Net als vorig jaar toen albums van Herman Brood en De Dijk werden belicht, besluit de VPRO de reeks aankopen uit de serie Classic Albums met eigen producties. Drie stuks ditmaal. De keuze voor de drie Nederlandse ‘klassieke albums’ is gemaakt door eindredacteur David Kleijwegt, die bewust gezocht heeft naar albums die elk een verschillend en in totaal een zo breed mogelijk publiek bedienen. Een plaat die goed valt bij de gemiddelde VPRO-kijker of -luisteraar (Bettie Serveerts Palomine), een plaat die bekend is bij het grote publiek (Deleted Scenes From The Cutting Room Floor van Caro Emerald), en een plaat van een legendarische band die bij iedereen nostalgische gevoelens losmaakt (At Home van Shocking Blue).
Volgens Kleijwegt houden de Nederlandse afleveringen zich goeddeels aan het door de Britse bedenkers van Classic Albums gemaakte format, maar zal er wat minder rigide het betreffende album precies, nummer voor nummer, worden afgewerkt. ‘Het format werkt goed bij oudere bands waar de herkenning een belangrijke rol speelt. Wij hebben geen platen als Dark Side Of The Moon die iedere kijker van nummer tot nummer uit zijn hoofd kent.’ Maar wel platen waar een interessant verhaal achter zit. De kunst is dus om tegelijk een verhaal te vertellen en toch steeds weer terug te keren naar de nummers van het betreffende album.
Een spagaat, zegt Walter Stokman, maker van de eerste aflevering, gewijd aan Palomine van Bettie Serveert gemaakt door Walter Stokman. ‘De band was in die tijd echt een enorm hechte vriendenclub, de nummers kwamen heel intuïtief tot stand, dat laat zich moeilijk reproduceren. Maar hun verhaal blijft wel buitengewoon interessant.’ Dat verhaal is inderdaad heel bijzonder. Bettie Serveert, dat voortkwam uit De Artsen had al een Amerikaans contract op zak voordat hun debuutplaat goed en wel opgenomen was, en dat is iets wat geen Nederlandse artiest hun kan nazeggen. In Nederland zaten ze bij het kleine, maar wel internationaal opgemerkte Brinkman Records, waar ook De Artsen hun album had uitgebracht. Fred Maessen vertelt bevlogen hoe hij gefascineerd was door die ‘vier rare snuiters’ van Bettie Serveert. Vier snuiters bovendien die een voor buitenstaanders nauwelijks te doordringen eenheid vormden.
Maessen steekt veel geld in een demo, die dankzij goede contacten daar ook in de VS op een aantal bureaus belandt. Gerard Cosloy, eigenaar van het net opgerichte, hippe, Matador label kende De Artsen en had meteen interesse in het vervolg op die band. Hij neemt contact op, en zegt snel naar de band te willen komen kijken. Wat volgt is wat door alle bandleden omschreven wordt als ‘a dream come true’. Ze spelen slecht als Cosloy naar de Amsterdamse Melkweg komt, maar dat blijkt geen enkel bezwaar. Ze mogen naar New York komen, waar volgens drummer Berend Dubbe niet alleen, behalve de uit Canada afkomstige zangeres Carol van Dijk, geen van hen ooit geweest was, ze hadden zelfs nog nooit gevlogen. Cosloy zet ze in de zomer van 1992 neer op een Matador showcase op het New Music Seminar, dat toen jaarlijks georganiseerd werd, een soort voorloper van South By Southwest. Hij had zijn publiciteit goed voor elkaar, want niet alleen waren alle belangrijke platenlabels vertegenwoordigd ook leden van de door Bettie Serveert bewonderde bands als Sonic Youth en Pavement stonden in de coulissen. Eigenlijk begon het succes voor Bettie Serveert hier in New York. Ze zouden van Palomine alleen in de VS al een slordige tweehonderdduizend exemplaren verkopen, wat nog altijd ongekend is voor een Nederlandse rockband.
Wat fascineert aan deze film is ook dat het de bandleden nog altijd niet helemaal duidelijk is, wat hun plaat zo bijzonder maakte. Ze deden eigenlijk maar wat. Het was ‘een rammelbandje met een drukke drummer, helemaal geen strakke band’ zegt Dubbe. Maar, en dat is het mooie van iedere goede Classic Albums aflevering: wanneer je de nummers als Kid’s Alright, Brain-Tag en Balentine voorbij hoort komen, dan hoor je echt iets bijzonders. Het is zoals ook in de film wordt opgemerkt een typisch geval van de juiste band met de juiste muziek op het juiste moment. Tussen alle punk- en grungerock die toen, een jaar na de doorbraal van Nirvana in zwang was, klonk de mysterieuze stem van Van Dijk buitengewoon sexy. Het was de combinatie van sensuele zang, met aan Neil Young ontleende gitaarlijnen die Bettie Serveert een uniek geluid gaf. Precies het geluid waar door muziekliefhebbers naar verlangd werd.
Het succes van Palomine (de titel wordt in de documentaire prachtig verklaard) zou Bettie Serveert nooit meer weten te evenaren. Een oorzaak was dat Van Dijk te verlegen en onwillig was om zich als ‘frontvrouw’ te profileren, waar de Amerikanen wel op aan hadden gedrongen. Mogelijk waren ook de liedjes na Palomine wat minder sterk. Een plaat met dezelfde zeggingskracht heeft Bettie Serveert niet weten te maken, ook al is de band strakker en beter geworden. Dat moet de band de nodige hoofdbrekens gekost hebben. Wat was het geheim van die nummers op Palomine? Wat hebben zij wat de rest van het repertoire niet of in mindere mate hebben?
Het antwoord daarop blijft ook na deze Classic Albums in het ongewisse. Maar juist dat zoeken, die blikken boven de mengtafel bijvoorbeeld die uitstralen: ‘Zijn wij dit, zo goed was het toch niet?’ zijn veelzeggend. Na het zien van deze aflevering kun je niet anders dan weer eens naar Palomine luisteren, en hoewel moeilijk te benoemen is wat het onderscheidende van dit album is (Stokman: ‘niemand binnen of buiten de band kon dat eigenlijk goed verwoorden’) blijkt het opnieuw een genot. Palomine is echt een hoogtepunt in de Nederlandse rockgeschiedenis, dat met deze film het eerbetoon krijgt dat het verdient.
Classic Albums: zaterdag 7 april om 21:25 op Nederland 3.