Volgens het vorige week gepubliceerde jaarverslag van de Vereniging voor Nederlandse Poppodia en Festivals (VNPF) zijn de ticketprijzen alleen al in de afgelopen zeven jaar met 70 procent gestegen. In 35 jaar een stijging van in totaal 300 procent, het valt Berend Schans, directeur van VNPF, nog mee. Ook boeker en concertorganisator Willem Venema gelooft de cijfers van Sargasso best.
Sargasso: "Concertkaarten vier keer zo duur geworden in 35 jaar"
Venema: "Dat komt door stijging autonome kosten", VNPF: "Gages zijn gestegen"
Concertkaarten zijn, gecorrigeerd voor inflatie, gemiddeld genomen twee keer zo duur geworden in de afgelopen dertig jaar. Hou je geen rekening met de inflatie, dan zijn de tickets zelfs vier keer zo duur geworden. Dat schrijft datajournalistiek-blog Sargasso. Volgens het blog zijn dat voornamelijk ticketprijzen van de grootschalige concerten in zalen als HMH, Goffertpark, Gelredome en Ahoy. Berend Schans (VNPF) en concertorganisator Willem Venema (Double Vee Concerts) staan in hun verklaringen lijnrecht tegenover elkaar.
'Duurdere kaartjes ligt aan stijging autonome kosten'
Venema en Schans hebben beiden compleet andere verklaringen voor de prijsstijgingen. Zo wijdt Venema de grote prijsstijging onder andere aan invoeren en afschaffen van allerlei veiligheidseisen aan concertpodia, artiestenbelastingen en regelingen, veranderend tarief van de Buma, en verschuivingen met de Btw. Kortom: de autonome kosten zijn gestegen en doorberekend. Of hogere gages van artiesten er ook wat mee te maken hebben? Venema: "Bij het congres van de VNPF van vorige week werd gesuggereerd dat artiesten nu vaak met 95 procent van de recettes mee naar huis gaan. Dat is onzin, maar als een artiest wordt geboekt voor een paar duizend euro, ze vragen tien euro entree en er komen niet genoeg mensen: dan neemt de groep al snel te veel van de kassa mee. De werkelijkheid bij grote groepen en concerten die ertoe doen, is dat heel anders. Paradiso geeft geen enkele Nederlandse groep bij een uitverkocht concert 95 procent van de kassa."
'Stijging gages oorzaak duurdere kaartjes'
Schans denkt juist wél dat gages bijdragen aan de duurdere tickets. "We hebben natuurlijk een periode doorlopen waarin geen geld meer werd verdiend aan geluidsdragers. Daarom moest er geld worden verdiend met zo veel mogelijk spelen en hogere gages. Waar vroeger spelen een marketinginstrument was bij verkopen van albums, is dat nu omgedraaid." Dragen de stijgingen van autonome kosten volgens Schans ook bij aan verhoogde ticketprijs? "De huiskosten van een moderne zaal - er is ook heel veel nieuwbouw gepleegd - zijn niet te vergelijken aan die van twintig jaar terug, en in de programmering wordt daar natuurlijk rekening mee gehouden: je kunt minder gemakkelijk een onbekend bandje neerzetten. De autonome kosten worden echter níet doorgerekend in de ticketprijzen."
Programmakosten lijken terug gelopen
Dit jaar lijken de gages en programmakosten voor het eerst wat teruggelopen ten opzichte van het vorige jaar, aldus Schans. Tegelijkertijd stegen ticketprijzen nog licht. Sterker nog: voor het eerst zijn de programmakosten lager dan de ticketopbrengsten. "Dat is wat in de economie een gezonde situatie zou zijn."
'Publiek heeft geld over voor bijzondere concertervaring'
Venema maakt zich juist zorgen over de stijgende ticketprijzen: dit zou leiden tot teruglopend concertbezoek. "Daarom is het beter om met schaarste te werken dan met gulzigheid. Als het vroeger gebruikelijk was om zestien clubshows te doen, adviseren wij onze artiesten nu met twaalf tevreden te zijn." Wanneer je echter een uniek concept biedt, kunnen de prijzen stijgen zonder een lagere opkomst, meent Venema. "Juist de kleinschalige festivals en bijzondere concerten met een relatief hoge entree leveren resultaat op. Het is heel bijzonder hoe de grote prijsverhoging bij Into The Great Wide Open geen weerstand opriep, en dat Where The Wild Things Are ondanks een hoge prijs zo snel uitverkocht, kennelijk heeft hun publiek veel geld over voor een bijzondere concertervaring."