Foto's staan onder het artikel.
“It’s a Miles Davis thing”, grinnikt Carl Craig. De dj uit Detroit is net klaar met zijn set op Voltt Loves Summer en legt desgevraagd uit waarom hij toch zo serieus kijkt achter de draaitafels. De technoveteraan kijkt nog stoïcijnser dan Dave Clarke, zijn ogen zijn verscholen achter een grote zonnebril. “Backstage lach ik altijd”, zegt hij. Om dat te bewijzen gooit hij er nog maar een grijns tegenaan. Hij heeft ook weinig reden om te chagrijnen. Het is zaterdagavond, een uur of half negen, de zon gaat langzaam onder en de complete Nederlandse technoscene verzamelt zich achter het podium. Vader Skils staat foto’s te maken van Alex Under, moeder Skils doet een voorzichtig dansje. En organisator Skils, die ziet dat het goed is. Voltt Loves Summer 2008 is een zonovergoten festival.
Het grapje is snel gemaakt: Voltt Loves Summer, en die liefde is wederzijds. Net als vorig jaar heeft Skils het beste weer dat hij zich kan wensen. Ook nu weer is Voltt neergestreken op waarschijnlijk de mooiste locatie in de stad Amsterdam: de NDSM-werf. Vorig jaar werd alleen de scheepswerf gebruikt, dit jaar is ook restaurant Noorderlicht bij het festival betrokken, inclusief grasveld, uitkijk over het IJ en steenoven. Het is een welkome aanvulling op de sfeer van het festival. Anders gezegd: vorig jaar was Voltt Loves Summer een feest, dit jaar is het voor het eerst een festival.
Niet alleen de aankleding is gegroeid, ook de aanhang van het festival. Voor het eerst zijn alle 5.000 tickets uitverkocht, tot groot verdriet van een groot aantal kaartjessmekers voor de ingang. De grote toeloop levert wel wat problemen op: opstoppingen bij de pont over het IJ, rijen van een uur voor de ingang, mensenmassa’s bij de muntjeskassa’s. Het allerergst zijn de rijen bij het eten. Voltt serveert biologische hamburgers en de pizza’s worden met liefde live klaargemaakt. Op Voltt drink je geen waterig festivalpils, maar pure Leffe Blond. Die keuze voor kwaliteit is prijzenswaardig, maar nu weet je ook ineens weer waarom ordinair fast food zo populair is. Voor de rest is het festival niet echt te druk. Met een hoofdpodium en een klein bonuspodium met voornamelijk Amsterdamse helden is het overzichtelijk en goed te belopen. Het grasveldje naast Noorderlicht - hoe klein ook - draagt bij aan de ontspannen sfeer.
Aan de muzikale opzet is niets veranderd. Zo is er aan het begin van de dag alle ruimte bij de dubtechno van Pole en Andy Stott. Muziek die te subtiel is om op te dansen, maar die met een meloenijsje links en het eerste biertje rechts niet minder dan geweldig is. Gaandeweg wordt het tempo voorzichtig opgebouwd, en aan het eind van de middag ziet 2000 And One zijn publiek al helemaal los gaan op zijn opvallend vocale set. De Polder-boys brengen uiteraard de karakteristieke funky bassen van hun debuutplaat, maar spelen ook wat nieuw werk. Horen we daar nou de stem van Willie Wartaal langskomen? De set van Carl Craig is een aangenaam breekpunt in de dag. De meeste van zijn voorgangers kozen voor een set in één stijl, Craig maakt een veel afwisselender keuze. Hij brengt het tempo omlaag, transformeert klassieke Detroit synths tot het geluid van nu. Met name het begin van zijn set is een lesje spanning opbouwen.
Maar meer nog dan muzikaal spectaculair, is Voltt interessant vanwege zijn publiek. Bart Skils knijpt zijn handen dicht met 47% vrouwelijke bezoekers, gestoken in oogverblindend nieuwe zomerjurkjes, bandana’s en bandplooibroeken. Het publiek van Voltt is jong, fris en gretig en het groeit als kool. De eerste twee edities was Voltt Loves Summer een klein en onbekend feest voor fijnproevers, vanaf dit jaar staat het echt op de kaart, zonder concessies te doen aan de muzikale uitgangspunten. Wat wil je nog meer?
“It’s a Miles Davis thing”, grinnikt Carl Craig. De dj uit Detroit is net klaar met zijn set op Voltt Loves Summer en legt desgevraagd uit waarom hij toch zo serieus kijkt achter de draaitafels. De technoveteraan kijkt nog stoïcijnser dan Dave Clarke, zijn ogen zijn verscholen achter een grote zonnebril. “Backstage lach ik altijd”, zegt hij. Om dat te bewijzen gooit hij er nog maar een grijns tegenaan. Hij heeft ook weinig reden om te chagrijnen. Het is zaterdagavond, een uur of half negen, de zon gaat langzaam onder en de complete Nederlandse technoscene verzamelt zich achter het podium. Vader Skils staat foto’s te maken van Alex Under, moeder Skils doet een voorzichtig dansje. En organisator Skils, die ziet dat het goed is. Voltt Loves Summer 2008 is een zonovergoten festival.
Het grapje is snel gemaakt: Voltt Loves Summer, en die liefde is wederzijds. Net als vorig jaar heeft Skils het beste weer dat hij zich kan wensen. Ook nu weer is Voltt neergestreken op waarschijnlijk de mooiste locatie in de stad Amsterdam: de NDSM-werf. Vorig jaar werd alleen de scheepswerf gebruikt, dit jaar is ook restaurant Noorderlicht bij het festival betrokken, inclusief grasveld, uitkijk over het IJ en steenoven. Het is een welkome aanvulling op de sfeer van het festival. Anders gezegd: vorig jaar was Voltt Loves Summer een feest, dit jaar is het voor het eerst een festival.
Niet alleen de aankleding is gegroeid, ook de aanhang van het festival. Voor het eerst zijn alle 5.000 tickets uitverkocht, tot groot verdriet van een groot aantal kaartjessmekers voor de ingang. De grote toeloop levert wel wat problemen op: opstoppingen bij de pont over het IJ, rijen van een uur voor de ingang, mensenmassa’s bij de muntjeskassa’s. Het allerergst zijn de rijen bij het eten. Voltt serveert biologische hamburgers en de pizza’s worden met liefde live klaargemaakt. Op Voltt drink je geen waterig festivalpils, maar pure Leffe Blond. Die keuze voor kwaliteit is prijzenswaardig, maar nu weet je ook ineens weer waarom ordinair fast food zo populair is. Voor de rest is het festival niet echt te druk. Met een hoofdpodium en een klein bonuspodium met voornamelijk Amsterdamse helden is het overzichtelijk en goed te belopen. Het grasveldje naast Noorderlicht - hoe klein ook - draagt bij aan de ontspannen sfeer.
Aan de muzikale opzet is niets veranderd. Zo is er aan het begin van de dag alle ruimte bij de dubtechno van Pole en Andy Stott. Muziek die te subtiel is om op te dansen, maar die met een meloenijsje links en het eerste biertje rechts niet minder dan geweldig is. Gaandeweg wordt het tempo voorzichtig opgebouwd, en aan het eind van de middag ziet 2000 And One zijn publiek al helemaal los gaan op zijn opvallend vocale set. De Polder-boys brengen uiteraard de karakteristieke funky bassen van hun debuutplaat, maar spelen ook wat nieuw werk. Horen we daar nou de stem van Willie Wartaal langskomen? De set van Carl Craig is een aangenaam breekpunt in de dag. De meeste van zijn voorgangers kozen voor een set in één stijl, Craig maakt een veel afwisselender keuze. Hij brengt het tempo omlaag, transformeert klassieke Detroit synths tot het geluid van nu. Met name het begin van zijn set is een lesje spanning opbouwen.
Maar meer nog dan muzikaal spectaculair, is Voltt interessant vanwege zijn publiek. Bart Skils knijpt zijn handen dicht met 47% vrouwelijke bezoekers, gestoken in oogverblindend nieuwe zomerjurkjes, bandana’s en bandplooibroeken. Het publiek van Voltt is jong, fris en gretig en het groeit als kool. De eerste twee edities was Voltt Loves Summer een klein en onbekend feest voor fijnproevers, vanaf dit jaar staat het echt op de kaart, zonder concessies te doen aan de muzikale uitgangspunten. Wat wil je nog meer?