Het is knap hoe de band het gespeeld heeft. Allereerst was er vorig jaar een sterke EP van een geheimzinnig nieuw bandje, en mede dankzij het BBC “Sound of 2014”-lijstje werkten ze zich al aardig in de kijker bij de journalisten en muziekliefhebbers over de hele wereld. Vervolgens bleek o.a. op Eurosonic en London Calling dat de band een spannende liveact te zijn en alleen maar beter te worden. Daarnaast maakten de shows duidelijk dat er naast de The Heat EP nog een stuk meer sterke songs op de plank lagen voor het album. Een perfect getimede stroom van nieuwe nummers zorgde er vervolgens voor dat de band in de spotlights bleef. Het is dan ook veilig om te stellen dat het self titled album een van de meest gehypete debuutalbums van het jaar is, zelfs al lang voordat bekend was dat het album dit jaar zou verschijnen.
Goed, dat album is er nu. En om het maar meteen gezegd te hebben, het valt een beetje tegen. Niet omdat de twaalf tracks ondermaats zijn, of niet aan de verwachtingen voldoen. Integendeel. Het is ook niet dat er geen samenhang in het album zit. Het is geen willekeurige verzameling van singles, zoals dat tegenwoordig wel eens gebeurt bij popalbums. De trackvolgorde is logisch, en ook tekstueel lijkt er een lijn in te zitten. Constant lijk je als luisteraar aangesproken te worden door de soms smekende, dan weer verwijtende, en uiteindelijk vooral hopeloos verliefde zangers. Meervoud inderdaad, want praktisch het hele album wordt gezongen door de twee frontmannen, het gezamelijke brein van Jungle: Joshua en Tom. Of J en T zoals ze zichzelf in interviews noemen. Het moet immers nog wel een beetje mysterieus blijven.
Ook muzikaal zit het album prima in elkaar. Jungle gaat gewoon verder waar ze gebleven waren op de weg die ze met singles The Heat en Busy Earning ingeslagen zijn. Funky pop met een donkere inslag, bijna als een alternatieve soundtrack voor seventies films als Shaft en Foxy Brown. Tussen alle groovende bassen, funky gitaren en rammelende percussie hoor je sirenes die door de muren van de studio lijken te sijpelen, samples van zware mannenstemmen, soms wat geroezemoes en spelende kinderen, waardoor het geheel een stuk minder klinisch klinkt dan dat je op basis van de strakke liveshow misschien zou vrezen.
De teleurstelling zit hem vooral in het feit dat Jungle een one trick pony lijkt. Maar wel een met één hele goede trick. De constante tweestemmige, ingehouden zang, het trucje met de timing (vaak worden zinnen hakkelend en onhandig uitgesmeerd over twee regels, waardoor het nog iets meer urgentie lijkt te krijgen en waar vervolgens weer een melodie uit ontstaat), de teksten die constant een uitroep lijken te zijn waarin de helft van de tekst ingeslikt lijkt te worden, de rammelende percussie, soms priegelige gitaar en claps/snaps die de strak uitgevoerde nummers een losse feel geven: het werkt allemaal goed, maar het is wel constant hetzelfde. De slowjam Drops en het spaghettiwestern-intermezzo Smoking Pixels maken te weinig verschil om de eenzijdigheid van te verhullen.
Het album is een goed voorbeeld van het feit dat in muziek elk medium zijn eigen regels heeft. Je kan nog zo’n spannende live act zijn en zo veel goede tracks hebben, het is nog niet gezegd dat je met die tracks ook een album lang kan boeien. Zelfs als je die steengoede liveshow vrijwel letterlijk vertaalt naar een album, zoals Jungle hier gedaan heeft. Tijdens hun shows weten de muzikanten een constante spanning te creëren waarin op precies de goede momenten wordt op- en teruggeschakeld, op het album ontbreekt echter de spanning en fysieke hitte die een volle club met zich meebrengt, een gemis dat de band niet weet op te vangen. Dat de plaat alsnog Album van de Week is geworden zegt vooral iets over de kwaliteit van de liedjes. Misschien is het daarmee wel juist een album van nu. Importeren in je playlist, en elke keer dat er tijdens een shuffle een track langskomt even het volume omhoog draaien. Want los zijn de nummers een stuk beter dan zo achter elkaar geplakt.
3voor12 bespreekt Album van de Week (29): Jungle
Mysterieus Brits duo doet het vooral goed live en in een playlist
Na wat mysterieuze persfoto’s en video’s trok de mist op het podium ook steeds verder op en werd langzaam duidelijk dat achter Jungle twee Britse jongens schuil gaan, live aangevuld met een grote band. Het enige wat nog onduidelijk was, was hoe het debuutalbum zou zijn. Wel nu, dat album is uit en schopt het tot Album van de Week.