Kyteman over The Jam Sessions: “Dit is het complete anti-ego-project”

Orkestleider Colin Benders met ambitieuze geïmproviseerde shows langs de zalen

Timo Pisart ,

Gestoord, dat is het nieuwe project van Kyteman dat vanavond haar debuut beleeft in de Effenaar. Lag bij het topzware, pompeuze The Kyteman Orchestra iedere gespeelde noot vooraf vast, met The Jam Sessions laat de trompettist annex orkestleider alle regels weer los. 3voor12 ging langs bij een repetitie en sprak Colin Benders. Hoe hij wéér een megalomaan project begon, zijn ego losliet en een geheel eigen muzikale taal ontwikkelde. “We moeten het niet groter maken dan het is. In het ergste geval is dit het laatste wat ik doe.”

Als een voetbalcoach, zo zit Colin Benders erbij op deze zonnige dag in Kytopia. “Kom op, jongens, nog één keer concentreren”, wil hij maar zeggen. Vlug bespreken de dik twintig muzikanten de eerdere twee improvisaties van vandaag, die ieder dik anderhalf uur duurden. “Die disco-jam? Die kon écht niet. Maar goed, hebben we dat vast gehad zodat we weten dat we dit nóóit meer hoeven te proberen. Het is nu zaak om de eindjes aan elkaar te binden. En vocalisten: het is jullie tijd om te shinen.” En dan, dan wijst Benders de blazerssectie aan: voilà, het is aan hen om dit ‘instartmoment’ te beginnen.

Wat volgt is dik tachtig minuten aan geheel geïmproviseerde muziek, van een smooth jazz-flard via een soort spacesoul met Omar Soulay op vocoder naar een bluesy ballad met Kyteman als vanouds op trompet, tot een vrij lomp drum ’n bass-ritme. Af en toe lijkt het een ongestructureerde chaos van Fender Rhodes-solo’s en gescandeer van rapper Pax, af en toe blijft het orkest te lang hangen in hetzelfde idee en een enkele keer dirigeert Benders de muzikanten ternauwernood langs de randen van de muzikale afgrond, maar even zo vaak ontstaat er plotsklaps iets magisch waarin alles op haar plek valt.

“Voor die momenten doe ik het”, glimlacht Benders even later in de laatste zonnestralen van de dag. “Ik voel mezelf een soort chearleader in het geheel, of inderdaad een soort coach: ik ben onderdeel van het publiek, maar heb wél invloed op de muziek, ik mag alles finetunen totdat het perfect is. Op z’n best hoor ik tijdens de jamsessies muziek die ik zelf nóóit had kunnen bedenken, maar die prachtig is. Toen Ahmed [Omar Soulay, red.] die vocoder gebruikte, bijvoorbeeld. Hij was verlegen als de pest en heel zenuwachtig, maar je zag hoe hij steeds meer kon loslaten, de rest van de band met hele mooie toevoegingen kwam en zich echt óm zijn karakter heen wikkelde. En dan komt Niels [Broos, de toetsenist] erdoorheen met een soort muzikale Gilles de la Tourette: hij gooit er een keiharde lijn doorheen die volstrekt de andere kant op gaat. Dat is toch te gek?”

Claustrofobisch van The Kyteman Orchestra

Met The Jam Sessions trekt het circa twintigkoppige orkest rondom Benders (“geen flauw idee met hoeveel we precies zijn, ik heb ze nog niet geteld”) vanaf vandaag langs de zalen. Nog geen partij ligt vast, alle muziek wordt op het moment zelf geïmproviseerd. Het is een volstrekte tegenreactie op het project waarmee The Kyteman Orchestra in 2012 en 2013 rondtrok: daar had Benders iedere noot vooraf uitgeschreven van een zwaar, pompeus en klassiek stel composities inclusief groots opgezet koor en operazangers. Wansmakelijk? Volgens velen wel. Benders: “Kom op, man, het was megalomaan als de pest. Ik wist vooraf al dat mensen het fantastisch gingen vinden, óf gingen haten.” Maar zelf waren ze daar helemaal niet mee bezig. “We dachten continu: ‘Zijn we kwalitatief op het goede niveau? Zijn we strak? Zijn we technisch goed genoeg?’ Pas vrij laat in het project stond ik erbij stil: ‘Wacht eens even.. ik stel een van de grootste vragen niet.. Vinden we dit het leukste wat we kunnen doen?’ Ik merkte dat we onszelf heel erg vast hadden gezet binnen een bepaald geluid, en daar word ik altijd… een beetje claustrofobisch van.”

Godswaanzin als grootste muzikantenziekte

Kortom: na het The Kyteman Orchestra had Benders een ‘reset-knop’ nodig. “In één keer wilde ik alles afleren wat we hebben gedaan, en van de grond af opnieuw alles opbouwen met de vraag: ‘Wat kunnen we nou eigenlijk?’ Ik wilde dat er ruimte is voor iedereen in de band, dat elk lid de verantwoordelijkheid voelt voor de partijen die hij speelt. Ik probeer zo weinig mogelijk dominant te zijn, zodat iedereen vrijuit kan bewegen.” Hij lacht: “Ja, dit is het complete anti-ego-project.”

En die ego, die was er ingeslopen bij Benders, verzucht hij nu zelf. “Met het hiphoporkest kwam de focus opeens op mij te liggen, en ik betrapte me erop dat ik me daarnaar ging gedragen. Dat vind ik de grootste ziekte waar je als muzikant aan kunt lijden, dat je een soort godswaanzin krijgt. ‘Iedereen zegt dat ik te gek ben, dus ik bén te gek.’ Hoe zeer ik altijd ook hoopte dat het bij mij nooit zo gebeuren, ik ben er volop in gegaan.”

En toen is Benders in zijn eigen wereldje, “mijn ivoren toren Kytopia”, gaan zitten. Het heeft hem een jaar gekost voordat hij überhaupt weer muziek durfde te maken: eerst met Eric Vloeimans, vervolgens met het hemelbestormende The Kyteman Orchestra. “En nu: nu werd het tijd om alles los te laten. Ik wíl meer vertrouwen op de mensen om me heen en de muzikanten met wie ik speel. Ze zijn stuk voor stuk fantastisch, ik wil dat de mensen dat kunnen hóren. Er komt niet altijd uit wat ik wil, maar dit hele project gaat om ruimte geven, om flexibel te zijn. Het is net het echte leven, hè? Als je verwachtingen niet uitkomen, dan moet je met de nieuwe situaties omgaan en er het beste van maken.”

Een nieuwe muzikale taal

Terug naar de repetitie. Met een berg aan handgebaren bespeelt Kyteman zijn orkest, hij gebruikt z’n armen welhaast als crossfader tussen twee partijen en laat de muzikanten pijlsnel switchen van het ene naar het andere idee. Benders heeft er een eigen taal mee ontwikkeld, vertelt hij tussendoor. “Ik heb handgebaren voor alles: elk akkoord kan ik doorgeven. Dat leren ze nu ook zelf, zodat de strijkers bijvoorbeeld kunnen laten zien welke kant ze op proberen te gaan.” Benders kan de strijkers gebaren een ondersteunend bedje te leggen, de drummers sommeren harder of zachter te spelen, en de band weer ‘from the top’ te laten spelen. Hij duwt zijn hand als een pistool tegen zijn hoofd. “Dit is de ‘earthquake’. Wanneer ik die gebruik, mag je een geheel nieuw idee inzetten, dwars door iedereen heen.”

En die earthquake wordt regelmatig gebruikt. Zo stuift er plotsklaps een snelle staccato baslijn door een bed vol strijkers, die uiteindelijk uitmondt in een extreem dub/drum ’n bass-ritme. Het wordt na een kwartiertje bruut gestopt. “Oké, dat duurde te lang”, gromt Benders. “Het begon héél vet, maar hoe kom je hier weer uit? Hij landde niet. Maar goed: zo is het genoeg voor vandaag. We hebben geen hiphop gedaan maar…” Stilte. Dan een grijns. “Fuck hiphop! Laten we morgen gaan oefenen op eindes.”

Doodeng
Tot dusver de repetitie. Maar hoe het dadelijk wordt om ook voor een publiek van dik duizend man per show te spelen? “Dat wordt doodeng, hè? Jullie hebben op 3voor12 eens een artikel geschreven over ‘De nieuwe kleren van Kyteman’, in dit geval had ik jullie helemaal gelijk gegeven: we hebben geen muziek, geen akkoorden, geen melodieën, we hebben níets om op terug te vallen. Als het mis gaat, dan gaat het gruwelijk mis.”

Inderdaad: Kyteman zou naar eigen zeggen behoorlijk op z’n bek kunnen gaan met het ambitieuze The Jam Sessions. Het publiek dat hij trekt is niet gewend aan improvisatie, maar aan liedjes met een kop en staart. Soit, wellicht kan het orkest van Benders hun oren trainen en openstellen voor radicalere muziekprojecten en minder structuur binnen de popmuziek. Wellicht dat zelfs acts als Eefje de Visser de volgorde van hun liedjes af en toe durven los te laten en op het podium durven te gaan jammen. “Het is een muzikale oorlog die we voeren. Ja, als je op de frontlinie vecht, dan heb je het risico om doodgeschoten te worden. Muziek en smaak zijn als een alsmaar bewegende comfort zone, er zit rek in maar het houdt ergens op. De VS gaat nu hard op eurohouse, terwijl je daar een paar jaar geleden niet mee had moeten aankomen. Dat is bij improvisatie hetzelfde. Wellicht zegt iedereen dadelijk: ‘Colin, flikker op!’ Wellicht vindt iedereen het verschrikkelijk. Maar we moeten het ook niet groter maken dan het is. In het ergste geval is dit het laatste wat ik doe.” Hij grijnst. “En zelfs dan, dan heb ik het in ieder geval gedaan zonder concessies, precies zoals ik het wilde.”

The Kyteman Orchestra tourt vanaf vanavond langs de concertzalen met The Jam Sessions.