Poppodia in crisistijd: lagere gages, veiliger programmering

Nederlandse zalen boeken minder concerten

Atze de Vrieze ,

Nederlandse poppodia hebben in 2011 minder concerten en clubavonden georganiseerd en hebben daardoor minder publieksinkomsten gegenereerd. Dat verklaart branchevereniging VNPF op basis van hun rapport 'Poppodia in cijfers 2011'. Volgens de VNPF weten veel podia zichzelf door 'succesvol ondernemerschap' overeind te houden. De crisis wordt als boosdoener aangewezen.

De terugloop is niet helemaal nieuw. In 2010 werd al een dalende trend ingezet, waarop 2011 een logisch vervolg was. Podia reageerden volgens de VNPF door minder risico's te nemen in de programmering, lagere gages te betalen aan artiesten, hun zaal vaker te verhuren en te besparen op personeelskosten. Overigens steeg de totale hoeveelheid concerten, maar ook het aantal podia. Het aantal concerten per podium nam juist af. Ook steeg het percentage uitverkochte shows, van 13% in 2009 naar 15% in 2010 en 16% in 2011.

De terugloop van concerten in economisch moeilijke tijden is volgens de VNPF logisch, maar ook zorgelijk. "In 2011 werden ruim 19.000 optredens verzorgd door binnenlandse en buitenlandse artiesten. In 2011 werden gemiddeld 93 popconcerten en 51 clubavonden per poppodium georganiseerd. In 2009 waren dit er 110 respectievelijk 62. Het gemiddeld aantal bezoekers per concert nam in 2011 licht toe ten opzichte van 2009 en 2010. Dit is een teken dat er door de podia 'veiliger’ wordt geprogrammeerd. Dit is verstandig, maar gaat ook ten koste van een belangrijke functie van het podiumcircuit: talentontwikkeling."

Volgen de VNPF werden de podia gedwongen tot die veilige programmering door diverse ontwikkelingen. "Het dalen van de totale publieksinkomsten van de poppodia in 2011 komt enerzijds door een afname van het totale bezoek, maar ook doordat publiek tijdens de crisis voorzichtiger is geworden met geld uitgeven. Bovendien moesten bezoekers van poppodia meer voor hun tickets betalen door de btw-verhoging op tickets van 6% naar 19% halverwege 2011. Hierdoor kon er minder besteed worden aan andere programma’s en horeca in diezelfde podia. De ticketprijzen stegen met 3,5% (ex-btw). Dit betekent dat in de tweede helft van 2011 inclusief btw een gemiddeld concertkaartje 16% duurder was voor het publiek dan in 2010. Veel podia vreesden met de prijsverhogingen publiek en inkomsten te verliezen en hebben onder andere bezuinigd op de programmakosten en dan met name op gages voor Nederlandse artiesten."

Bij de VNPF zijn alle belangrijke poppodia van Nederland aangesloten, waaronder de tien grote podia, zoals Paradiso, Tivoli en 013. Het hele rapport is hier te downloaden.