Mumford & Sons, Marcus Mumford en drie geestverwante Londense folkies, bestaat pas sinds 2007 en schoot drie jaar later al door naar de megastatus dankzij Sigh No More. De (zelf gefinancierde!) plaat ging in Amerika liefst 2,5 miljoen keer over de toonbank. Daar droegen singles als Little Lion Man en The Cave in grote mate aan bij. Bovendien profiteerden de Britten van de hevige opleving van folk-muziek. Dat geldt ook voor Nederland, waar Mumford & Sons bovendien grote indruk maakte op Lowlands 2010. Dat succes opvolgen is geen geringe opgave, maar de Britten doen het niet gek. Opvolger Babel werd alvast voorafgegaan door de sterke single I Will Wait en de plaat is inmiddels al 600.000 keer verkocht. Als je de folk van het debuutalbum trok, dan word je waarschijnlijk ook op je wenken bediend met de tweede langspeler, waarop ze die lijn redelijk vasthouden maar net wat donkerder uitpakken. Als je al uitslag kreeg van banjo's en mandolines dan blijft het (ver-)zuchten.
Met het tweede album net af, denkt de band volgens Dwane alweer aan de volgende. "Ja, deze is immers af en nu gaan we touren. We maken plannen voor het komende jaar, we willen overal spelen maar tegelijkertijd ook niet te lang wachten voor we weer de studio in gaan voor weer een plaat." De band is erg enthousiast over de verdubbeling van het repertoire nu Babel uit is: "Mensen bekijken je toch door een venster van twaalf songs. Met Babel zullen mensen het bredere spectrum van onze creativiteit te zien krijgen. Het maakt het ook mogelijk om langere shows te spelen. Eigenlijk was een optreden van anderhalf uur met alleen materiaal van Sigh No More best lastig. Nu het klaar is verleggen we de focus weer meteen naar meer materiaal schrijven. We schrijven terwijl we touren, dus je kunt zeggen dat we aan het derde album zijn begonnen. Eigenlijk zijn we nooit gestopt met schrijven."
Mumford & Sons werkt al aan het derde album
Ted Dwane: "Alles in dienst van het liedje is ons mantra"
Platenmaatschappijen zijn als de dood dat belangrijke releases te vroeg lekken, maar media moeten zich toch kunnen inluisteren. Dat dilemma los je tegenwoordig op door de journalist in kwestie vooraf een luisterlink toe te sturen, maar dan wel een voorzien van een fictieve artiestennaam en titel. Voor Mumford & Sons was een bijzonder treffende verzonnen: The Merry Men. 3voor12 sprak met Ted Dwane, net nadat de band terugkeerde van een grote US-tour. De percussionist en gitarist geeft toe dat het succes van Sigh No More een ballast vormde: "Zelfbewustzijn is waarschijnlijk de grootste remmer van creativiteit, dus trokken we naar het Engelse platteland." Vanavond zendt Roosmarijn Reijmer delen van het interview uit in 3voor12 Radio.
Voor dit album waren jullie al lang geleden begonnen met schrijven.
"Klopt, begin 2011 al. Hoewel we toen nog niet de studio in gingen, beleefden we wel een hele intensieve week van schrijven. We hielden veel half afgemaakte songs en ideeën over en wilden vervolgens de Mumford & Sons workshop eens opruimen dus ruimden we een week in Amerika in. Verder is het eigenlijk allemaal in Engeland opgenomen, tussen de tours door. We zijn ook nooit gestopt met touren om een album te maken. En gelukkig maar; want ik heb het gevoel dat het touren een positieve uitwerking op Babel heeft gehad. Ik denk dat de songs zich ontwikkeld hebben terwijl we ze speelden en toen we gingen opnemen, wisten we precies hoe we wilden dat ze zouden klinken."
Jullie speelden vorig jaar al nummers van Babel live, was dat om ze voor voltooiing te testen op het publiek?
"Niet dat we dat zo bedacht hebben, maar dat blijkt toch het ideale proces voor ons te zijn. En als je iets geschreven hebt, waar je opgewonden over bent dan wil je het ook spelen. En er is geen reden om het niet te doen. I Will Wait heeft zo een hele tijd als 'Untitled' op de setlist gestaan. Later realiseerden we ons dat veel mensen via YouTube de meeste nummers van Babel al gehoord hadden. Daarom besloten we om een aantal songs als Hopeless Wanderer en Babel expres nog niet te spelen."
Een vraag die niet te vermijden is: Hoe moeilijk was het om een tweede album op te nemen na zo'n immens albumsucces?
"Het valt niet te ontkennen dat het, zeker psychologisch, een beetje beangstigend was. Ik meen dat het de eerste opnamesessie wel belemmerd heeft. We gingen Babel opnemen in dezelfde studio als Sigh No More. Het was dus eigenlijk alsof we de draad weer oppakten en zeker voor de eerste sessies hebben we Sign No More als een sjabloon gebruikt. Maar we kwamen er al snel achter dat twee albums nooit op dezelfde manier gemaakt worden. Daarna was het een kwestie van 'alles in dienst van het liedje', wat ons bandmantra is, en gewoon de best mogelijke muziek schrijven.
Zelfbewustzijn is waarschijnlijk de grootste remmer van creativiteit, dus trokken we naar het platteland om daar een paar weken in de boerderij van de ouders van Ben (Lovett, vocalen en toetsen, red.) te werken. Daar hadden we echt de vereiste helderheid van geest en afstand van alle drukte. Daar begon de identiteit van het album zich aan ons op te dringen, kreeg Babel heel snel vorm en namen we een hoop op. Toen ging het heel makkelijk. We hebben geluk dat we geen platendeal hebben, zodat er geen label is dat ons onder druk zet om het album in twee maanden af te maken. We hadden de luxe om het in ons eigen tempo te kunnen doen. En het duurde langer dan we gehoopt hadden, maar we gaan niks uitbrengen waar we niet compleet tevreden en trots over zijn."
Het duurde dus wat langer vanwege alle heisa en hectiek om jullie heen?
"Precies. Nu zijn we heel blij met het resultaat, maar ik voel mee met bands die normale platendeals hebben en zoveel druk opgelegd krijgen. Je hebt niet meer druk nodig dan er al is. Ik vrees dat als je grote labels hebt, die meer geld willen verdienen terwijl je 'hot' bent, dat dat een erg contraproductieve atmosfeer creëert om creatief in te zijn."
Jullie kozen voor dezelfde producer om vooral niet teveel aan de succes-sound te morrelen?
"We hadden al met veel mensen gewerkt toen we voor de vorige plaat bij Markus Dravs terecht kwamen. Hij begreep ons niet echt, we lijken ook niet op iets wat hij al deed. Maar toen hij dat wel deed, wist hij onze muziek perfect op plaat te vatten. Het was dus een kwestie van: "If it's not broken don't fix it". En we hadden het gevoel dat we een evolutie in ons schrijfproces doormaakten, als een soort volwassenwording. We kozen ook voor Dravs om een soort sonische continuïteit tussen de twee albums te creëren. Zeker een bewuste keuze, maar ook een voor de hand liggende voor ons."
Waar zochten jullie naar op Babel?
"We wilden graag een meer dynamisch album maken: dat de harde stukken harder en de zachte stukken zachter zouden worden. Niet dat er veel vooropgezet is aan wat we doen. Het is emotionele muziek, geïnspireerd door ervaringen en basale menselijke wensen en angsten. Qua sound en muziek hebben we niet veel keus; dit is wat er uitkomt."
Vanwaar de alubmtitel Babel?
"Die komt van de song Babel, die is vernoemd naar de stad waar wij wonen. Het is geen directe bijbelreferentie. Meer een metafoor, een dapper woord dat past bij de sentimenten en conversaties die we toen hadden. Het is ook een beladen woord en ik hoop dat mensen eruit halen wat ze willen."
Jullie stad Londen is ook een stad van vele talen.
"Dat is de simpele uitleg. Ik wil niet teveel weggeven, maar in het verhaal stort de toren in en is er wanorde, chaos en rotzooi. En vervolgens: het dwalen en het reizen. Dat zijn de thema's die het album hopelijk vertegenwoordigt."
Je vindt in alle drukte nog tijd voor fotografie en hebt zelfs een eigen donkere kamer.
"Ik heb er deze tour al veel tijd in gestopt. We begonnen in New York en ik heb daar rondgeshopt en mijn donkere kamer uit Londen gekopieerd. Die gaat nu mee met ons op tour. Het is ideaal: een erg meditatieve ervaring om de gedachten even te verzetten. We willen de vorige tour ook vastleggen in een fotoboek."
Is het hobby of noodzakelijke uitlaatklep?
"Beide een beetje. Op tournee is het altijd chaotisch en hectisch. We hebben allemaal zo onze methodes om te ontspannen. Sommigen van ons nemen hun fiets mee en ik heb altijd veel foto's genomen."
Hebben jullie nog wat te bewijzen of winnen?
"Succes is een vreemd iets voor ons. Onze aspiraties waren erg bescheiden. Toen we Sigh No More maakten, hoopten we te gaan touren, onze kosten terugverdienen en dan hopelijk nog genoeg over te houden om een tweede album te maken. Onze ambities waren vooral op Engeland gericht, maar ze zijn in elk land overtroffen. Om verder te groeien zullen we hard moeten touren, daarvoor plannen we eerst een grote Europese tour. Ik zou niet zeggen dat we meer te winnen hebben; iedereen is al meer dan aardig voor ons geweest en ik denk dat het tijd voor ons is om zoveel mogelijk liefde terug te geven."