3voor12 bespreekt Album van de Week (34): Ty Segall

Manipulator is de kroon op het werk van de psychedelische garagerocker

Atze de Vrieze ,

“Je weet nooit hoe lang het duurt, laat ik maar zo veel mogelijk platen maken.” Die strategie hanteerde Ty Segall de afgelopen jaren. Goed voor een zo langzamerhand bizarre cultstatus als productief garagerock-wonderkind. Zeven albums maakte de 27-jarige al onder zijn eigen naam, minstens zoveel met andere bands en projecten. Meest recent nog dook hij onder de naam Fuzz zelf achter de drums, in plaats van zijn ‘signature instrument’: de wild fuzzende gitaar. Hetzelfde jaar maakte hij ook een grotendeels akoestische garegefolkplaat. En nu is hier Manipulator, een album waar Segall maar liefst veertien maanden en een volle maand studiotijd in investeerde. Hoewel we over de kwaliteit van alle voorgangers niets te klagen hebben, mogen we toch concluderen dat het zijn vruchten afwerpt: Manipulator is zijn beste en meest complete album tot nu toe.

Met zo’n hoge productiviteit kan het niet anders dan dat hij zijn taak serieus neemt, en zo kennen we Ty Segall in de praktijk ook. Zijn shows zijn heerlijk rauw (zie zijn geweldige headlineshow op Le Guess Who?, twee jaar terug), maar we kennen hem niet van verhalen over drugsmisbruik of chaos op het podium. Liever werkt Segall aan een ijzersterke reputatie met zijn hechte band. Ook op Manipulator duikt die vaste kern op: Mikal Cronin (zelf ook een uitstekende liedjesschrijver) speelt bas, Charles Moothart gitaar en de bijzonder coole Emily Rose Epstein drums. Ze legden dit keer maar liefst zeventien nummers vast, die vol zitten met ideeën, en toch geen van allen boven de vijf minuten klokken. 
 
Segall een garagerocker noemen is veel te kort kort door de bocht. Zijn muziek is doorgaans gecompliceerder dan de expres rauw gespeelde rock ’n roll van bijvoorbeeld bands als FIDLAR of The Black Lips. Het gaat Segall om veel meer dan de energie en het catchy refrein. Luister maar eens hoe vernuftig hij in Connection Man de twee gitaren in de solo aan laat zwellen tot een compleet orkest, terwijl de ritmesectie het tempo hoog houdt. In het geweldige Tall Man Skinny Lady kiest hij - zoals best vaak - voor een akoestische gitaar als basis over een drumbeat zo funky dat je hem in een hiphopplaat zou kunnen samplen. Segall schmiert er met zijn kopstem over: “Come over here I think you can maybe try to cure my soul.”
 
Manipulator is een verzameling schetsen over mensen die je zoal tegenkomt in het leven. Mensen met hun eigen agenda, mensen die je willen beïnvloeden om hun kant op te bewegen. Dat kan over lichamelijke verleidingen gaan, maar ook om macht. We ontmoeten The Connection Man, The Singer, we ontmoeten twee keer een dame die Susie Thumb heet. “Ask your boss man for a raise, tell your momma ‘keep the change’”, stelt hij in The Faker de prioriteiten. We worden in een razende punkrocker gewaarschuwd voor The Crawler, die achter je dochter aan zit, en voor The Hand, de man die altijd zal proberen jou in zijn slipstream mee te nemen.
 
Gemeenschappelijk doel van die complete parade aan schimmige en minder schimmige karakters, is het bereiken van persoonlijke vrijheid en controle. Lang niet gemakkelijk, concludeert Segall tegen het einde van de plaat in The Feels. “Now when I look into your eyes, I realize you’re the same as me. Just wanted to be free. And when we look into the skies, we realize it just can’t be: we’ll never be free. And where are your friends? Where are they now?”
 
Niet bepaald een glorieuze conclusie, maar Ty Segall heeft over zijn vrijheid als muzikant niet te klagen. Na jaren hard werken heeft hij een absolute piek bereikt, met een rijk en volgroeid geluid. Manipulator is een geweldige psychedelische plaat, met als altijd die messcherpe fuzzgitaar als karakteristiek geluid. Beste song in die categorie is Feel, dat hij onlangs bij Conan O’Brien live speelde. Maar er zijn ook stijlvolle strijkers (op bijvoorbeeld The Singer) en een voorzichtig glamrockgeluid in The Clock en Who’s Producing You?, met ver weg galmende backing vocals. In Mister Main gaat de fuzz-orkaan even liggen en horen we gitaar en bas een spannend duet aangaan, en Ty met zijn kopstem zingen. En zo kunnen we nog wel even doorgaan met het benoemden van gouden riffs, drumbreaks en ‘AAH’s. Manipulator is de kroon op het werk van Ty Segall.