze eerste lentedag ten volle benut.