2012: het jaar dat indie en r&b elkaar omarmden

Frank Ocean in de jaarlijstjes, r&b sijpelt binnen in indiewereld

Atze de Vrieze ,

Ja, natuurlijk is de doorbraak van Alt-J opmerkelijk. Een jaar geleden had immers nog nooit iemand van die band gehoord. Natuurlijk is het succes van acts als Tame Impala, Django Django en Cloud Nothings verdiend en het vermelden waard, maar de echte verrassing in alle jaarlijstjes is toch echt Frank Ocean, r&b zanger, een genre dat doorgaans door critici en liefhebbers van alternatieve popmuziek genegeerd wordt. Zijn aanwezigheid in de jaarlijstjes (wereldwijd) is geen toeval, het past binnen een trend. R&b verovert de harten van de alternatieve popliefhebber.

Geen enkele r&b act haalde de afgelopen tien jaar de top 25 van de OOR jaarlijst, de verzamelde eindoordelen van Nederlandse muziekjournalisten. Niet een. De weinige r&b vocalisten die op liefde konden rekenen, waren acts als Erykah Badu en Maxwell, die we dan weer eerder scharen onder het kopje neo-soul, een subtiel maar wezenlijk verschil. Het alternatieve publiek grijpt liever naar retro sixties en seventies soul, liefst de rauwe variant. R&b, dat is voor velen toch vooral commerciële muziek, gemaakt voor de hitparades. Glad en oppervlakkig, opdringerig, commercieel, overdreven luxe en decadent, en daardoor niet al te serieus te nemen. Los van de vraag of die vooroordelen terecht zijn, is er kennelijk iets veranderd in het imago van de r&b.

Misschien was het wel zijn brief, die Frank Ocean's Channell Orange bij voorbaat al ontdeed van clichématig machismo en over de top glijerij. De brief die vlak voor de release over het internet gonsde, waarin hij bekende dat de eerste gevoelens van liefde die hij ooit had voor een man waren. Maar die brief moet vooral niet te veel waarde krijgen, het is toch echt het album zelf dat uiteindelijk de harten won. Frank Oceans r&b is intelligent, spaarzaam gearrangeerd en gezongen, de liedjes gaan niet alleen over de liefde, maar ook over superrijke kinderen in Los Angeles, over religie, over prostitutie en drugs. Kortom: een rijke, slimme en onderscheidende plaat.

Maar het succes van Frank Ocean staat niet op zichzelf. Vorig jaar al was er het onverwachte succes van The Weeknd, een mysterieuze Canadees die in 2011 debuteerde met drie gratis albums, die hij zelf via internet verspreidde en dit jaar gebundeld uitbracht. Ook hij eindigde bij sommige websites al hoog in de jaarlijstjes. De Nederlandse pers aarzelde nog, maar bij zijn optreden op Pitch eerder dit jaar was te zien dat zijn fans die drie albums woordelijk opgezogen hebben. Waar veel rappers momenteel massaal vallen voor de Europese housesound die wij hier toch als wat ordinair beschouwen, voelt de r&b van The Weeknd en Frank Ocean juist authentiek en fris, ontdaan van opsmuk. Het werkt ook de andere kant op. Een jaar eerder viel het journaille wel massaal voor The XX, een jonge band uit Londen die nadrukkelijk r&b als invloed noemt. Dat onderstreepten ze met een cover van Aaliyah's Hot Like Fire. En daarmee komen we misschien wel bij de sleutel van de herwaardering van r&b: indiepop en r&b omarmen elkaar.
 

Zo dook folkie Bon Iver dit jaar de studio in met Alicia Keys, werkte Solange (Knowles, zusje van Beyonce) met Dev Hynes (Lightspeed Champion, Blood Orange), coverde Divine Fits Frank Ocean en produceerde Diplo een van de meest verrassende singles van het jaar: Climax van r&b superster Usher. Diplo zegt erover in The Guardian. "Usher en zijn hele crew zijn heel erg in touch met wat er op het moment allemaal gebeurt. Hij noemde vanaf het begin Monsters Of Folk en Grizzly Bear als invloeden. Mij kende hij van mijn eerste album op Ninja Tune, Florida. Ik was echt verbaasd over hoe deze gasten geïnteresseerd zijn in muziek die buiten hun eigen terrein ligt, en dat maakt het voor mij heel makkelijk om met hem te werken. Usher kan muziek maken op elk terrein. Hij heeft house geïntroduceerd bij het r&b publiek, met Yeah! bracht hij synthesizers in de Atlanta hiphop."

Die open blik deelt Usher dan met veel indiemuzikanten. Dat veel hippe bands werken met Afrikaanse invloeden is geen nieuws meer, maar een act als Poliça noemt 90s r&b als belangrijk element in zijn sound. Zangeres Channy Leaneagh en producer Ryan Olson uit Minneapolis kenden we al van Gayngs, een curieus project van twee jaar geleden, waarin ze een all-star indieband (met o.a. wederom Bon Iver) lieten graven in de 80s softpop en r&b. Een combinatie die meer hedendaagse indieacts wel ligt. Over Poliça zegt Leaneagh tegen 3voor12: "Toen ik tiener was luisterde ik naar niets anders. Ik weet niets van rock. Ik ben me nu maar eens aan het verdiepen in Led Zeppelin en Black Sabbath. Aaliyah, Mary J. Blige, 112, Keith Sweat, Kelly Price, Boyz II Men en andere groepen uit Philadelphia; Erykah Badu, zij was de koningin." Channy Leaneagh somt haar helden uit de jaren negentig op. "En natuurlijk hiphopacts als Blaqstarr, The Roots en Common. Ik had in die tijd een soort abonnement, waardoor ik voor een heel laag bedrag per maand heel veel cd’s mocht uitzoeken. Het was vast oplichterij, maar het voelde als de beste deal ooit. Ik vind het intimiderende muziek. Ik zou nooit durven proberen zelf zulke muziek te maken, maar het sijpelt wel naar binnen."

De stelling: r&b was simpelweg de realiteit voor de hedendaagse generatie indiemuzikanten. Zeker in Amerika zijn hiphop en r&b al jaren prominent bovenin de hitlijsten te vinden. En dat is nu eenmaal waar voor bijna iedereen de muziekbeleving begint. Sporen van r&b zijn te vinden bij onder meer Passion Pit, Little Dragon, Jamie Woon, How To Dress Well, Active Child, Toro Y Moi, Nite Jewel en Jessie Ware, soms in kruisbestuiving met de dansvloer bij producers als Shlohmo en Koreless. Het levert een nieuw soort r&b op, die je zou kunnen typeren als indie-r&b, een brede term voor muziek die gebruik maakt van de stijlvolle, technisch hoogstaande vocalen, vaak in een elektronisch arrangement. Ver weg van platte blockbusters, maar met grote eerbied voor cultfiguur en glijkoning R Kelly.

De koningin van de indie-r&b? Solange. Zonder twijfel. Zij is lang niet zo'n grote ster als haar zus, maar op de achtergrond is ze misschien wel de katalysator van deze kruisbestuiving. In 2010 viel ze op met een cover van Stillness Is The Move, een nummer van typische Brooklyn indieband Dirty Projectors, een band die niet bang is voor Afro-Amerikaanse invloeden. Solange in een interview: "Dat Dirty Projectors liedje deed me heel erg aan r&b denken. Dat heb ik ook als ik naar Of Montreal luister - ik hoor zo veel funk shit waarmee ik opgegroeid ben. Er zijn zo veel verschillende muzikale referenties, dat het simpelweg logisch is om daar gebruik van te maken. De blanke kids jatten onze stijl niet langer, wij pikken het terug!"

Ze liet zich ook uit over de samenwerking met Dev Hynes, die we kennen van bands als Test Icicles, Lightspeed Champion en meest recent Blood Orange. Hij schreef en produceerde veel voor Solange's nieuwe (mini)album True, met daarop de uitstekende single Losing You. Ze ontmoette hem via rapper Theophilus London, vertelde ze The Guardian. "Hij zei: 'Je moet een vriend van me ontmoeten.' Ik liep naar binnen en daar stond Dev een beat te spelen. Het was alsof er een lampje boven mijn hoofd ontstond. Ik dacht: dit is de sound waar ik op heb gewacht. Dat zei ik ook tegen mijn vriendje: met hem wil ik een album maken. Hij zei: wil je niet meer van zijn werk horen?" Hynes en Solange delen een voorliefde voor vroege 80s r&b, die resulteert in een album dat inderdaad af en toe wat retro klinkt, tegelijk door liedjes als Some Things Never Seem To Fucking Work en Lovers In The Parking Lot kakelvers.

Terug naar de ‘echte’ r&b. Zullen we straks ineens Brandy en SWV op Lowlands treffen? Die kans lijkt klein. Maar als we dan toch een startpunt moeten aanwijzen: Kaleidoscope Dream, de tweede plaat van een 27-jarige zanger genaamd Miguel. Hij had wat succes met zijn debuutplaat, maar nam met zijn tweede het heft nog wat meer in handen. Hij stoeit met hiphop, meer traditionele soul (o.a. dankzij een Labi Siffre sample dat we kennen van Eminem) en zelfs psychedelische pop. Maar ook de klassieke r&b beheerst hij. Zijn single Adorn klinkt als een 2012 versie van Marvin Gaye-klassieker Sexual Healing, zowel muzikaal als tekstueel. "Can't wait to taste your skin, baby, no, no", croont Miguel. "And these eyes, yeah, can't wait to see your grin, ooh ooh baby." Niets mis met de nodige slaapkamerromantiek, nietwaar?