Mikal Cronin: "Op een dag wil ik een rockopera maken"

Fuzzrocker zaterdag op Le Guess Who? May Day

Atze de Vrieze ,

Mikal Cronin heeft zijn versterker opgeblazen. Lichte paniek, maar het komt goed, zo lijkt het. Er is nog drie uur te gaan tot zijn show in de bovenzaal van Paradiso, dus de noodapparatuur moet precies op tijd hier kunnen zijn. "We vragen nu eenmaal het uiterste van die dingen", zegt Cronin, die zich niet nerveus laat maken. Hij verduidelijkt het voorgaande nog even met een glimlach: "We spelen hard." Het loopt goed af, een paar uur later vlamt hij de verf van de muren van Paradiso. Zaterdag is hij terug in het land voor Le Guess Who? May Day.

"Ik weet het niet, ik probeer, ik weet het niet. Ik sta overal voor open." Je hebt van die muzikanten die je het bloed onder je nagels vandaan halen met hun 'I don't know'-antwoorden. Flikker op! Alsof je geen mening hebt over je eigen werk, alsof je maar wat doet. Bij Mikal Cronin is het anders. Hij weet wel degelijk wat hij doet, maar er is nog veel meer dat hij NIET weet, en dat is de plek waar het schuurt. Zijn hersens kraken, en de creatieve twijfel ligt op straat. "Ik heb zo verschrikkelijk veel ideeën in mijn hoofd waar ik nu nog niets mee kan. Twijfels en tegenstrijdigheden zijn voor dit album heel belangrijk."

Ik heb zelfs een all-female-band overwogen"
Wat we - en hij zelf - wel weten: Mikal Cronin is een begaafd liedjesschrijver. Twee jaar geleden verscheen zijn titelloze debuut, nu ligt opvolger MCii er. Het is een plaat vol pakkende songs van een soort tijdloze allure, gespeeld met een gretige voet op het fuzzpedaal. In eerste instantie was Cronin dan ook helemaal geen frontman. Zijn eerste band heette The Love This. Hij was vijftien en zat op dezelfde high school als garagerocker Ty Segall en Michael Anderson, met wie hij tot op de dag van vandaag werkt. Cronin, zijn achternaam is Iers, zijn voornaam het gevolg van een drang om toch een beetje bijzonderder te zijn dan al die andere Michaels op school. In die eerste band speelde Cronin nota bene saxofoon, Segall drums.

"Het was een ESG-achtige dancepunk band. Dat was in Orange County, halverwege tussen Los Angeles en San Diego." Cronin woonde het grootste deel van zijn leven in Californië - momenteel in een Mexicaanse wijk in San Francisco, tegenover een Burrito-tent - al noemt hij zichzelf liever een 'west coast' persoon. "In Portland of Seattle zou ik ook kunnen wonen." Op die high schools aan de westkant van de VS werd jaren geleden al gezaaid wat nu geoogst wordt. "Ty hoorde bij een clubje jongens dat de punk 'ontdekt' had. Ik was niet erg cool op school. Ik was verlegen en trok me vaak terug in mijn eigen hoofd. Al heb ik me nooit oncomfortabel gevoeld op het podium. En toch: als je me op mijn vijftiende had gezegd dat ik mijn eigen liedjes zou schrijven en zingen, had ik je keihard uitgelachen. Het was bij het vormen mijn oude band The Moonhearts dat ineens de vraag kwam: ok, wie gaat zingen? Niemand wilde, en dus heb ik het maar gedaan."

De laatste jaren tourde Cronin volop, met zijn eigen band en vooral met Ty Segall, waarmee hij onder meer de legendarische Fuzzbox avond op Le Guess Who? aandeed. In die band speelde hij onder andere met de geweldige Emily Rose Epstein, een van de weinige vrouwen in het rock 'n roll wereldje. Epstein tourt nu met Cronin. In zijn huidige band heeft hij zelfs twee vrouwen. "Ik heb zelfs een all-female-band overwogen", lacht hij. "Er komen altijd verrassend veel mensen op Emily af om haar te vertellen hoe tof ze is. Zij is het levende bewijs dat vrouwen natuurlijk heus wel kunnen drummen."

The Further Adventures Of Charles Westover
Tussen het touren door ontstond MCii. "Ik had steeds een weekje om aan mijn plaat te werken, en dan moest ik weer weg. Maar daardoor had ik wel de nodige afstand tot de liedjes. Mijn eerste album heb ik gewoon helemaal in een week opgenomen. Op zich wil ik in het opnemen zelf ook weer niet te veel tijd steken. Het moet niet te steriel zijn. Ik ben wel eindeloos bezig met de demofase, met het plaatsen van de puzzelstukjes op de juiste plek, de arrangementen. Als het liedje eenmaal af is, is het ook af. Ik ben op zoek naar herkenbare songs, waar ik vervolgens iets spannends mee wil doen."

Zijn liedjes mogen dan een zekere tijdloosheid hebben, zoals zovelen is Mikal Cronin besmet met de rusteloosheid van de internetmuzikant. Zestig jaar pophistorie hangt als een soort molensteen om zijn nek. Dat wil zeggen: "Er is zoveel wat ik goed en inspirerend vind. David Bowie, Nirvana, ELO, George Harrison. Via internet is alles toegankelijk. Verloren gewaande platen zijn ineens voor iedereen beschikbaar. Een van mijn favoriete albums is van Del Shannon, een commerciële flop destijds. Del Shannon - hij had een hit met Runaway - hoorde Sgt Pepper en besloot net als zovelen in die tijd dat ook bij hem het roer om moest. Het werd een geweldige georkestreerde psychedelische plaat genaamd The Further Adventures Of Charles Westover. Dat was zijn echte naam, Charles Westover. Het werd helemaal niks met die plaat, het label geloofde er niet in, er werden maar weinig exemplaren geperst. Nu is zo'n album ineens makkelijk toegankelijk. Er hoeft maar een persoon zijn LP te rippen. Dat is geweldig, maar ook verwarrend."

En dan zijn er ook nog al die bands van nu. De vele garagerockbandjes die uitkomen op het Californische Burger Records bijvoorbeeld. "Ik heb nog met die jongens gespeeld toen ze hun band Thee Make-out Party hadden. Geweldige gasten, ze zijn nu met hard werken een heel imperium aan het bouwen. Het T-shirt dat ik nu aan heb is van ZATH, een thrashmetalband uit Chicago die een paar keer voor ons opende. Geweldig om te zien, alsof je naar Slayer staat te kijken in een zaal met dertig verwarde mensen. Dat zie je niet vaak bij een garagerock show. Of nou ja, garagerock, dat woord gebruik ik maar even bij gebrek aan beter. Ik vind wat Ty of Thee Oh Sees maken meestal geen garage. De term wordt tegenwoordig vaak gebruikt als omschrijving voor door punk beïnvloede psychedelische rock."

"Ben ik een egoïst?"
Alles loopt dus door elkaar, zeker in het hoofd van Cronin, wiens songteksten zoals hij eerder al zei vol zitten met twijfels en tegenstrijdigheden. Uit single Shout It Out: "Do I shout it out? Do I let it go? Do I even know?" Uit Am I Wrong: "Where's the sign I'm waiting for? Where's the cue to make it more than I ought to? Help me out, easy now, I'm losing my mind. I'm just struggling to find, what I need to." Het zijn twijfels over relaties, over zijn carrière, over het verband tussen die twee. "Het is geweldig dat mensen mijn muziek willen horen, ik leef in een droom en daar ben ik dankbaar voor. Maar touren is ook het zwaarste dat ik ooit in mijn leven gedaan heb. Moet ik niet meer verantwoordelijkheid nemen? Ben ik een egoïst? Ik stel vriendschappen op de proef, mijn vriendinnetje - van wie ik echt houd - vindt het heel lastig dat ik altijd weg ben. Is dit het allemaal waard? Je moet er meer voor opofferen dan je in eerste instantie denkt."

Het antwoord zoekt Cronin in MCii, en tegen het eind van de plaat heeft hij het nog lang niet gevonden. De antwoorden liggen besloten in zijn muzikale dromen. Nu schrijft hij nog persoonlijke songs, zelfverzekerde twijfelliedjes. Op een dag, op een dag begrijpt hij de wereld, de muziek. Als hij voor die tijd zijn gitaar niet aan de wilgen gehangen heeft - dat kan natuurlijk ook nog - maakt hij op een dag het allesomvattende levenswerk. "Mijn grootste droom? Op een dag maak ik een rockopera."