Vanaf de eerste noot treedt de herkenning in, het prettige slag herkenning. Shake A Wave staat bomvol met de lekkere no-nonsense rock ‘n roll van het eerste album. Openingsnummer Weekend America knalt er meteen goed in, en is zo’n track die je je zonder moeite voorstelt op een zonnige festivalweide, terwijl je ’s middags aan je eerste biertje zit. It feels so much better when you’re not alone zingt frontman Cas Hieltjes over een power chord-riff van zijn broer Teun. Op die tour stuwt het album door, met aanstekelijke nummers van drie of vier akkoorden op mid-tempo vierkwartsmaten. Het is allemaal geen raketwetenschap, maar dat hoeft bij de Amsterdamse band ook niet. Cas Hieltjes blijft een ras-positivo met weinig aanleg voor de doom ’n gloom van veel andere rockzangers. I get up when I’m down / and I fall when I fall / Try to take control but it’s allriiiiiiight in de track I Get Up is een van die typische, opgewekte teksten.
Kings of Leon is de band die onvermijdelijk opdoemt wanneer het om vergelijkingsmateriaal gaat. Zowel in de zang, de drums als in de galmende gitaarriffs lijkt Shake A Wave in sterke mate beïnvloed door de domineeszoons uit Oklahoma. Bijvoorbeeld in She Won’t Leave Me halverwege het album. Maar vooral de derde track Summer End lijkt geschreven in een oude Chevrolet, al rijdende door de prairie. Dat is ook ongeveer wat de band onlangs deed. Voor 3voor12 deden ze verslag van hun avonturen in het zuiden van de VS, waar ze een korte tour deden met optredens in onder meer de bakermat van de Amerikaanse muziekindustrie Nashville, Tennessee. Go Back To The Zoo sloot af met een showcase op SXSW in Austin, Texas.
Gitarist Teun Hieltjes valt op door melodische licks die de refreinen net wat meer cachet geven. Het zorgt voor meer dynamiek in de nummers die in de basis eenvoudig zijn. Flashlight valt op door een andere sound: een smerig, bluesy couplet met een slepend traag ritme. I get you in my flashlight / I’m gonna give you what you need, zo sluiten Hieltjes’ lyrics in niet mis te verstane bewoordingen op het thema aan. Met tracks als het Rolling Stones-achtige Can’t Stop My Feet continueert de band het positivisme. Muzikaal zorgt dit nummer wel voor afwisseling door de toevoeging van blaasinstrumenten. De nummers op Shake A Wave zijn zelden langer dan drie minuten, en zijn volgens klassieke, ongeschreven regels van de popmuziek opgebouwd. Couplet – refrein – couplet – refrein – brug - dat werk. Alleen de langgerekte afsluiter Keep On Running wijkt van dit stramien af. De lage zang van Hieltjes in combinatie met de synths verraden wat new wave invloeden.
Wat opvalt aan het album is de productie, die een stuk grootser aandoet dan op debuutalbum Benny Blisto. Met een flinke dosis galm knalt de muziek je speakers uit. Waar de flow op het vorige album nog wel eens onderbroken werd door enkele minder geslaagde ballades, houdt Go Back To The Zoo de cowboylaars ditmaal stevig op het gaspedaal. Shake A Wave is een lange Amerikaanse highway zonder bochten, files of andere obstakels. En aan het eind liggen de verlokkingen van Last Vegas, of iets anders om naar uit te kijken.
Toch is de snelweg nét wat te lang, en staan er een paar opvultracks op de plaat. Nummers als Hold Forever en Secret steken hun kop niet boven het maaiveld en voegen weinig toe aan het rockfestijn. Shake A Wave was als geheel compacter geweest als de plaat twee of drie nummers korter was geweest. Go Back To The Zoo blijft daarnaast een band die het vooral moet hebben van singles. Aan het begin en aan het eind van het album manifesteert de ware potentie van de groep zich in de singles Somebody Else en What If. Songs met de hitpotentie van Beam Me Up of Electric van het debuutalbum. Nummers die je veelvuldig op de radio gaat horen.
Shake A Wave verschijnt bij Universal en is tijdelijk te beluisteren op de Luisterpaal.