Vorige week brachten drie van commissies aan het Europees Parlement een stemadvies uit over het ACTA verdrag, een vrijhandelsverdrag dat internationale standaarden voor handhaving van intellectueel eigendomsrecht wil stellen. Parlementariërs in de commissie voor Burgerlijke Vrijheden vonden dat fundamentele privacyrechten worden geschonden, bijvoorbeeld doordat internetproviders de rol van een soort online politieagenten krijgen. De commissie voor Industrie vond dat de balans tussen zakenbelangen, intellectuele eigendomsrechten en bescherming van persoonlijke data zoek raakt door ACTA. Zelfs de conservatieve commissie voor Juridische Zaken (normaal op de hand van auteursrechtenbeschermers) stemde met krappe meerderheid tegen.
Vandaag adviseert ook de commissie voor Ontwikkelingssamenwerking het Parlement om tegen ACTA te stemmen. Met 19 stemmen tegen één was een ruime meerderheid van de parlementariërs in de commissie tegen. De Tsjechische rapporteur van deze commissie, Jan Zahradil (Europese Conservatieven en Reformisten) was eerder nog voor het verdrag, en vond dat het verdrag niet schadelijk was voor de toegang tot medicijnen in ontwikkelingslanden. Maar Zahradil wordt nu teruggefloten door een ruimte meerderheid van de parlementariërs met Ontwikkelingssamenwerking in hun portefeuille.
Het belangrijkste advies over ACTA moet nog komen: namelijk dat van de commissie voor Internationale Handel op 21 juni. Geen van de adviezen zijn bindend, maar verwacht wordt dat vooral de opinie van de commissie voor Internationale Handel zwaar weegt bij de uiteindelijke beslissing van het Europees Parlement, dat 2 juli definitief voor of tegen stemt tegen ACTA. Zelfs als het Parlement uiteindelijk voor stemt is het onwaarschijnlijk dat het verdrag geratificeerd wordt in Nederland: de voltallige Tweede Kamer sprak zich vorige week uit tegen het verdrag.