The Bigger Picture: “Swans maakt het geluid van neukende dinosaurussen”

Experimentele rockband onder leiding van Michael Gira cureert programma op Le Guess Who 2014

Timo Pisart ,

Vanavond in 3voor12 Radio trapte Roosmarijn een gloednieuwe serie af: The Bigger Picture, waarin ze bijzondere acts uitlicht en het grote plaatje achter muzikale ontwikkelingen en gebeurtenissen in een historisch kader plaatst. We beginnen met de waanzinnig intense band Swans uit New York, dat een programma cureert op het Utrechtse festival Le Guess Who?. “Niet alleen je ingewanden trillen mee bij optredens van Swans, maar ook je hersenen dreunen bijna uit de schedel.”

Het werd over de hele wereld opgepikt, van de toonaangevende Amerikaans muzieksite Pitchfork tot het Britse Drowned in Sound: de experimentele rockband Swans en vooral de zestigjarige frontman Michael Gira cureren in Utrecht een driedaags programma tijdens het Le Guess Who? Festival, van 20 tot en met 23 november. “We laten een selectie van zijn favoriete acts zien”, aldus programmeur Bob van Heur. “Van elektronische muziek van Ben Frost tot oude helden uit de jaren ’70 zoals Silver Apples. Ook nodigde hij de bijzondere samenwerking van Savages en Bo Ningen uit, en de Zuid-Koreaanse celliste Okkyung Lee.”

Vorig jaar cureerde het uitzonderlijk productieve garagerockenigma Ty Segall al een programma op Le Guess Who?. Van Heur: “We wilden nu een stapje dieper gaan, en dieper dan Swans is schier onmogelijk.”

Swans bestaat al sinds eind jaren ’70, aanvankelijk als een soort verziekte, keiharde versie van bluesgitarist Howlin’ Wolf: met alsmaar repeterende, trage en noisy gitaarriffs rondom bezwerende zang. Gerard Walhof, nu hoofdredacteur van VPRO Radio, was de eerste Nederlandse dj die het aandurfde om de muziek van Swans op nationale radio te draaien. “Het geluid van neukende dinosaurussen”, herinnert Gerard Walhof zich zijn aankondigingen nog. Swans was in de jaren ’80 een van de bands in de no-wave en post-punk-scene in New York, naast onder andere Sonic Youth, Teenage Jesus and the Jerks en het noiseorkest van Glenn Branca. “Waar andere bands uit die tijd gekenmerkt werden door snelheid in neurose, was Swans precies het tegenovergestelde: zwaar, log, traag, en zonder liedjesstructuren van couplet en refrein.”

Walhof zag toentertijd ook het eerste optreden van Swans in Nederland, in een “waarschijnlijk uitverkochte” grote zaal van Paradiso, waar het gezelschap op een oorverdovend hoog volume speelde. “Superintens! Als je je trommelvliezen er onbeschermd aan wil blootstellen, en dat kan ik iedereen aanraden, dan raak je zelf ook in een trance. Je komt er wellicht niet altijd even vrolijk uit, maar toch zeker gehypnotiseerd, opgefrist, met wellicht een lichte koppijn en absoluut een unieke ervaring rijker.” De volumes waarop Swans speelde en speelt zijn ongekend hoog. “Niet alleen trillen je ingewanden mee en drillen je vetlagen, maar ook je hersenen dreunen bijna uit de schedel. Het volume is hoog, maar het is vooral dat diepe, keiharde sublaag: er zijn mensen die daar fysiek onpasselijk van zijn geworden tijdens hun shows. Ik vind dat lekker.”

Michael Gira is het enige vaste lid van Swans. “Het is een hele intense voorman”, aldus Van Heur. “Hij gaat zó diep op in zijn muziek, en wordt op het podium bijna bezeten door iets. Alles buiten het podium krijgt hij niet meer mee. Hij lijkt buiten zichzelf te stijgen.” Verheffing, zo noemt Michael Gira het zelf in interviews vaak. “Op de beste momenten ben ik ondergedompeld en in character. Ik sla mezelf gerust op het podium: wakker worden! Wakker worden!” Tegelijkertijd is Gira een ontzettende controlfreak, aldus Van Heur, die alles op het podium moet zien. Vandaar dat de band geen lichtshow heeft, maar in fel wit licht staat te spelen.

Gira is daadwerkelijk een moderne Howlin’ Wolf, denkt Van Heur. “Die zocht óók de duivel op tijdens het musiceren. Het geluid staat bij Swans vaak zó hard dat het bijna een evangelische ervaring wordt. Je kunt er het beste bij gaan staan met je armen en benen wijdneergezet, om het geluid dóór je heen te laten sijpelen. Maar het moge duidelijk zijn: het blíjven mooie liedjes.”

Swans bestond van ’82 tot ’97, waarna Michael Gira zich besloot te richten op andere projecten. Hij verhuisde van New York naar het platteland, ging meer folk-geënte muziek maken met Angels of Light en met zijn platenmaatschappij Young God Records lanceerde hij de carrière van freakfolkboegbeeld Devendra Banhart. In 2010 kwam Swans plotsklaps weer bij elkaar. Walhof was aanvankelijk sceptisch over die reünie. “Dit soort acts komen vaak bij elkaar uit geldgebrek, en om op hun oude repertoire te cashen, maar Swans is ook nu verpletterend.” De band bracht sinds 2010 iedere twee jaar een nieuw album uit, onlangs verscheen To Be Kind. “Daarop gebruiken ze het oude idioom nog steeds, maar het heeft nog altijd een enorme zeggingskracht en is allerminst stoffig geworden.” Van Heur: “Ik vind de nieuwe platen veel gebalanceerder en met meer uitgewerktere liedjes, dan het oudere werk. The Seer (2012) werd gezien als een onmogelijk te overtreffen meesterwerk, maar To Be Kind (2014) ging daar gemakkelijk overheen. Michael Gira is al zestig, en Swans is beter dan ooit.”