Goede dj-sets zijn als de branding bij windkracht zeven. Als er een goede golf komt, dan pak je hem. Bij The Love Triangle komt die golf al snel, als het Amsterdamse trio na een voortvarende opbouw Sylvesters 'Do You Wanna Funk' (1982) in hun dj-set dropt. Een tijdloze discoklassieker met een gummibaslijn zo groot en kronkelig dat hij tot achterin het plaatstalen plafond van de X-Ray rijkt. De hele tent staat op zijn kop. Honderden handen gaan tegelijk de lucht in. Het is drie uur 's nachts.
De zaterdagnacht van Lowlands: Niets dan echte liefde in de gouden driehoek
Zo mat als de vrijdagnacht op Lowlands achteraf gezien was, zo explosief en fantastisch was de nachtprogrammering op zaterdag. Gemene grote-mannen-techno in de Bravo, en een veelheid aan onvergetelijke momenten in de sfeervolle X-Ray, waar gelegenheidsproject The Love Triangle alle hooggespannen verwachtingen inloste.
Vanaf dat moment eet het publiek uit de handen van Elias Mazian, Luc Mastenbroek en Job Jobse. Voor die laatste is het al de derde keer op een rij dat hij achter de draaitafels staat in Biddinghuizen, terwijl Elias Mazian vorig jaar de 24-uurstent nog uit zijn lethargie trok. Hetgeen trouwens een geweldige anekdote opleverde.
Meer nog dan een dj-trio is The Love Triangle een vriendenclub. Jongens die elkaar op de rug slaan als de ander een onverwachte plaat draait, zoals Fiësta van The Sun Club. Negen van de tien keer kan dat foute voetbalanthem met die irritante voetbalfluitjes de dood in de pot zijn, zeker in een goede clubset. Maar Elias Mazian neemt het risico lachend en komt er nog mee weg ook. Wat heet, het geeft de funky underground house die ze draaien net dat extra randje spek.
Vette Vos
Een paar honderd meter verderop is er een paar uur eerder al vettigheid in overvloed. De Sluwe Vos pakt vanavond de Bravo in, met een set vol smerig effectieve clubhouse. De 23-jarige Tukker met zijn imposante baard en rake platenkeuze is een onwaarschijnlijke held-in-wording, die op de Lowlands-site evenveel ‘hartjes’ kreeg als bijvoorbeeld Caribou. Om aan te geven dat Robert Vosmeijer vanavond toch echt op de juiste plek staat in de ene grootste tent van Lowlands. De hele avond zal er een filmploeg op zijn hielen zitten. Ook dat snappen we, want het is heerlijk om de Vos aan het werk te zien. Zijn hoofd beweegt als het speelgoedhondje op je vaders autoachterbank, zijn heupen wiegen tegen de monitorspeakers als een kat tegen een bankstel. Dat het muzikaal af en toe op het randje zit van plat (met onbeschaamd aanstormende drumrolls en gierende akkoorden), zal weinig mensen deren. Later op de avond gaan we vast meer de diepte in.
Standje meedogenloos
En inderdaad. Tegen de tijd dat Marcel Dettmann aantreedt, verlang je bijna terug naar de zon in Sluwe’s set. Dettmann heeft besloten om vanavond zijn gemene gezicht op te zetten en staat op standje meedogenloos. De langharige Duitser hoort al sinds jaar en dag bij de vaste inboedel van de beroemde Berlijnse club Berghain, waar hij naam maakte met abstracte, musculaire techno. Less is more, is zijn adagium. Een motto dat hij tot in het extreme doorvoert. De beide albums die hij maakte, ontberen een titel.
Broodje acid
Dettmanns set wordt gedomineerd door harde kickdrums en donderende baslijnen. Eerder op de avond ging het Londense Paranoïd London er ook al met gestrekt been in. 'Het grootste mysterie van Londen,' kondigde Bravo-gastheer Justin Verkijk het duo aan bij de volle tent. 'Ze smeren elke ochtend een klein beetje acid op hun boterham.'. Maak van dat kleine beetje maar een hele jampot vol, want de legendarische machines Roland 303 en 808 staan bij tweetal prominent op tafel. Toch is hun set niet de zaagtandsensatie waarop je stiekem had gehoopt. Daarvoor oversturen Geraldo Delgado en Quinn Whalley hun mixer iets teveel. Bovendien heeft de meegenomen MC (echt een ding deze Lowlandseditie) nou niet bepaald een meerwaarde.
Nee, de absolute topper van de zaterdagnacht in Bravo is afsluiter Karenn, het liveproject van ijzervreter Blawan en basbaas Pariah, dat aan het begin van de zomer ook al sensationeel uitpakte op Awakenings. Dat kunstje doen ze nu op Lowlands nog eens dunnetjes over. Niets staat bij Karenn op een computer. Alles is live, afkomstig uit minstens tien aan elkaar geknoopt doosjes en een loeizware modulaire synthesizer waar een spaghetti van felgekleurde draden uitsteekt. Het duo communiceert met elkaar via de machines. De een legt neer, de ander reageert. Het is fascinerend om te zien: de flink getatoeëerde Blawan die snoeren inplugt en de bouwstenen aangeeft waarna de lange Pariah aanvult en het resultaat met afgemeten bewegingen afmixt. Dit is echt de eredivisie van de techno. Loeihard en gemeen, maar ook gelaagd en spannend.
Ook bij Palmbomen II ligt de tafel vol doosjes. De avond is dan nog vroeg, de X-Ray net volgelopen. In plaats van snoeiharde techno zoals bij Karenn komt er bij Kai Hugo iets heel anders uit de mixer. Stoffige en dromerige, lofi synthesizerjams met een sterke cinematografische kracht. Zijn tweede album staat er vol mee. Hoewel de Nederlandse elektronische producer tegenwoordig aan de westkust van Amerika woont, kwam die mooie plaat grotendeels tot stand in Breda. Op de zolderkamer van zijn moeder. Had Palmbomens muziek vroeger iets ongrijpbaars en onbestemds, deze nieuwe incarnatie is veel concreter. Geslaagder en dansbaarder ook. Je hoort vleugjes italodisco, Steve Reich-marimba’s en Carl Craig-baslijnen en gaandeweg haakt Hugo ook wat acidlijntjes aan zijn liveset, die van begin tot eind weet te boeien.
Digger
Motor City Drum Ensemble zorgt daarna dat het bedje gespreid wordt voor The Love Triangle. De Duitse dj besloot na een burn-out te verhuizen naar Utrecht het rustiger aan te doen. Zijn optredens kiest hij daarom met zorg. Wel Dekmantel en Lowlands, geen lucratieve klussen in de neondisco’s van Ibiza of Tel Aviv. MCDE is een ‘crate digger’, iemand die urenlang zoet kan zijn op platenbeurzen, op zoek naar die ene obscure discoplaat uit ’83. Wel snapt hij als geen ander dat je het publiek niet voortdurend op de proef kunt stellen met moeilijke platen. Dus ‘leest’ hij de zaal en kijkt regelmatig op om te checken wat er aan de randen van de X-Ray gebeurt. Als daar lege plekken dreigen te ontstaan, is het zaak om in te grijpen. Na een obscure italodiscoplaat van Capricorn ('I Need Love') volgt daarom een houseklassieker van Robert Owens. De zaak staat direct weer op scherp.
Bij het afsluitende The Love Triangle is die scherpte er eigenlijk voortdurend. Wat een geweldige set draaien de drie Amsterdammers. Er is avontuur in overvloed maar het is altijd funky en warm. 'De house heeft er zojuist weer vijf jaar bijgekregen,' schreeuwt een danceveteraan in mijn oor. Hij heeft gelijk. Het is dankzij dit soort jongens dat de dance telkens nieuwe impulsen krijgt, spannend blijft. Het gouden uurtje zit ergens rond half vier, als een nog niet uitgebrachte John Talabot-remix van Jamie xx wordt gevolgd door Tame Impala’s 'Let It Happen'. Op zich al gedurfd, maar ze draaien hem bovendien helemaal. De volle acht minuten. Laat het maar gebeuren. Als daarna een 'Billie Jean'-edit, Mylo en Armand van Helden volgen, is het pleit definitief beslecht. De grijnzen op het podium worden breder, The Love Triangle heeft Lowlands in zijn zak. De telefoon zal volgende week waarschijnlijk roodgloeiend staan.