Pitch12: hitsige, zweterige en retro potpourri op zeldzame zomeravond

Van Mount Kimbie via Nick Waterhouse en Azari & III naar het Krampfhaft & The Gaslamp Killer duet

Tekst en foto's Ingmar Griffioen ,

Pitch festival heeft voor de tweede editie de aanvangstijden vervroegd, het aantal podia van vier naar zes uitgebreid en daarmee de line-up dus ook. 3voor12 dook 's middags al de festivalweide in het Cultuurpark Westergasfabriek op om te proeven van al dat extra's. Het zonnetje en de temperaturen werkten eens flink mee en het was tot diep in de nacht goed toeven op het Westergasterras en het gras van het Westerpark.

Loom openen met Mount Kimbie

De start is in de imposante Gashouder, die ondergetekende, sinds het onvolprezen Drum Rhythm Festival daar vertrok richting het Java-eiland, toch al niet meer bezocht heeft. Het is meteen ook het grootste podium van Pitch en bij aanvang van Mount Kimbie nog akelig leeg. Niet zo gek om 16.00 uur, zoals het evenmin raar is dat de Gashouder zich rap vult tijdens de eerste tonen van het Britse duo. De frontrunners op het gebied van postdubstep/ambient stonden ook op de eerste editie en zijn nu gepromoveerd naar een grotere zaal.

Dat pakt erg goed uit: gewapend met gitaar, een los bekken, toetsen en veel elektronica openen Kai Campos en Dom Maker met ultralome dubstep. Atmosferische ambient vult de ronde zaal en zwelt langzaam aan. Campos' vocalen en weirde, subtiele samples en sounds maken het geluid voller. Halverwege is het naast zweef- ook al uiterst dansbaar en dat geldt zeker voor het nieuwe materiaal dat ze opdienen. Dat maakt benieuwd naar het tweede album, dat in de steigers staat en op Warp gaat verschijnen. Mount Kimbie is de perfecte opener voor een festival dat nog dertien uur voortduurt.

Chagall ademt minder zonder Bronstibock

In het Transformatorhuis zien we - met nog vijftig anderen - Chagall op het podium. Naast haar naam heeft de Amsterdamse meer benijdenswaardigs op haar cv: een hitje (Breathe met Bronstibock), een verkiezing tot 3FM Serious Talent en een deal bij EMI. Verder heeft ze enkel een EP op zak en werkt ze met haar band aan live-show en debuutalbum. Chagall doet flink haar best, maar lijkt niet helemaal op haar gemak met de leegte voor haar. Gestoken in een glitterrok met flower power schortje brengt ze een soort springerige pop met elektronische ondergrond. Goed gezongen en redelijk gepresenteerd, maar erg lichtvoetig. We horen weinig beklijvende nummers, ook niet tussen het nieuwe materiaal. Het meeste blijft te ver achter bij het niveau van Breathe, dat het als afsluiter aardig doet. Qua overtuiging, songwriting en uitvoering moeten Chagall en band nog groeien en wellicht op andere podia. Iemand slaat de spijker aldus op de kop: "Chagall is te 3FM voor Pitch."

Jungle By Night & Day

Op weg naar Jungle By Night (JBN) in de nieuwe 150 tent (iets met een jubilerend rummerk), waar Skip & Die als opener al de peilloze diepte mocht proeven. JBN is dat niet die geheide festivalhit met die subtropische Afrobeat en dwingende funkgrooves? Precies! Vanaf de aankondiging stroomt de langwerpige tent vol en de eerste rijen staan vol met joelende tienermeisjes. Vanaf het zonovergoten grasveld is het ook prima genieten van het inmiddels razend goed ingespeelde negental. De Amsterdammers zijn sinds ze verrasten op Into The Great Wide Open 2010 zelfverzekerder geworden en gegroeid in presentatie, hechtheid en lef. Ze mogen dan in de States nog geen druppel vuurwater bestellen, maar hier bouwen ze weer een dik feest. Ook dankzij Mokumse branie en een slimme Sesamstraat shuffle, inclusief Pino-figurant met blaasbalg als navelstreng. In Nederland kunnen ze weinigen meer verrassen en de vraag is waar dat heen gaat met die jongens, die alsmaar beter worden? Nou, de grenzen over: vandaag eerst even Istanbul Jazz, dan Sziget en in oktober spelen ze op 's werelds grootste showcase festival voor wereldmuziek: Womex in het Griekse Thessaloniki.

Spacen in het Vondelpark

Dronepop, Radiohead on acid, ambient slowcore; zomaar wat etiketten die passen op Vondelpark. Met die naam starten de gastjes uit Londen natuurlijk met een voorsprong in de hoofdstad. Het Transformatorhuis had alleen wel donkerder mogen zijn voor een dergelijke spacetrip met ook postrock- en dubstep elementen. Vondelpark, niet te verwarren met het NL rocktrio en de Italiaanse garagerockers, was op Eurosonic zo hot dat veel belangstellenden de Simplon bovenzaal niet meer in konden. Die verwachtingen komen er vandaag maar spaarzaam uit. Het trio is op z'n best als ze melodieuzer worden en het tempo en de beats opvoeren. Een mondharmonica solo en het Thom Yorke-rige geweeklaag van de zanger kunnen dit optreden echter niet redden van een oeverloze saaiheid. Hopelijk herpakken ze zich met een nieuwe release op het überhippe R&S label (o.a. Aphex Twin, James Blake, Ken Ishii, Derrick May). 

Jessie Ware in een hemelbed

De kitscherige 150 tent, door iemand treffend als 'Bloemendaal aan Zee' omschreven, staat helemaal vol voor Jessie Ware. De singer-songwriter heeft dan ook live en op plaat gewerkt met SBTRKT en met Joker. Ook is ze te zien op de Live at Royal Albert hall dvd van haar vriendin Adele en bekend van haar eigen sterke single Running. Wát een stem en uitstraling heeft de Britse! De show is ook dik in orde; niet gehinderd door een elektronica-pad snelt ze over het podium, maakt contact en haalt diep en vol uit. Ze heeft ook een uitstekende band mee, die een opzwepend ritmisch hemelbed (inclusief sporadische dikke hiphop-beats) neerlegt, waar Ware vol overtuiging in duikt. Ze is zo slim om even hakkelend 'dank je wel' te zeggen en geeft een groovy, soulvol en indrukwekkend optreden. Smullen.

Nick Waterhouse rock 'n soult 'm ook op Pitch

Terug op aarde bij Nick Waterhouse, die vijf dagen eerder op Metropolis al een aardig visitekaartje afgaf. Meer nachtclubmuziek en meer soul; de Californiër speelt heerlijke rock 'n soul en weet als enige tot nu toe het Transformatorhuis van begin tot eind vol te spelen. Met een sterke blazerssectie, toetsenist, ritmetandem en achtergrondzangeres waar je allejezus! tegen zegt. De Amerikaanse heeft een stem die in menige Amerikaanse gospeldienst nog zou opvallen en imponeert extra met de leadzang in twee nummers. Waterhouse heeft zelf ook een prettige rauwe Amerikaanse knauw in zijn stem. Dit is rock 'n roll en retrosoul van het zuiverste water en dat kan je inderdaad met een volledige blanke, zevenkoppige band authentiek uitvoeren. Waterhouse laat zien, met Jessie Ware en Jungle By Night, dat er op Pitch best ruimte is voor niet-elektronische muziek.

De zweterige sexy disco van Azari & III

Azari & III is daarentegen helemaal elektronisch, maar evenzeer retro. De producers uit Toronto serveren dat zo mogelijk nog beter en vooral heter dan Waterhouse. Azari maakt een mix van oude Chicago house en funky disco en hangt ergens tussen de dancepop/disco van Crystal Waters' Gypsy Woman, Groove Is In The Heart (Deee Lite) en pompende disco met eighties housebeats à la Good Life (Inner City). Klinkt op papier wellicht wat fout en zo oogt het op het eerste gezicht ook. Het is soms over het randje en dat werkt als een bezetene. Die twee met masker en bril nogal potsierlijk uitgedoste mc's verstaan niet alleen de kunst van het presenteren maar ook van het dansen. Het duo voert het ganse publiek mee in een wervelende, hitsige show. Als ze tegen elkaar aan rijden, gaat er een luid gejuich door de hele tent. Onbeschaamd dansend geven ze het gevoel dat het niet uitmaakt wat en hoe je het doet, hoe je eruit ziet en hoe je danst. Je zou bijna vergeten dat de twee producers achter de decks de werkelijke basis van Azari zijn. Het geheim van de live-show zit echter in de twee dansers, die de boel naar een sexy en dampend discofeest tillen. Ze stonden vorig jaar al in de Lowlands nacht geprogrammeerd, een eventuele plek in het avondprogramma lijkt een gegarandeerde hit.

Ontdooien bij Martyn

Na dit hoogtepunt werkt de overgang naar Martyn nogal ontdooiend. Martijn Dekkers uit Eindhoven zag zijn loopbaan als producer en dj zo'n vlucht nemen dat een verhuizing naar Amerika opportuun was. Het is niet gebleven bij het samenstellen van deel 50 uit de prestigieuze Fabric mix-serie en releases op Ostgut Ton en het Brainfeeder label van Flying Lotus: Martyn werkte recent met Modeselektor mee aan Modeselektion Vol. 2., de compilatie die nu op de Luisterpaal schittert. Zijn (voor Nederland zeldzame) live-set is een nogal kille, compromisloze slag in het gezicht van het Transformatorhuis. Hij kiest voor een wat moeilijk behapbare opbouw en een dwarse set. Kale, harde beats razen van dubstep naar donkere techno en even genadeloze drum 'n bass. Lastig, knap ook. We vermoeden even een uniek kapot geluid in zijn productie, maar als de stem van de presentator ook aan flarden is, blijkt dat Martyn toch wat opgeblazen heeft. Passend dat hij voor Kode9 draait, aangezien de Schotse baas hem aan de dubstep bracht.

Spacen met mate bij electro-kopstuk I-F

Tijd om een kijkje te nemen bij I-F, die in de Westerunie voor twintig man net aan een vijf uur durende set begint. De Haagse electro-held Ferenc van der Sluijs (I-F staat voor Inter-Ference) is nog altijd de bekendste Nederlander in de electro. In de schaars verlichte ruimte start hij zeer atmosferisch en ingetogen, maar ook met mate is het goed spacen op zijn set. De nacht is al even begonnen. Mensen zappen minder, maar blijven hangen en dansen; de rijen en de sets worden ook langer.

James - Hype - Blake

Voor de (nog altijd) gehypede James Blake is het Transformatorhuis bijzonder volgeramd. Dat duurt ongeveer een kwartier, waarna veel bezoekers teleurgesteld afdruipen. Tja de man staat nu eenmaal niet live op de bill maar met een dj-set. En een set van anderhalf uur vergt toch enige opbouw, bijvoorbeeld via een fijne soultune met oldschool hiphopbeats eronder. Vervolgens loopt alleen het ritme high pitch door en grossiert Blake in vervreemdende, diepe en onregelmatige aquarium-geluiden. De Engelse producer laat de bassen meer en meer rollen en na een half uur is het opeens best wel een standaard set. Vergeleken met 5 Days Off, waar hij met ultradiepe bassen de Melkweg liet trillen, is het op Pitch minder experimenteel en meer relaxede dubstep.

Krampfhaft spaart de Gashouder geenszins

In de Gashouder is de overgang van Modeselektor naar Krampfhaft ook nogal fors. De Utrechter staat eerst nog in een hoekje van het podium weggedrukt, terwijl een legertje technici de groteske visuele installaties van zijn voorgangers afbreekt. Krampfhaft staat op een opvallende plek; hij mag een set van anderhalf uur doen in de grootste zaal voordat The Gaslamp Killer begint, wellicht een motie van vertrouwen van Mojo. Sowieso een goede keuze, hoewel het daar aanvankelijk niet op lijkt. Krampfhaft spaart de Gashouder niet en schiet met zware beats en harde slagen dermate hard uit de startblokken, dat tweederde vertrekt. Vervolgens krijgt zijn dubstep meer lucht en bouwt hij met vocal samples rustiger op, alsof het offensief vooral een zet was om de zaalvloer te verversen. Dan gooit hij er een kale sirenetrack in waar het publiek hard op gaat. Buiten is het ondanks de zeldzame zomeravond wat fris geworden en de zaal stroomt vol en Krampfhaft knalt door.

Krampfhaft & The Mothafuckin' Tazmanian Devil

Opeens springt er iemand met een giga Afro als een Tazmanian devil over het podium... het is The Gaslamp Killer, die een surprise entrance maakt als danser en als mc. Het Californische fenomeen meldde zich naar verluidt al twaalf uur voor aanvang van zijn set bij de organisatie met het verhaal dat hij de hele dag een feestje wilde bouwen. "Yeah, original music from the man", chant hij. "That's some Holland shit!" En zo is het.

Vanavond is The Gaslamp Killer weer van de partij. Lees ook
de andere route die 3voor12 op de Pitch vrijdag liep en van de zaterdag: deel 1 met o.a. Gui Boratto, Shlohmo en Mr. Scruff en deel 2 met o.a. Gold Panda en uitschieter Elektro Guzzi.