Dit is een tragikomedie
{Awayland}, inderdaad met tamelijk kunstzinnige haakjes om de titel, is minder zelfingenomen dan haar voorganger. Dat vertelt Conor O'Brien, frontman en brein van het Ierse Villagers. "Het eerste album was een tragedie, dit is een tragikomedie. Ik refereer aan de duisternis, maar ik romantiseer het niet meer. Als je ouder wordt, ervaar je vroeg of laat waar je al die tijd bang voor was of waar je over fantaseerde. Je realiseert je dat het geen spel is, maar dat het leven echt begonnen is. Of er een moment was waarop het begon? Niet echt. Ik heb altijd gedacht: op een dag gaat alles beginnen. Maar op een gegeven moment ben je ineens dertig en realiseer je je dat het allemaal allang begonnen is, en dat het voortdurend gebeurt. En dat dat resulteert in een enorme leegheid, die je helemaal zelf moet vullen."
Conor O'Brien is een fascinerende muzikant. Bij zijn eerste optreden op London Calling in de bovenzaal van Paradiso stapte hij in zijn eentje het podium op. Als een soort wonder verstomde het ongeïnteresseerde gemurmel in de zaal. Hier stond echt iemand op het podium. Een piepklein mannetje dat met een buitengewoon trefzekere stem zijn onzekerheid en zijn zoektocht vertolkte. "I've been in pieces", zong hij even later, terwijl hij zijn band liet aanzwellen en aanzwellen. En dan zette hij aan, voor een soort wolvenhuil. Het mocht een mirakel heten dat zijn muziek niet verzoop in pathos, maar het werkte. Hij speelde op onder meer Lowlands, Motel Mozaique, Into The Great Wide Open en deBeschaving.
"Ik trilde helemaal toen ik het resultaat hoorde"
"Het schrijven lukte eerst helemaal niet, fysiek niet", verklaart O'Brien over opvolger {Awayland}. "Na mijn tour was ik eerst wekenlang verveeld. Ik moest wel op een andere manier te werk gaan." Enter elektronica, het ultieme wapen voor de singer-songwriter die eens iets anders wil. Goed te horen in The Waves, het eerste liedje dat Villagers naar buiten bracht, eind vorig jaar. En het slotnummer van de plaat heet Rhythm Composer, een knipoog naar zijn drumcomputer.
Maar het speelde in veel meer songs een rol dan uiteindelijk te horen is. "Van Grateful Song bijvoorbeeld bestaat ook een heel elektronische versie. Er waren wel zeven of acht varianten van die song. Uiteindelijk werd het niet het minimal techno-arrangement, maar gewoon de 'Neil Young versie', misschien wel het meest traditionele arrangement. Het heeft van ver moeten komen. Ik trilde helemaal toen ik het resultaat hoorde. In Passing A Message stoeiden we met een Curtis Mayfield-achtig basgeluid. Het ontstond uit een synthesizer-soundscape van negen minuten, heel erg Brian Eno. En toen ik een deel van de elektronica weg haalde kwam er tot ieders verbazing ineens een liedje tevoorschijn."
It takes loss to be free
Een nieuwe manier van arrangeren en een nieuwe vorm van tekstschrijven, eigenlijk heeft O'Brien op elk vlak een stap willen zetten. Van het hulpeloze 'I've been in pieces' op het debuut naar het wijze 'It takes loss to be free' op de opvolger. "Ik herinner me dat ik een jaar of tien, twaalf was. Ik was er heilig van overtuigd dat ik onsterfelijk was. De dood, dat was een mythe. Ik wilde nog dit en dat doen, liedjes schrijven, cartoons tekenen, schilderen. Ik was heel jong en naïef. Maar voor veel vragen waar je je als jonge jongen bezig mee moet houden was ik veel te druk. Ik kan nog steeds wel eens naar de sterren kijken en denken: wat zijn we nietig. We bevinden ons in een grote loterij te midden van chaos. Onze aarde bestaat miljarden jaren, wij pas 200.000 jaar, en alles wat voor ons kwam is verdwenen. Het is goed om daar af en toe eens aan te denken als je je neus snuit of op de wc zit."
Het doet meteen denken aan een van de raarste liedjes van het nieuwe album. Typisch voor dit nieuwe werk: O'Brien schrijft minder over en vanuit zichzelf, meer in personages. Zo is er in Earthly Pleasures een naakte man die met een tandenborstel in zijn handen op het toilet zit als zijn hoofd eraf valt. Echt waar. "Een soort breakdown", verklaart O'Brien. "Plotseling bevindt hij zichzelf in de Braziliaanse onafhankelijkheidsoorlog. Hij moet mensen doodschieten, verzet zich daar tegen, maar als hij het uiteindelijk doet, geniet hij er van. Even later ontmoet hij een godin, waarmee hij ruzie maakt. Aan het eind van het lied wordt hij weer wakker op het toilet. Je merkt: ik stap meer bij mezelf vandaan. Ik gebruik mijn fantasie om naar de wereld te kijken, op een soort seculiere spirituele manier. Want religie, dat vind ik bullshit." Hij lacht, en neemt een aanloopje. "Het is meer een soort humanistische, Michael Jacksonesque liefdesvibe."
{Awayland} van Villagers verschijnt op Domino/V2 en is nu te luisteren op de Luisterpaal.
Villagers: "Ik was er heilig van overtuigd dat ik onsterfelijk was"
Ierse zanger heel anders te werk op tweede album
Een jongen die uit het raam kijkt, van alles ziet gebeuren, en wacht tot 'het' allemaal gaat gebeuren. Dat was het beeld dat heel letterlijk opdoemde uit Becoming A Jackal, het debuutalbum van de Ierse band Villagers. Het was een vindingrijke en kwetsbare set songs over volwassenwording, dat uitgroeide tot een ware festivalfavoriet. Nu zijn Conor O'Brien en zijn band terug. Met een volwassen plaat? Ja, dat zou je zo kunnen zeggen, maar dan wel door de ogen van een pasgeboren kind. "Ik heb zelfs een liedje geschreven vanuit het perspectief van een kind tijdens de geboorte, maar dat heeft de plaat niet gehaald."